Belgische Muzen-Almanak. Jaargang 5(1830)– [tijdschrift] Belgische Muzen-Almanak– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Leven. Leben ist ja doch des Lebens höchstes Ziel. F. Grillparzer. Hoe verschillend ziet men streven Op de paden van het leven! Hoe onvatbaar voor gevoel, Ziet men wereldlingen kwijnen, Ach, wier dagen vlug verdwijnen, Zonder vrucht en zonder doel! Als de redelooze dieren, Die op 't groen der weiden zwieren, Door natuurdrift slechts gespoord; Als de planten, die daar groeijen En een luttel tijds slechts bloeijen, Of vergaan bij haar geboort'; - [pagina 50] [p. 50] Als de hooggetopte boomen, Die een murmlend beekje omzoomen, Of, in 't duizendjarig bosch, Daar de donders om hen rommlen En hun breede twijgen schommlen, Toch onwrikbaar staan in dos: - Zoo onvatbaar, zoo gevoelloos, Zoo beperkt, zoo schandlijk doelloos, Leeft hij, die zijn grootst geluk Hier in lediggang kan vinden, En zich niets wil onderwinden, Dat hem aan die rust ontrukk'. Dan, hij Leeft niet! neen, de dwaze! Schoon hij ook van Vreugde raze; Daar zijn eng-beperkte geest 't Laag genot slechts kan bevatten Van vergankelijke schatten, Die hij kwist bij praal en feest. [pagina 51] [p. 51] Neen, hij leeft niet! - heden, morgen, Steeds eentoonig, zonder zorgen; Immer de oude, loome trant; Altoos zonder geestverheffing, Altoos zonder zelfbeseffing, Hoe onteerend is die stand! Zoo, bij al die nietigheden, Bronwel van 't bederf der zeden, De eedle kunst slechts veilig waar'! Doch, hoe vaak is niet zijn trachten, 't Kroost der Muzen te verachten, Dat zich schaart voor 't Feest-Altaar. ô, Wie kan zich zóó vergeten? Wie dat kruipen Leven heeten? Leven, 's Hemels hoogste gunst, Die een bron van heil doet vloeijen, Wen de vrije borst mag gloeijen Door het godlijk vuur der Kunst. [pagina 52] [p. 52] Wij, ô dierbre Kunstgenooten! Moog de Dwaasheid ons verstooten, Wij genieten Levens-Vreugd, Die de harten kan verovren, Die de zinnen kan betoovren, 't Loon van Wetenschap en Deugd. Aan dit zalig paar te kleven, Zij het doelwit van ons leven! Zoo word' Dichtkunst voortgeplant, Die toch nimmer 't hoofd zal buigen; Maar den Roem zal blijven tuigen Van het dierbaar Vaderland. F. RENS. beveren. Vorige Volgende