om een schipper te vinden, die het naar Gent wilde brengen; verre van de eerewacht van meer dan 200 soldaten, bracht de schipper een brief van verontschuldiging over het lang wegblijven mede. Stelt men ons nu de vraag: Waarom werd het groot Kanon naar Gent gevoerd? De wijze, waarop dit geschied is, heeft ons geleerd, dat het niet was, zooals het algemeen wordt geloofd, om eindelijk weer te krijgen, wat men sedert meer dan een eeuw terug verlangde, omdat het als een onderpand van de vrijheid werd aanzien. Daar blijkt inderdaad niets van: er bestaat geen énkel bewijs, dat de Gentenaars een oud recht op dat stuk deden gelden, noch dat die van Oudenaarde zulk recht hebben erkend... Men bemerke overigens, dat men niet alleen het kanon, maar ook nog 6 kogels medevoert... Als men mij tegenwerpt, dat de Groote Griete in 1578 geene diensten meer kon bewijzen, dan zal ik antwoorden, dat de stad zich de fantaisie van het onnoodig overbrengen van een groot stuk geschut niet veroorloven kon, getuige daarvan het overgroot tekort in de rekeninghe vander fortificatie... Waarom, vraagt men ons weer, werd dan het Groot Kanon naar Gent gebracht: het kon toch geen diensten meer bewijzen? Volgens onze bescheiden meening was men in 1578 wel overtuigd dat het kon gebruikt worden...’
Vanwaar komen de namen van het groot kanon?
- Slaat men het Woordenboek der Ned. Taal van de Vries en te Winckel op bij het woord Griet, dan vindt men het opgegeven als eene verkorting van den vrouwennaam Margaretha, Margriet. Het wordt gebruikt in toepassing van eene booze vrouw, of als en personificatie van een kwaad wijf. Vaak met eene nadere bepaling; booze, kwade Griet... Mij dunkens is de toepassing van Griet, den naam eener booze, geruchtmakende vrouw, op een donder brakend kanon gemakkelijk te begrijpen...’
Welk is nu de oorsprong van dit kanon?
‘Het groot Kanon of de groote Griete is niet de Gentsche Groote Griete, welke in de Middeleeuwen zuike vermaardheid had verkregen, het werd omstreeks het midden der XVe eeuw misschien te Bergen gesmeed, behoorde tot het geschut der hertogen van Burgondië en werd van Oudenaarde naar Gent gebracht in 1578.’
Friesch Naamboek. - Daar is een nieuw werk van Johan Winkler in 't licht gekomen. Het heet: Friesche Naamlijst (Onomasticon Frisicum) en wierd te Leeuwarden bij Meijer en Schaafsma uitgegeven. Het beslaat XVI-460 bladzijden in fijnen, keurigen druk en ieder bladzijde is in twee kolommen verdeeld of sponden, zooals Johan Winkler zegt.
Hoe dit boek opgesteld is? Een voorbeeld zal 't aanschouwbaar maken
M. Ade, Ado, Ada, Aedo, Aede.
V. Ada, Ade, Aad, Aed, Aedje, Aedjen, Aedken.
G. Adama, Adema, Ades, Adingha, Aedinga. - Adena, Aden, Oostfriesch. Adink, Ned. Adisson, Ading, Eng.
P. Adema-polder in Haskerland. Adinghem, dorp in Artesië, Frankrijk. Adeghem (Adinga-hem) dorp in Oost-Vlaanderen. Adinkerke (Adink-kerke, Adinga-kerke, in 959 Adingahem) dorp in West-Vlaanderen.
Gij hebt eerst den voornaam onder M en V: de oude Germanen droegen een bonten schat van namen, met al de schakeeringen en