Van Sinte Brandane.
De ‘Reis van Sinte Brandane’ is een middelnederlandsche bewerking van een middeleeuwsche legende, die in Fransche rijmen werd medegedeeld, welke waarschijnlijk gevolgd zijn door den samensteller van het Nederlandsch gedicht.
Deze legende verhaalt hetgeen den abt van een klooster in 't Iersche Graafschap Galloway, met name Brandaen, in 't laatst der zesde eeuw is wedervaren.
Hem kwam eens een boek in handen, waarin de wonderen der schepping vermeld stonden - zoo zegt de legende - die den abt zoo ongelooflijk voorkwamen, dat hij in zijne verontwaardiging het boek in 't vuur wierp. Tot straf werd hem nu opgelegd een zeereis te ondernemen ten einde zelf te zien hetgeen hij zoo ongerijmd achtte.
Allerlei wonderlijke ontmoetingen heeft hij op zijn reis: hij treft een doodshoofd aan, dat hem vele lessen geeft, een vliegend hert, dat hem van een zeedraak bevrijdt, zelfs ziet hij de opening der hel en ook betreedt hij het paradijs.
De inhoud is in menig opzicht onduidelijk. Jonckbloet noemt dit gedicht een ‘Monniks Odyssee, die evenveel heidensche als christelijke bestanddeelen bevat, een mengelmoes van allerhande feiten’.
De heer F. Drijvers ziet er meer in, blijkens hetgeen hij zegt in zijn voorbericht bij de door hem bezorgde vertaling. - Averbode, C. Compiet, 1893. - ‘De zeevaart (zoo lezen we aldaar) verbeeldt des menschen omreis op de wereldzee, den tocht naar