1798 Boerenkrijg. 1898
Kantate
Muziek van Arth. Troffaes.
Uit te voeren bij de onthulling van het gedenkteeken te Overmeire, op Zondag 31 Juli 1898.
Verhaal.
't Is ramp en weedom in de Vlaamsche gouwen
Die zuchten onder 't Fransche schrikbeheer;
't Is overal één jammeren en rouwen:
De vrijheid weg! Geen rust, geen welvaart meer!
Het Vaderland gekneld in slavenbanden;
Het volk gehoond met trotschen overmoed,
De jonglingschap gesleurd naar vreemde stranden,
Om 't beulenrot te steunen met haar bloed,
De tempels toe, ontheiligd en bestolen,
De priesters naar Cayenne, naar 't schavot.
Of, 't volk ten dienst, in stal of schuur verscholen
Trots doodsgevaar, voor Vlaanderland, voor God!
Strijdkreet.
Op, te wapen! Op, te wapen!
Vlaamsche mannen! Vlaamsche knapen!
Hoog de vlag, voor God en Land!
Kloek gestreên voor Haard en Outer!
Grijpt geweer, en zeis en kouter,
Neemt al wat gij vindt ter hand
Hoort! de kreet gaat over 't land:
Weg de Fransche dwingeland,
Die met spot en helsche blijheid,
Hier den valschen boom der vrijheid
Op te wapen! Op te wapen!
Vlaamsche mannen, Vlaamsche knapen,
Op voor God en Vaderland!
Fransche spotgeest.
Welhoe, gij nietige Vlaamsche dwergen,
Gij durft het roekeloos bestaan
De groote republiek te tergen,
Die u in stof kan doen vergaan!
Welhoe, gij durft de vrijheid smaden,
U aangebracht met zwaard en lans
Maakt opstand, boeren, 'k zou 't u raden,
Men zal u leeren een nieuwen dans: