Belgische Muzen-Almanak. Jaargang 1(1826)– [tijdschrift] Belgische Muzen-Almanak– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 239] [p. 239] Afscheidsgroet. Vriend! de doodklok dof en droef, Roept mij uit dit leven; Weldra zal een stille groef Uwen vriend omgeven. Druk voor 't laatst mij aan uw hart, Zie mijn tranen vlieten, In den beker van mijn smart, Kunt ge een' heildrup gieten. - Vriend! de tranen rollen mij Langs de bleeke wangen; Als op bloemen, vrolijk, blij, Rigtte ik steeds mijn gangen; Doornen dekten ook mijn baan, Tusschen rozendreven; Vroeg heb ik den tol voldaan, Spâ moog' gij dien geven! [pagina 240] [p. 240] Slaap ik in, bezoek mijn asch, Bij de lijkcipressen, Voel dan wat ik voor u was, En gaâr wijsheids lessen! Ziet een pelgrim u welligt Bij mijn grafgesteente, Zeg, met tranen in 't gezigt: ‘'k Eer mijns vriends gebeente.’ Dan zal ik met lofgezang Mijnen adem geven; God! al valt de strijd mij bang, 'k Dank u voor mijn leven! Vriend! mijn ziel zal nog verblijd Boven van u droomen, Tot we in beter' lentetijd, Uit den grafkuil komen. A.J. DUNCAN. gent, 1825. Vorige Volgende