Het Belfort. Jaargang 14

[p. 385]

Aan onze lezers.
Dietsche Warande en Belfort.

Leuven, den 5 December, 1899.

ACHTBARE HEER,

Hoe dikwijls werd er gesproken over de noodzakelijkheid van een algemeen Vlaamsch katholiek tijdschrift!

Zijn er misschien geen tijdschriften genoeg? Zekerlijk ja; doch zij zijn meest voor belangen van afzonderlijke vakken gesticht. of verzamelen, voor een bepaald gewest, de schatten van eigen verleden, eigen spraak, eigen leven.

Zulke bladen zijn altijd nuttig, soms noodzakelijk; zij zijn de schoven, die den oogst van kunst en kunde doen bergen en bewaren.

Niettemin is het wenschelijk, zelfs noodig. dat een algemeen tijdschrift besta, waar al de katholieke Vlaamsche schrijvers met hunne bijdragen naartoe kunnen; en waar diensvolgens de katholieke Vlaming eenen rijken voorraad van kunst en wetenschap vinden kan.

Dat zullen wij bezitten. Wij zijn er in geslaagd twee van de best bekende onzer Vlaamsche tijdschriften, namelijk de Dietsche Warande en het Belfort, ineen te smelten.

Het eerste nummer van

Dietsche Warande en Belfort

zal den 15^en Januari aanstaande, te Gent, bij den heer A. Siffer, verschijnen.

Den 15^en van iedere maand - de verlofmaand September uitgezonderd - zal een nummer van ten minste 80 bladzijden, met het formaat en op het zwaar papier der Dietsche Warande, aan de inschrijvers gestuurd worden.

De jaarlijksche prijs is 8 fr. voor het binnen-, en 10 fr. voor het buitenland.

Wij hopen dat de inschrijvers der twee tijdschriften ons zullen getrouw blijven. Deze van de Dietsche Warande zullen tegen minderen prijs meer bladz. druks ontvangen dan vroeger; en deze van het Belfort zullen geerne twee frank meer betalen, daar de stoffelijke verbetering en vermeerdering de prijsverhooging genoegzaam wettigen zullen.

Alwie op een dezer tijdschriften ingeschreven is, hoeft zijne inschrijving niet te vernieuwen op Dietsche Warande en Belfort, dat hem met Januari zal toegezonden worden. Wij zullen ons veroorloven later den kwijtbrief aan te bieden.

Ingezien het hoog belang van onze vaderlandsche poging, rekenen wij op een groot getal nieuwe inschrijvers. Het zij daarbij gezegd dat hier geene handelszaak voorhanden is: al wat overschiet zal dienen om ons tijdschrift beter in te richten.

De medewerking van vele onzer bekwaamste schrijvers uit de vijf Vlaamsche gouwen is ons reeds verzekerd; flinke

[p. 386]

medewerkers uit het buitenland en bekende vakmannen zullen ons bovendien ter zijde staan.

Ons Programma.

Bondig maar duidelijk: wij willen doen wat Dietsche Warande en Belfort tot hiertoe gedaan hebben en, is het mogelijk, nog beter.

Als katholieke Vlamingen, die met onzen tijd medegaan, willen wij, zoo degelijk als het zijn kan, alles bespreken waarin ontwikkelde menschen belang stellen. Kunst, taal en letterkunde zullen op den voorgrond staan; doch aan studiën op het gebied van godsdienst, maatschappelijke zaken, natuurlijke wetenschappen, geschiedenis, enz. zal ook eene ruime plaats gegund worden.

Het boekennieuws en het bespreken der tijdschriften zullen bijzonder wel verzorgd worden.

De bijdragen zullen wij één fr. de bladzijde betalen; en aan de schrijvers ervan, zal, indien zij het verlangen, een zeker getal afdrukken (50 ten hoogste) kosteloos geschonken worden. Ten opzichte van uitgebreide boekbeoordeelingen zal op dezelfde wijze kunnen gehandeld worden.

Wij betrouwen, Achtbare Heer, op uwen steun en wij hopen, dat UEd. niet enkel zult inschrijven, maar, volgens uw vermogen, nog andere inschrijvers zult willen aanwerven.

Ook rekenen wij op de krachtige medehulp der Vlaamsche dag- en weekbladen. Zij worden ten andere gemachtigd, ten ware het uitdrukkelijk bij een opstel vermeld stonde, uit ons tijdschrift over te nemen wat zij goedvinden, op voorwaarde dat zij de bron hunner mededeeling aanwijzen.

Gelief, Achtbare Heer, de verzekering onzer bijzondere hoogachting te willen aanveerden.

De opstelraad⁽¹⁾:

D^r P. Alberdingk-Thijm, hoogleeraar te Leuven, lid der Koninklijke Vlaamsche Academie;

Mej. M.E. Belpaire, letterkundige, te Antwerpen;

E.H.A.M.J.I. Binnewiertz, kapelaan, den Haag;

Z.E.H. D^r Claeys, lid der Koninklijke Vlaamsche Academie, te Gent;

E.H. Cuppens, pastoor van Loxbergen-bij-Diest;

Z.E.H. Kanunnik J. Muyldermans, opziener voor het vrij middelbaar onderwijs, te Mechelen, lid der Koninklijke Vlaamsche Academie;

D^r H. Persyn, notaris, te Wynghene;

Hilda Ram, letterkundige, te Antwerpen:

D^r H.J.A.M. Schaepman, lid der tweede Kamer der Staten-generaal van Holland, den Haag;

D^r L. Scharpé, hoogleeraar, te Leuven;

A. Siffer, uitgever en gemeenteraadslid, te Gent;

Edw. Van Even, stedelijke archivaris, te Leuven, lid der Koninklijke Vlaamsche Academie;

E. Vliebergh, advocaat te Leuven, S^te-Barbarastraat 14, schrijver van den Opstelraad.

(1) Men kan zijne bijtreding zenden aan een der leden van den opstelraad. Men wende zich: tot den heer E. Vliebergh, schrijver van den Opstelraad, voor alles wat de redactie betreft, alsmede voor het aanbieden van copij en van boeken ter bespreking; - tot den uitgever, voor den dienst der inschrijvingen.