Belgische Muzen-Almanak. Jaargang 1(1826)– [tijdschrift] Belgische Muzen-Almanak– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Het Meisje uit vreemde streek. Naar Schiller. Bij arme herders in de dalen, Verscheen met ieder jeugdig jaar, Als de eerste leeuwrik rond gaat dwalen, Een meisje schoon en wonderbaar. Zij was niet in het dal geboren, Men wist ook niet van waar zij kwam; Maar spoedig was haar spoor verloren, Als 't meisje weder afscheid nam. Haar daarzijn deed de borst ontgloeijen, Daar ze om zich hemel-wellust spreidt; Haar aanblik wist het hart te boeijen, Maar duldde geen vertrouw'lijkheid. [pagina 50] [p. 50] Zij voerde bloemen aan en vruchten, Gekweekt in ander zonnevuur, Op andren grond, in andre luchten, In een gelukkiger natuur. Zij bood een ieder van haar gaven, Deez' vruchten, genen bloemen aan; De jeugd, de grijsheid aan de graven, Geen moest vergeten huiswaarts gaan. Die kwam, mogt vrij zich welkom noemen; Doch, naakten twee gelieven haar, Dan reikte zij de schoonste bloemen, De beste gaven aan het paar. - J.J.F. WAP. gent, 1825. Vorige Volgende