Het Belfort. Jaargang 14
(1899)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 132]
| |
De Jaargetijden
| |
Meilied.De mei is geplant,
De vreugd is in 't land.
Komt, kinderen al,
In 't jeugdige dal;
Vlecht bloemen tot kransen,
Komt jub'len en dansen;
Komt bij in de rij.
De mei is geplant,
De vreugd is in 't land.
| |
[pagina 133]
| |
De merelen fluiten in 't groenende hout,
En de ekster heeft hoog ginds haar neste gebouwd,
De zwaluwen scheren al frazelend om,
En schapen en lammeren huplen in drom.
Het lentegetijGa naar voetnoot(1)
Gaat spoedig voorbij;
En vreugde verdwijnt,
Als onschuld verkwijnt.
| |
De zomer (koor).Zomer, met zijn laaie zonne,Ga naar voetnoot(2)
Zomer, met zijn winst en wonne,
Zomer, met zijn gouden graan,
Brengt ons Godes zegen aan.
| |
Oogstlied.Wie kent er niet
Het ruischend lied
Van 't golvend korenveld?
Wie kent er niet
Het ruischend lied
Dat Godes goedheid meldt?
Het graan, het graan, het voedzaam graan!
Wie gaf er was- en rijpdom aan?.....
- De landman knielt, en slaat het oogGa naar voetnoot(3)
Aanbiddend naar het hemelhoog.
| |
[pagina 134]
| |
Maaierslied.De maaier heeft zijn taak volbracht,Ga naar voetnoot(1)
De maaier zingt, de maaier lacht,
De maaier zingt,
De maaier springt.
Juchheisa! he!
Juchhee!
Bij vedelklank
En vreugdezang:
Juchheisa! he!
Juchhee!Ga naar voetnoot(2)
| |
De herfst (koor).De velden staan nu kort en kaal,Ga naar voetnoot(3)
De blaadren vallen geel en vaal.
Nu komt de vlugge jagersstoet,
Díe luid de horens schallen doet.
| |
Jagerslied.De jachttijd is daar.
De jagers zijn klaar. Trara!
Laat wouden en dalen
Het vroolijk herhalen! Trara!
Patrijzen die duiken,
Fazanten die stuiken! Trara!
En hazen die rollen,
En herten die bollen! Trara!
| |
[pagina 135]
| |
kleine frits.
Ach vader, mag ik medegaan,Ga naar voetnoot(1)
Met mijnen nieuwen boog?
Ach vader lief, is 't toegestaan,
Met mijnen nieuwen boog?
vader.
Laat zien dat gij iets raken kunt,
Dan wordt het u vergund.
kleine frits.
Dien appel daar,
Beziet hem maar!.....Ga naar voetnoot(2)
jagers.
Ja, Fritsken mag wel medegaan,
Met zijnen nieuwen boog,
Dat wordt hem zeker toegestaan,
Met zijnen nieuwen boog!
De jachttijd is daar,
De jagers zijn klaar. Trara!
Laat wouden en dalen
Het vroolijk herhalen! Trara!Ga naar voetnoot(3)
| |
De winter (koor).De Winter! De Winter!Ga naar voetnoot(4)
't Wordt kil, het wordt koud:
| |
[pagina 136]
| |
De sneeuwvlokken vliegen
Door 't bladerloos woud.
| |
Winterlied.En ziet ze nu rijden,Ga naar voetnoot(1)
En ziet ze nu glijden,
De joelende jeugd.
En ziet ze maar slieren,
En ziet ze maar zwieren,
In leutige vreugd.
En rijken die tiegen
In sleden, die vliegen
Langs glibrige baan;
Maar bij die genuchten
Zijn armen die zuchten;
Ach, denkt er ook aan!
| |
Kerstlied (koor).Kerstmis! Kerstmis!Ga naar voetnoot(2)
Kerstmis, heilge winternacht,
Die de zaalge tijding bracht.
Armen, hoort der englen stem:Ga naar voetnoot(3)
Herders, komt naar Bethlehem!
Gloria in excelsis Deo!
Rijken, met uw pracht en luister,
Komt, door 't nachtelijke duister,Ga naar voetnoot(4)
| |
[pagina 137]
| |
Hulde brengen, in den stal,
Aan den Schepper van 't heelal!
Gloria in excelsis Deo!
Lente, Zomer, Herfst en Winter,Ga naar voetnoot(1)
Aarde, sterren, zon en maan,
Hitte, koude, licht en donker
Brengen hunne aanbidding aan!
Gloria in excelsis Deo!Ga naar voetnoot(2)
Antwerpen.
A. Verheyen.
|
|