Belgische Muzen-Almanak. Jaargang 2(1827)– [tijdschrift] Belgische Muzen-Almanak– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina *6] [p. *6] [pagina *7] [p. *7] [pagina 87] [p. 87] Middernacht. 't Is zoet in 't uur van middernacht, Als 't maantje vriend'lijk lacht; Als 't starrenkleed den hemel tooit, De beek haar zilv'ren golfjes plooit, Als Philomeel haar klaaglied kweelt, En Zephir fladd'rend speelt. 't Is zoet in 't uur van middernacht, Als Luna houdt de wacht; Als de aarde in zachten sluimer rust, De zilv'ren dauw het roosje kust, De lucht een' balsemgeur verspreidt Op 't glinst'rend veldtapijt. [pagina 88] [p. 88] 't Is zoet in 't uur van middernacht, Bij zoo veel stille pracht; Als niets, in 't hartbetoov'rend oord, De nachtelijke stilte stoort, En ik mijn dart'le schaapjes weî Met Laura aan mijn zij'. 't Is zoet in 't uur van middernacht, Als mij de boezem smacht, Als mij het zwoegend harte brandt, Te gaan met Laura hand in hand, Wanneer mijn mond een' kus haar biedt, En zij versmaadt dien niet. 't Is zoet in 't uur van middernacht, Als Laura, schromend, zacht, Het jawoord op mijn lippen drukt, Dan slaat de volle borst verrukt, Dan gaf ik voor een rijksgebied, Mijn' rieten staf toch niet, [pagina 89] [p. 89] 't Is zoet in 't uur van middernacht, Als Laura minzaam lacht; Dan wiegt de Zephir en de Min Ons, hart aan hart, ten sluimer in, Ban is het hemel mij op aard', Der Goden afgunst waard. Zoo ruil ik 't uur van middernacht, Voor koningspronk noch pracht; Dan is mijn lot benijdenswaard, Geen sterveling zoo rijk op aard', Dan is mijn Laura aan mijn zij' Als ik mijn schaapjes weî. J.J.F. WAP. Gent. Vorige Volgende