Het Belfort. Jaargang 14
(1899)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 379]
| |
Boekennieuws en Kronijk.De Neringdoende burgerij, krisis en redmiddelen, door Ladislas Van Hoorebeke, advokaat bij het beroepshof te Gent en plaatsvervangend vrederechter. In een vlugschrift, 51 bladzijden behelzend, behandelt de schrijver opvolgenlijk de volgende punten van gewicht: Noodwendigheid eene kunst- of technische vorming, der vereenigingen en van 't bijzonder initiatief. - Noodwendigheid eener wettelijke bescherming. - De geldelijke vermogens der kleine of middelmatige nering of burgerij. - De kwade konkurrentie. - De verdrukking door de Staatskas. In die zes hoofdstukken, onderzoekt de heer Van Hoorebeke op kortbondige wijze, doch tevens grondig en onpartijdig, den huidigen toestand waarin de neringdoende burgerij verkeert, toestand die alles behalve aanlachend is. Hij onderzoekt de verschillende redstelsels welke vooruitgezet worden en durdt diegene aan welke, volgens zijn bescheiden oordeel, met goed gevolg zouden kunnen beproefd en aangewend worden. Zijn werk, alhoewel maar klein van omvang, mag te recht eene grondige studie genoemd worden, welke getuigt van een nauwgezet, gewetensvol onderzoek en tevens van eene oprechte, belangstellende genegenheid ten opzichte der kleine burgerij. In zijn voorrede, zegt de heer Van Hoorebeke: ‘Hetgeen wij vooruitzetten, is gezegd buiten alle twistzucht, verbittering of eigenzin. Het eenige wat wij verlangen, is het vraagstuk eenigszins te helpen oplossen of bevorderen, omdat het zoo dringend is en zoo zeer de aandacht van eenieder verdient. Mocht deze poging betere en meer gebruikelijke of praktische voorstellen teweeg biengen; konden die voorstellen bewerkt worden; kortom, kan er een praktisch voornemen. of rog beter, eene daad uit spruiten, zoo zal de schrijver dezer regelen zijn nederig streven als rijkelijk beloond aanzien’. En wij voegen erbij: De schrijver is veel te nederig; wanneer men zulk degelijk werk levert in 't voordeel van eenen zoo bepaald belangwekkenden stand der samenleving, als de burgerij, dan moet men zich niet bepalen bij het geven van raad, maar de hand aan 't werk slaan en de hand geven aan allen die het goed meenen met de burgerij om tot eene bevredigende oplossing te komen. In afwachting dus dat de heer Van Hoorebeke nog werken in dien aard schrijve en hij werkdadig in de buigerbeweging optrede, bevelen wij zijne huidige brochuur ten warmste aan, niet alleen aan de leiders der burgerbeweging, maar zelfs aan alle buigers, zonder onderscheid. | |
[pagina 380]
| |
Zij zullen er door wakker geschud worden en zien dat er nog veel te doen is en kan gedaan worden tot opbeuring en behoud van hunnen stand. Het werkje is te verkrijgen bij den heer Alf. Siffer, drukker, alhier, en kost maar den geringen prijs van 75 centiemen. L.
Veelderhande Geneuchlijcke Dichten. Tafelspelen ende Refereynen. Opnieuw uitgegeven vanwege de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. - Leiden, Boekhandel en Drukkerij voorheen E.J. Brill, 1899. XXVIII + 218 blzz. - Wien het om een meer dan oppervlakkige kennis onzer letterkunde te doen is, moet het vaak een aanleiding tot spijt zijn, dat de belangwekkendste geschriften uit vroeger tijd zoo vaak tevens de zeldzaamste zijn; want al is het ook bekend waar het verlangde werk te krijgen is, als het niet in de eigen stad is, dan komt men er slechts bij uitzondering toe, de kennismaking verder uit te strekken dan tot hetgeen de geschiedschrijvers er over mededeelen. Elke poging, om een dergelijk ongemak uit den weg te ruimen, verdient derhalve waardeering en ondersteuning, en zoo oort, dan is dit het geval met den heidruk van de Veelderhande geneuchlijcke Dichten, Tafelspelen ende Refereynen, een der weinige bronnen, waaruit de echte volkspoëzie der 16de eeuw kan gekend worden. Aan Prot. G. Kalff komt de eer toe, op dien door den bekenden Antwerpschen drukker Jan Van Ghelen (den tweeden) uitgegeven bundel het volle licht te hebben laten vallen; wie leest wat hij er over mededeelt in zijne Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde in de 16de eeuw (dl. 1, blz. 101 vlg en 164 vlgg.) krijgt grooten lust naar meer. Het is thans mogelijk dien lust te voldoen, dank zij der Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, die op voorstel harer Commissie voor Taal- en Letterkunde het noodige geld beschikbaar stelde. De uitgave is door enkele leden dezer Commissie gezamenlijk bezorgd. Het oorspronkelijk plan was, een blooten herdruk te geven van het exemplaar in de boekerij der Maatschappij zelve aanwezig; bij het onderzoek, of er ook nog andere exemplaten of uitgaven van den bundel bestonden, kwamen vier andere exemplaren van drie verschillende andere drukken aan het licht, en dit getal werd later nog met twee vermeerderd. Zoo is men natuurlijkerwijze gekomen tot een herdruk van de oudste uitgave, waarvan een exemplaar op de Universiteits-bibliotheek te Gent berust, met verbetering van blijkbare drukfouten en met opgave in de noten van die varianten uit de andere uitgaven, waar de geheele zin of de woorden anders luiden, dus niet van zuiver grammatische en orthographische verschillen. Bij de uitvoering van haar plan heeft de Commissie de hoog gewaardeerde medewerking genoten van wijlen den heer Th.J.I. Arnold, de bekende medewerker aan de Bibliotheca Belgica, die eene nauwkeurige bibliographische vergelijking en beschrijving der verschillende drukken vervaardigde, welke hare plaats vond in de inleiding, waar dan verder de verhouding der verschillende drukken onderling in 't kort wordt nagegaan, en de wijze van uitgave verantwooid. De toegemeten plaatsruimte gedoogde geen langere uiteenzettingen; vandaar dat Dr. J.W. Muller, een der leden der Commissie, in de laatst veischenen aflevering van het Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde nog een en ander heeft mede- | |
[pagina 381]
| |
gedeeld omtrent de oudere en nieuwere afzonderlijke uitgaven of teksten van enkele der in den bundel voorkomende stukken, en omtrent andere bewerkingen derzelfde stoffenGa naar voetnoot(1). Op deze bijdrage, voor de geschiedenis der letterkunde van groot gewicht, zij hier met nadruk de aandacht gevestigd. De leden der Commissie, inzonderheid Dr. J.W. Muller, hebben aanspraak op onzen dank voor de zorg en den ijver, waarmede zij hunne taak hebben ten einde gebracht.
Willem de Vreese.
Opstellen over Spelling en Verbuiging, door Dr. R.A. Kollewijn. Amsterdam, H.J.W. Becht. VIII + 199 blzz. De heer Kollewijn, de erkende aanvoerder in den nieuwen Spellingoorlog, heeft de verschillende opstellen over ‘onze lastige spelling’, die hij in de Vragen van den Dag, in Taal en Letteren en in het Tweemaandelijksch Tijdschrift heeft laten verschijnen, in één bundeltje vereenigd onder bovenstaanden titel. Hij heeft daar zeker goed en wel aan gedaan, niet het minst met het oog op Zuid-Nederland, waar de twee eerste dezer tijdschriften bij het groote publiek nagenoeg geheel onbekend zijn, en ook het derde veel minder gelezen wordt dan wenschelijk en nuttig is. De heer Kollewijn verwacht, ‘dat voorstanders van vereenvoudiging door het lezen of herlezen van deze opstellen in hun overtuiging zullen worden versterkt’, en vooral hoopt hij, ‘dat tegenstanders er aanleiding in zullen vinden om te overwegen of er voor de beginselen, hier (nl. in zijn werk) verdedigd, niet meer valt te zeggen, dan zij tot dusver geloofden’. Uit ganscher harte help ik hem dit laatste wenschen, vooral in onze gewesten. De tegenstand, beter de tegenzin tegen de nieuwe spelling is in Vlaanderen grooter nog dan in Holland, maar berust minder op overturgingsgronden van het verstand dan van het gevoel. Van het vele, dat vóór wijziging onzer spelling pleit, heeft men hier geen helder begrip, omdat men over 't algemeen niet den juisten blik heeft op de verhouding van taal tot spelling en van spreek- tot schrijftaal. Laat iedereen, wien de zaak ter harte gaat, kennis nemen van hetgeen vóór de nieuwe spelling te zeggen is, en zien, hoe de bezwaren der tegenstanders kunnen ontzenuwd worden; het een en het ander is door Di. Kollewijn met evenveel talent als kennis van zaken uiteengezet. Wie zijn boekje met de noodige aandacht leest, zal zeker van velerlei vooroordeelen genezen worden. Dat alle bezwaren, die een Vlaming tegen de nieuwe spelling kan hebben, dan ook blijken zullen uit den weg geruimd te zijn, wil ik niet beweren; maar dat ze dan nog even belangrijk en even onoverkomelijk zullen schijnen, denk ik niet. W.d.V.
Uit het Wonderland, vertellingen uit de 1001 Nacht, voor de jeugd, bewerkt door H.J. Krebbers en J. Stamperius | |
[pagina 382]
| |
‘Uit het Wonderland’ is met tal van fraaie reprocuctiën naar heerlijk moore teekeningen van Vaarzon Morel nog aantrekkelijker voor de jeugd gemaakt dan de welbekende schrijvers 't reeds deden. Tal van kleine illustratien zijn in den tekst afgedrukt, waarvan het prospectus u twee doet zien, en elk deeltje bevat daarenboven ± 10 groote platen op kunstdrukpapter, die u toonen hoe goed de illustrator zijne taak heeftopgevat. De bandstering is schitterend mooi te noemen. Aan de uitgave zijn kosten noch moeite gespaard om iets zeer fraais te verkrijgen, de prijs zeer laag gesteld, zoodat ik niet twijfel of u zult het aan uwen boekhandelaar bestellen. De eerste afleveringen zijn bij alle boekhandelaren voorhanden. Uit het Wonderland verschijnt in 20 afleveringen à 30 cents of 5 bijzonder fraai gebonden deelen à gulden 1,50. Compleet in ± 2 jaren. Uitgever C.A.J. Van Dishoeck te Amsterdam, de befaamde uitgever van Neerland's Groot Liederboek.
La vie au Pensionnat. - Dit is een nieuw boek van den vermaaarden schrijver van ‘Les paillettes d'or’, die reeds zoovele gewaardeerde werken geschreven heeft voor de godvruchtige personen die er moed, troost en zalving met de vleet in vinden. Dit boek mag als eene vollediging aanzien worden van ‘Le livre de piété de la jeune fille au pensionnat et dans la famille’, die reeds aan zijne 241ste oplage is. Met den zelfden zwier geschreven, met de zelfde kennis van het jonge hart en den zelfden zalvenden godsdienst- en godsvruchtszin, zal het nieuwe werk, waarvan hier sprake, ongetwijfeld den zelfden bijval genieten en in handen komen van alle pensionnaten en alle godvruchtige personen.
Histoires Souveraines. - Dit prachtwerk, verschenen bij E. Deman, uitgever te Brussel, bevat twintig der schoonste verhalen van den meester-verteller Villiers de l'Isle-Adam. Het werk is op rijk papier in 8o-jésus gedrukt en bevat prachtig versierde kappitelhoofden, aanvangletters en slotornamenten geteekend door Th. Van Rysselberghe en in verschillende tinten uitgevoerd. Een kunstomslag van dezelfden omsluit dit boek, schoon en prachtig is zijnen inhoud en schoon en prachtig is zijn stoffelijk kleed.
Juffrouw Du Caju: Het Beroepsonderwijs voor meisjes in België. Verslag voorgedragen door Mej. Maria Du Caju op het internationaal Vrouwencongres van Londen in 1899. Zelfde verslag in het Fransch. Van dezelfde schrijfster: Catechismns voor den onderlingen bijstand. Prijs: fr. 0,04. Petit Catechisme du mutuelliste. Prix: fr. 0.04. Dit werkje werd vereerd met eene inschrijving van de Bestendige commissie der maatschappijen van onderlingen bijstand, en op de gunstigste wijze door bijzonder bevoegden beoordeeld. Een hunner schrijft: ‘C'est le travail à la fois le plus complet el le plus succinet qui ait été publié sur la mutualité dans notre pays...’ Een ander: ‘C'est la vraie doctrine de la mutualité, claire, substantielle, facile, mise à la portée des moins initiés...’ Het Boek van Spaarzaamheid en Vooruitzicht: Geillustreerd. Prijs: 1,25. Nieuwe uitgave. | |
[pagina 383]
| |
De Fransche uitgave van dit werk werd onlang in den vreemde beoordeeld als volgt: ‘Dit is een allerverdienstelijkste werk, dat veel goeds zal stichten. Wij willen er voor onze lezers verscheidene hoofdstukken uit vertalen, en geven in het nummer van heden het eerste daarvan. De onvermoeibare Belgische schrijfster verdient hartelijke toejurchiog voor dit nieuwe boek, dat door velen zal gelezen en toegepast worden...’ Uit El Hogar y la Escuela van Buenos-Aires, 21n Oogst 1899. Rekenkundige opgaven over Spaarzaamheid en Vooruitzicht. Nieuwe uitgave, fr. 1,00. Aritmétique de l'épargne et de la prévoyance. Derde uitgave, fr. 1,00. De werken van Mej Du Caju bekwamen de hoogste onderscheiding - het eerediploma - in drie afdeelingen der tentoonstelling van Gent: Maatschappelijke werken, Onderwijs en Vrouwenarbeid. Gent, A. Siffer, uitgever.
Koninklijke Vlaamsche Academie. - In de zitting van November werd de zeer eerw. Kannunik Daems tot bestuurder de heer Th. Coopman onderbestuurder voor 1900 gekozen. De heer D. Claes las eene uitgebreide studie over Onkruidkunde. eene critiek over het werk van den heer Meert: Onkruid onder de tarwe, door de Academie gedeeltelijk uitgegeven. De commissie van geschiedenis heeft thans het bio- en bibliographisch woordenboek der Belgisch-Nederlandsche schrijvers van A tot Ba afgewerkt. Eenige nieuwe werken worden aan de Academie, met een bibliographische nota aangeboden.
Davids-Fonds. - Zitting van het Hoofdbestuur: Den 14 dezer had te Brussel de gewone Novemberzitting plaats onder voorzitterschap van hoogleeraar Helleputte. Er werd besloten: Maatregelen te nemen om de afdeeling te Eekloo heroptebeuren; de Regeering te verzoeken de door het Davids-Fonds uitgegeven platen over den Boerenkrijg in de gemeentescholen te verspreiden; een handschrift: Geschiedenis der Bouwkunst, (heidensche, christene en nieuwere bouwkunst) door Alf. van Houcke, bouwkundig ingenieur, ter beoordeeling te zenden aan bevoegde mannen; een exemplaar der nog beschikbare uitgaven van het Davids-Fonds te zenden aan de Volksboekerij te Berchem; een hs. van den heer Staes (historische roman over de Fransche overheersching) ter beoordeeling te zenden aan den Keurraad. De afdeeling van Aalst is bepaald heringericht. Het bestuur stelt zich voor, te dier stede, drie volksbibliotheken tot stand te brengen en tegen het aanstaande jaar een zoo groot mogelijk getal nieuwe leden aan te werven. Uitgaven voor 1900: Jaarboek, Mengelingen, Verhalen uit het Meetjesland, door Edg. Pattyn, Reis naar Congo, door P. de Mey, een deel van de Vaderlandsche geschiedenis door David en het groot geillustreerd prachtwerk ter verheerlijking van het Vlaamsche volk, getiteld: Liber memorialis. - Den 13 November hield Gent de plechtige prijsuitdeeling aan de leerlingen, bekroond in hare prijskampen van het middelbaar en lager onderwijs. | |
[pagina 384]
| |
- Den 17 Dec. speelt Zele De Familie Wandels van Is. Albert, drama. bekroond in het Gentsche Davidsfonds, en het kluchtig zangspel de Garde Civique van Zevencoten. - Men schrijft ons uit Borgerhout: Den 4 December aanstaande zal in ons Davids-Fonds het 50ste feest gegeven, neen gevierd worden. Gevierd, ja, dat is het woord: 't is immers ons Gulden feest, dat in onze afdeeling en in ons kunstlievend Borgerhout eene merkwaardige gebeurtenis moet zijn! Het bestuur heeft een grootsch ontwerp opgevat, waarvan alles eene schitterende verwezenlijking doet voorzien. ‘De Schepping’ het heerlijk oratorio, het geniaal werk van Maestro Jozef Haydn, zal uitgevoerd worden onder leiding van ons gevierd medelid, den talentvollen kunstenaar Edm. de Herdt, door eene groote schaar der beste zangeressen en zangers, met solisten van eersten lang en begeleiding van een volledig orkest. Nooit zal in Borgerhout zulke muzikale gebeurtenis hebben plaats gehad.
† Charles de Ricault d'Héricault, medewerker aan La Vérité, Parijs. Schrijver van een aantal geschiedkundige werken over de middeleeuwen en de geschiedenis van het oude Frankrijk
† Firmin Brabant S.J. Schrijver van ‘Histoire du moyen âge’. ‘Histoire politique intérieure de la Belgique’, ‘Etude critique sur les invasions barbares au Ve siècle’, ‘Note sur le grand conseil de Pilippe-le-Bon.’
† Catharina Beersmans, de groote Vlaamsche tooneelspeelster welke men den naam gaf van de ‘Nederlandsche Sarah Bernhardt.’ Zij was geboren te Turnhout.
† Charles de Ribbe, christene economist, naar de school van Leplay. Hij schreef veel en goed over de zeden van het oude Frankrijk en de Livrec de raison.
† Charles de Varigny, medewerker aan ‘Le Temps’ en schrijver van La vie d'Outre-mer, waarin hij inzonderheid de vrouw en de groote fortuinen van Amerika beschrijft. Hij was een groote reiziger geweest en zelfs langen tijd inlandsche minister te Honolulu in de Hawaieilanden.
† Van Stalle en A. De Koninck respectievelijk bibliothecaris en onder-bibliothecaris der Kamer van Volksvertegenwoordigers. Beiden waren zeer bedreven in de kennis der bibliographie: de eerste schreef Dictionnaire des communes belges, met Kapitein Jourdain, de tweede Bibliographie nationale (1830-1890).
† Henri Bource, kunstschilder te Antwerpen; in het Museum te Gent hebben wij van hem ‘Rijpe kerzen’ - † Frans van Luppen, Vlaamsche landschapschilder - † Busch, gewezen letterkundige, medewerker van von Bismarck, wiens Mémoires hij laatst uitgat. - † Jacques Wiener, de oudsten onzer graveerders; hij was het, die de eerste Belgische postzegels vervaardigde. - † Michel Nicolaïevitch Kaponstive, Russische geleerde die over recht en diplomatie schreef. |
|