Belgische Muzen-Almanak. Jaargang 2(1827)– [tijdschrift] Belgische Muzen-Almanak– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 227] [p. 227] Bemoediging. Hoe zwart de nacht des onspoeds zij, Bij 't loeijen van d'orkaan; Hoe donker u de toekomst schijnt, Elk straaltje voor uw oog verdwijnt Van 't bleeke licht der maan; O, twijfel niet aan Gods bestuur, Bij al uw zielsverdriet, Want weet, dat Hij, die 't al omgeeft, Wiens adem op uw lippen zweeft, Uw tranen telt en ziet. Schijnt u deze aarde een rampwoestijn, Waar bloem noch grasje groeit, Natuur zich met het doodskleed dekt, Geen plekje gronds tot heul u strekt, [pagina 228] [p. 228] Of 't traanloos ooglid boeit: O, grijp dan vrij den pelgrims-staf! Uw Vader kent uw' nood: Hier is het oord der ruste niet - Het Vaderland, dat vreugde u biedt, Is over graf en dood. Al loopt uw pad dan zonder spoor, Langs afgrond en moeras, Al wondt de dorenstruik uw' voet, Aan Hem vertrouw' zich uw gemoed, Die steeds uw leidsman was. Zijn liefde biedt u gul de hand, Geloof het naar zijn woord: Hij leidt u, hoe uw pad moog' zijn, Door rozendreef of rampwoestijn, Naar 't eeuwig zalig Oord. Rotterdam. M.J. LELIJVELT. Vorige Volgende