tur XXIII, 1, worden de woorden bakboord en stuurboord uitgeleid; er is eene oude Sassensche boot bewaard te Kiel van 't jaar 400; te Christiania toont men een wikingschip van voor 't jaar 900; 't roer is aan den achtersteven niet vast, maar 't hangt aan een lederen riem al den rechteren kant van 't schip, de stuurman moest het met twee handen bewegen en stond dus vanzelf met zijnen rug naar den bakboord. naar den linkeren kant van 't schip gekeerd.
Vergelijkende Spraakkunst. - Het eerste dee! is verschenen van de nieuwe uitgaat van Brugmann's Grundriss der vergleichenden Grammatik der indogermanischen Sprachen. De leering over de klankleer, over de Indogermaansche grondtaal, over de vertakking der talen en den ablaut is gansch omgewerkt
Oudsassensch. - Dr. Wadstein zal in het Verein fur Niederdeutsche Sprachforschung eene nieuwe uitgaaf bezorgen van de kleine overblijfselen van de oudsassensche taal. 't Schijnt dat alle handschriften door Dr Gallér zelf niet afgeschreven wierden. Het tweede deel dezer uitgaaf zal de geschiedenis en de beschrijving der handschriften bevatten. In het derde deel zullen wij een oudsassensch woordenboek krijgen waarin ook de woorden van den Heliand en de Genesis zullen opgenomen worden.
Woordenschat. - Wij lezen in de Verslagen der K. VI. Academie 1898 bl. 103 de volgende mededeeling:
‘Dit is, in korte trekken, het plan dat de commissie aan de goedkeuring der Academie onderwerpt, en waarvoor zij verzoekt dat de noodige credieten zouden toegestaan worden. De verzameling zou kunnen begonnen worden met de uitgave der twee volgende werken:
1o het Vocabulaer van Noel de Berlaimont, voor het eerst verschenen in 1511; daarvan is echter geen exemplaar bekend; het werd opnieuw gedrukt in 1542, van welke uitgave het eenig bekende exemplaar in de bibliotheek van den hertog van Arenberg te Brussel berust.
2o het Vocabulario para aprender Franches Espannol y Flamincq zonder naam des schrijvers bij Vorsterman te Antwerpen in 1520 verschenen. Van dit werk, waarvan het bestaan slechts kort geleden aan het licht kwam, berust een eenig exemplaar in dezelfde particuliere bibliotheek.’
De Alaisiagen. - In Nov. 1883 vond men bij Housesteads in Engeland o.a. het volgend opschrift: Deo Marti Thingso et Duabus alaestagis Bede et Fimmilene et nummibus Augustorum Germani cives Tuthanti v.s.l.m De naam dier Germaansche Alaisiagen heeft reeds menigen taalkenner bekoord. R. Henning poogt eenen nieuwen uitleg te geven in het Z. fur Deutsches Altertum und Deutsche Litteratur XLII, 2. Hij leest a-laisia van 't versterkend voorvoegsel a en 't got. laisian onder wijzen, dus edocentes.
Dietsch. - Er is eene afzonderlijke uitgave verschenen, ten prijze van 5 Mark van te Winkel's Geschichte der Niederlandischen Sprache, bij Trübner ie Strassburg. Ze is getrokken uit de tweede uitgaaf van Paul's Grundriss.
De Taalgrens. - Het tweede deel is verschenen van Kurth's bekroond werk: La Frontière Linguistique. Het beschrijft de veranderingen welke de taalgrens in 't verleden onderging. Dit opstel is