| |
| |
| |
Boekennieuws en Kronijk.
Gedichten van Z.H. Leo XIII (Leonis XIII, Pont. Max. Carmina) in het nederlandsch vertolkt door A.N. Mutsaers, ingeleid door Dr Schaepman. - Prijs: 2,90 guld.; in prachtband, 3,60 g.
Rekenschap geven over dit werk is eene genoeglijke en tevens gemakkelijke taak; genoeglijk, omdat men het volop loven mag; gemakkelijk, omdat men, met enkele grepen uit Dr Schaepman's Inlerding, den aard en de weerde van het oorspronkelijke zoowel als van de vertolking kan schatten.
‘De poezie van Leo XIII is zeker natuurlijke aanleg, Godsgave. Maar zij is ook vrucht en fraaie vrucht van kostelijke fraaie beschaving en meer.’
‘De taal dezer poezie is over het geheel genomen de hooge Latijnsche taal. Voor dezen dichter is de poezie geen levenstaak, zij is een uitspanning, maar de uitspanning van een ernstig man, die geen ontspanning zonder inspanning kent. Wat gemakkelijke rijmen in de moedertaal dooreen te slingeren en saam te vlechten, door de gemakkelijkheid misschien verleid te worden tot een barbaarschen maatslag is niet de zaak van dezen. Wat hij te zeggen heeft moet het zeggen waard wezen en het moet goed worden gezegd.’
‘Hier (in den “Brief van Ofellus”) is wel de man, die, wat hij ook van de ellende van dit leven wete, dat leven toch in zijn schoonste, edelste, reinste, heiligste vormen heeft geleefd.
Naast den souveremen ernst van zijne laatste verzuchtingen en gebeden is deze dichterlijke brief als de glimlach spelende over het gelaat van den grijsaard, die zich één oogwenk lang van de gedachte der eeuwigheid verpoost en terug ziet op Gods aarde, die ook goede dingen brengt.’
‘De beteekenis van Leo XII I straalt in zijn poezie door, zij ligt niet daarin.. Met al haar zeldzame gaven, haar reinen adel, haar edelen eenvoud, haar vrome kracht en haar statige vlucht is zijn poezie een sieraad voor zijn persoonlijkheid en voor hem zelf een spel.’
Die enkele trekken, meenen wij, zullen genoegen én om den aard der Latijnsche Carmina van Leo XIII te doen vatten en waardeeren; én om den lezer naar het volle beeld te doen verlangen, dat Dr Schaepman's meesterlijke pen van Leo XIII, als dichter, geteekend heeft in de Inlerding tot E.H. Mutsaers' vertolking.
De Eerweerde vertolker bekent zelf dat hij ‘ver, al te ver beneden het oorspronkelijke gebleven is’; doch, ‘om de moeilijkheid der opgenomen
| |
| |
aak durf ik’ - voegt hij er bij, - ‘op eenige verschooning hopen bij het etterlievend Nederland.’ Wie de vertolking, hem nevens den Latijnschen tekst aangeboden, lezen zal, blijft zeker en vast een bewonderaar van E.H. Mutsaers' bedrevenheid en van zijn kieschkeurig kunstenaarsgeweten; zoo dat hij min verwonderen zal over des vertolkeis nederige bekentenis.
Met Dr Schaepman, durven wij ‘de verwachting uit te spreken dat de letterlievenden in Nederland, de vereerders van Paus Leo XIII uit welke geesteswereld ook, de vertaling dezer gedichten hun door den Heer Mutsaers geboden dankbaar zullen aanvaarden. Dankbaar voor de kunst, de zorg en de liefde aan deze vertolking besteed. Dankbaar ook voor de gelegenheid hun geboden om in de eigen taal te genieten wat somtijds de hooge taal van Latium verborgenheid voor hen zou doen zijn.’
Sint-Niklaas, 19-2-98.
E.D.L.
Vak- en kunstwoorden: Ambacht van den metselaar, door A. Van Houcke en J. Sleypen, bekroond en uitgegeven door de Koninklijke Vlaamsche Academie, Gent, A. Siffei. Prijs fr. 5,00.
Het doel, door de Vlaamsche Academie betracht in het uitschrijven van prijskampen over Vak- en kunstwoorden, is het bekampen van het voortdurend indringen der uitheemsche vakwoorden en het handhaven der nog gebruikelijke inlandsche benamingen Het is schier niet te gelooven hoezeer de Vlaamsche vakwoorden, in onze werkhuizen, door Fransche bastaardwoorden verdrongen worden Onze deugdelijke oude vakwoorden bewaren is dus een ware dienst bewijzen aan de wetenschap en aan de taal zelf.
De Academie heeft reeds laten verschijnen boven het onderhavige werk: Steenbakkerij door Th. Coopman fr. 1,25 en Ambacht van den Smid door Jozef Vuylsteke fr 2,50 en bereidt nu de uitgave van Het ambacht van den Timmerman door J. en V. Van Keirsbilck.
Betiekkelijk Ambacht van den Metselaar, ook opgeluisterd en verdurdelijkt met honderden figuren, schreef de heer Th. Coopman in zijn verslag van de Vlaamsche Academie
‘Hier werd, naar mijne meening, niet begonnen met het opzoeken van woorden, wel met het maken van de teekeningen of schetsen van een huis, eene brug, een toien, enz. enz Volgens deze werden bestekken voor het metselweik opgemaakt of talrijke bestaande bestekken geraadpleegd en daaiuit de woorden genomen. Elk woord werd daarna toegelicht; ook de uitlegging door een voorbeeld opgehelderd waar het nuttig bleek
Het spreekt vanzelfs dat zulke wijze van werken veel kennis vergt en veel tijd. Tevens is het licht te begrijpen, waarom de schrijver, in zijn Woord vooraf zegt, dat het lastig valt met juistheid te bepalen, waar het metselaarsvak begint, en meer nog, waar het eindigt. Immers, hij geeft ons niet alleen wat de metselaar, practisch kent; doch wat deze, theoretisch, zou moeten kennen. Hij behandelt het ambacht en alles wat daarmede in verband staat, zooals een bouwkundige het begrijpt
Hij schenkt den werkman, opdat deze zich in het vak bekwame, een voortreffelijk handboek, en biedt tevens den Vlaamschen bouwmeester en ingenieur, die in het Fransch zijn opgeleid en de Nedeilaandsche vaktaal niet of niet genoeg machtig zijn, een uitstekend Nederlandsch leerboek’
Wij moeten er ook bijvoegen, dat de schrijvers liet prijzenswaardig gedacht gehad hebben achter in het boek een alphabetisch Fransch
| |
| |
register te drukken met aanwijzing naar de bladzijden, op welke het woord in het Vlaamsch voorkomt.
Wij zijn overtuigd dat de woordenlijst met vrucht zal geraadpleegd worden, niet alleen door werklieden en bazen, bouwmeesters en ondernemers, maar ook in de beroep- en hoogescholen door leeraars en leerlingen, en ook door de openbare besturen bij het opmaken der lastenkohieren.
Wij juichen de verschijning van een zoo nuttig als degelijk werk volmondig toe, wenschen de schrijvers geluk met hunnen goed geslaagden arbeid en zeggen dank aan de Koninklijke Vlaamsche Academie, die, door het uitschrijven van dergelijke prijskampen, machtig veel bijdraagt om onzen woordenschat te vermeerderen.
Ook de heer Alf. Siffer, die het werk drukte, verdient onvoorwaardelijk geprezen voor de goede zorgen welke hij besteed heeft aan dat lijvig boek, dat 490 bladzijden behelst
Liederen en Gezangen voor groote en kleine kinderen, door Emanuel Hiel, werkend lid der Koninklijke Vlaamsche Academie. - Gent. drukkerij A. Siffer Prijs 3 fr
Ziehier hoe ‘het Vlaamsche Volk’ dezen nieuwen bundel begroet.
Wie Vlaming is kent dichter Hiel. Zijn gansch leven slingert zich door den edelen strijd van ons volk en is, sedert ongeveer eene halve eeuw, innig verbonden aan elke uiting van woede en wilskracht die hetzelve beroerde in dien kamp voor recht en ontvoogding. Velen kennen hem door de caricaturisten, die er steeds op uit waren om zijnen echt typischen persoon na te lijnen; maar die hem nooit vergeten zullen zijn wel de Franskiljons die het onpas genoegen hadden in zijnen weg te loopen Nu ter zake.
Het is onze vruchtbaarste schrijver, die breedgeschouderde grijsaard met lange haren en langen baard, schijnt sterk gelijk staal, onvermoeid wrocht hij parels aan Vlaanderens kunstkroon. Steeds bezield, steeds frisch blijft hij door zijne mannelijke liefde voor al wat Vlaamsch is. En al wat Vlaamsch is, is gezond en krachtig.
Ons doel is hier niet over den meester breedvoerig uit te wijden, noch minder zijne werken te beoordeelen, hetgeen ons overigeus niet gemakkelijk zoude zijn Wie Hiel, den dichter, de ziel, wil leeren kennen, leze zijne gewrochten. Nochtans is het ons aangenaam in eenige woorden te mogen uitjubelen hoe welkom zijn laatste bundel den liefhebbers van schoone poezie is.
Zijn laatste bundel, honderd vier en twintig der fijnste kinderliederen, die men vinden kan, is wel het liefste geschenk ons door den meester geschonken. Het is geene lichte taak den juisten toon aan te slaan, het juiste gevoelen in juiste woorden toe te passen, die gemakkelijk in de naieve, eenvoudige kinderziel weerklank kunnen vinden.
Hiel deed zulks met keurigheid, met zekeren zwier; alles is aantrekkelijk: vader, moeder, Vlaanderland, hemel, bloemen, licht, enz..., dienen hem om zoovele goede gevoelens te verwekken.
Lieve natuurschetsen lachen ons bij afwisseling toe tusschen meer ernstige gedachten, en zoo vond Hiel door kleur en klank, door zijn ongezocht gezang, beurtelings, stille, vol zoete weemoed, vroolijke en opwekkende galmen, geschikt om het kinderharte te doen trillen, te verwarmen.
Hiel is kunstenaar.
Het Fondsenblad van zijnen kant, schrijft:
Dit prachtig gedrukt boekdeel beslaat 204 bladz in 8o en bevat niet minder dan 124 stukken, waaavan ruim honderd echte liederen, doormengd met eenige gezangen van grooteren omvang.
| |
| |
Het eerste boek der Liederen en Gezangen, alsook de andere bundels van denzelfden dichter zijn bij den uitgever Siffer verkrijgbaar.
Wat dit tweede boek betreft, wij hebben het reeds met klimmende belangstelling doorbladerd en daarin menig pareltje gevonden, dat volkomen beantwoordt aan al de vereischten van het volkslied.
De poezie van Emanuel Hiel is bij uitstek vloeiend en zangerig, al ontmoeten wij, hier en daar eene moedwillige zonde tegen den klemtoon De dichter bezingt bij voorkeur de natuur, den familiegeest, de gevoelens van vader, moeder- en kinderliefde. Onder dat opzicht zijn zijne liederen echt schilderachtig, gemoedelijk en soms kindeilijk van toon, met hier en daar een zweem van weekelijkheid.
Van tijd tot tijd echter weet hij de vaderlandsche snaar te doen trillen en dan wordt hij weer den zanger van ‘Waar Maas en Schelde vloeien’ en van menig ander vaderlandsch lied, waarop Peter Benoit den stempel van zijn toonkundig genie heeft gedrukt
De algemeene toon van dit boek echter - gedicht, voor groote. en kleine kinderen - is hetgeen de Franschen bonhomie noemen, de hoofdhoedanigheid namelijk welke zij toekennen aan hunnen grooten fabeldichter Lafontaine, die ook dichtte voor groote en kleine kinderen
Kortom, het boek van Emanuel Hiel levert, voor onze Vlaamsche toondichters, eenen voorraad van Vlaamsche teksten op, zooals zij er nergens elders eenen kunnen aantreffen Aan 't werk dus en dat Hiels liederen weldra zoowel in de straten der stad als door bosschen, weiden en velden mogen weerklinken.
A.V B
Duik- ofte Plukalmanak voor het jaar O.-H. 1898.
Men zendt ons geknipt uit eene gazet.
Voor den twaalfsten keer komt meester Guido Gezelle's verdienstelijke almanak te verschijnen, altijd even leerrijk, altijd even kostelijk in verdiensten. Gezelles Duikalmanak die ongelukkiglijk te weinig gekend is buiten West-Vlaanderen, is geen bloote dagwijzer, zooals er heden ten dage ten overvloede gedrukt en verkocht worden. De Duikalmanak weet integendeel de leerzuchtigheid van zijne vlaamsche plukkers ten elken dage aan te prikkelen en op aangename wijze te verrassen. Plukt een blaadjen af en Duikalmanak zal ulieden van allerhande wetensweerdigheid konde doen. Hij zal ulieden spreken:
in wijze spreuken en lustige zegzels die tintelen van volkswijsheid;
over gebruiken ende geplogentheden die van ouds en eeuws in voege zijn onder 't volk;
over de heiligen aan wie de dag toegewijd is;
over de vlaamsche namen van maanden, weken en dagen;
over de beschermheiligen der verschillige ambachten,
over bastaards- en schuimwoorden die door hunne dietsche of oud dietsche weersplete vervangen worden,
over de afleidkunde en het bereidsel van eigen- ofte geslachtsnamen.
Deze en andere wetensweerdigheden worden den lezer met kunst en smaak voorgedragen Telkenmale vindt gij er iets nieuws.
Ten jare 1895 schreef de gekende E.H. Lemire, volksverbeelder in Frankrijk en die vloeiend Vlaamsch spreekt en schrijft, naar meester Gezelle:
‘Het gezond verstand en de kristelijke gezindheid gaan ten kwiste in onze dorpen; daarom ben ik ook te wege van eenen almanak uit te geven voor de fransche Vlamingen die ik te Parijs vertegenwoordig
Zendt mij als 't u belieft de vlaamsche spreuken die ik daartoe
| |
| |
noodig hebbe; liefst van al de spieuken daar 't oud gezond verstand van de vlamingen in erkerbaar is, en ik zal u zeer dankbaar zijn. In aller haast.
Zullen de vlamingen hen laten achtersteken door de Franschmans? In alle huisgezinnen zou men moeten eenen Plukalmanak van Gezelle hangen hebben. Men kan hem ook in een boeksken krijgen om alzoo de blaadjes ongeplukt te laten en te bewaren.
De Duikalmanak is te verkrijgen tegen 1 fr. bij Siffer, uitgever te Gent en in al de vlaamsche boekhandels.
Om alle jaren de aanvrage niet te moeten vernieuwen zal men best tot wederroepens inschrijven.
Cours élémentaire d'apologétique Chrétienne, door Mgr. M.H. Rutten, huisprelaat van Zijne Heiligheid, Vic. gen. van Mgr. den Bisschop van Luik (Brussel, Belgische Boekhandelmaatschappij Prijs 3 fr.
De voornaamste eigenschappen van dit werk zijn. de klaarheid, de beknoptheid, en de juistheid
Het doel was niet, te behagen, maar wel te onderwijzen Mgr de Bisschop van Luik schreef onder meer loftuigingen het volgende. de methodische ontwikkeling van elke thesis, de klaarheid en de eenvoudigheid der uitlegging stellen de verhevenste waarheden van onzen Godsdienst in het bereik der jonge verstanden en maken van dat werk een handboek dat terecht zal geacht worden door meester en leerling
De drie Wetstalen in Zwitzerland, door advokaat Em. Vliebergh Belgische Boekhindelmaatschappij, Brussel. Prijs: fr. 0,60.
Bij de laatste bespreking der Vlaamsche wet in de Kamers, werd het voorbeeld van Zwitzerland weleens vooruitgezet, doch men kende bitter weinig over den taalstrijd in dit land, en slechts oppervlakkige beschouwingen werden vooruitgezet.
Het werk van den heer Vliebergh, die den toetand ter plaatse bestudeerd heeft, werpt een helder licht over het gebruik der Zwitsertsche bestuurlijke talen, en stoot al de moeilijkheden omver welke men den Vlaamschen taalstrijd ten laste legt
Na een kort overzicht der staatkundige inrichting van den Zwitserschen Bond gegeven te hebben, maakt de schrijver eene belangrijke studie over de toepassing in Zwitserland der drie landstalen: het Duitsch, het Fransch en het Italiaansch.
Onze Volksvertegenwoordigers, Senatoren, en alle Vlamingen in het algemeen zullen die studie met vrucht doorgronden. De gelijkheid op taalgebied zal in Belgenland niet enkel bijdragen tot de nationale eenheid en samenwerking, maar ook eene krachtige steunpilaar zijn voor de vreedzame ontwikkeling onzer zelfstandige natie.
Martelaars en Brigands. - Het krachtigste propagandamiddel is de zang. Dit heeft de redactie der Zangschool. tijdschrift ter bevordering van de cijfermethode begrepen, en zij gebruikt het thans tot verheerlijking onzer Boeren van 1798
Zij geeft een volkslied uit in cijfermuziek: Martelaars en Brigands, waarvan de dichter Lod Mercelis de woorden en de heer Oscar De Puydt de melodie bezorgde.
Naast dit medesleepende lied prijkt een meesterlijk tafereel; Gebed vóór den slag, geteekend door den Eerw. Frater Milo, der abdij van Tongerlco
Langs den achterkant leest men een woord over de beteekenis van den Boerenkrijg
| |
| |
Waarlijk de Zangschool is in hare edele poging gelukt. De Vlaamsche jeugd en het Vlaamsche volk zullen thans ook deel nemen in de verheerlijking van den Boerenkrijg. Overal waar men kan zingen, en hoe gemakkelijk is dit niet met de cijfers, zal de lof onzer Boeren door het lied veikondigd worden.
Eene groote verspreiding van het schoone bijvoegsel der Zangschool is dus noodig. De uiterst geringe prijs zal daartoe bijdragen.
Het is gedrukt op schoon papier en is te koop bij den drukker Paul Rijckmans, te Mechelen tegen 1 fr. de honderd ten voordeele der Mechelsche Afdeeling van het Davids-Fonds, welke een gedenkteeken gaat oprichten ter plaatse waar, over honderd jaar, een en veertig Boeren door het Fransch geboefte vermoord werden.
Een Standbeeld van Jan-Frans Willems. - Dit boekje dat tegen 10 centiemen verkocht wordt ten voordeele van het Standbeeld van Willems, is meesterlijk geschreven en geeft kort en bondig doch klaar en duidelijk het leven en het streven weer van den vader der Vlaamsche Beweging
Verspreiden wij het schriftje, wij zullen het goede zaad zaaien en penningen maaien voor het beeld, dat niet alleen Willems maar ook onzen strijd zal verheerlijken.
Vie de Léon XIII, son siècle, son pontificat, son influence, composée d'après des documents authentiques par Mgr. Bernard O'Reilly. Bruxelles, Societé belge de Librairie. Un beau volume in 4o de XXII 794 pages, illustié de plus de 300 gravures. Prix broché 10 fr. Relié 15 fr.
Le même ouvrage in-8o. Prix broché fr. 3.50. Relié fr. 6.
Tien jaren geleden vierde de katholieke wereld, met de grootste geestdrift, het gouden priesterjubilé van Leo XIII; thans is het het jubilé van zestig jaren priesterschap van den H. Vader dat staat gevierd te worden.
Voor al degenen die het Vatikaan nog niet kennen, alwaar de groote kunstenaars Raphael en Michael Angelo de meesterstukken der kristene kunst hebben vermenigvuldigd, zal het niet zonder belang zijn er eens met de bedevaarders binnen te gaan.
Het Leven van Leo XIII is gericht tot alle volkeren: de edele figuur van den roemvollen Paus is erin bestudeerd langs al hare zijden en de ongeloovigen zelven zullen ze moeten bewonderen, Leo XIII is, inderdaad, een van die uitmuntende mannen, welke den pauselijken troon vereerd hebben door den overwegenden invloed hunner deugd, de vastheid van karakter, de macht der wetenschap en de behendigheid in de leiding der zaken.
Dit prachtig boekdeel zal dus welkom zijn op het oogenblik dat aller blikken zich wenden naar Rome, naar den grooten heerschenden Paus.
Koninkl. Vl. Academie. - Zitting, 16 Februari: Bespreking over de begrooting van 1898; brief van Dr Stallaert aandringende op het voortzettten van het weik zijns vaders ‘Glossarium van verouderde rechtstermen’, verslag door den heer Coopman over de afleveringen van het ‘Woordenboek der Nederlandsche taal’ in 1897 verschenen De eerste afl. van het ‘Biographisch woordenboek’ is persklaar, in de volgende zitting zal er over beslist worden.
Ten slotte leest de heer Broeckaert eene belangrijke studie over de marktzangers op het einde der XVIIIe en het begin der XIXe eeuw. De
| |
| |
vermaarde Jozef Sadones, van Geeraardsbergen, en de goed gekende Jan-Baptist Coesemans, van Antwerpen, worden er in behandeld. Deze merkwaardige voordracht zal verschijnen in de ‘Verslagen.’
Davids-Fonds - Zondag 30 Januari hield de Brusselsche afdeeling hare jaarlijksche algemeene vergadering, voorgezeten door Mgr. Jacobs. De eerw. heer Peeters, secretaris, droeg het verslag voor dat bewijs gaf van den steeds groeien len bloei der maatschappij. Zij gaat thans Vlaamsche leergangen inrichten en zet eene opvoering op touw der werken van Tinel, zij ijvert ook voor het vieren van den Boerenkrijg in hare omschrijving.
Waregem hield den 13 Februari een muziekfeest en had het voorrecht den eerw. heer Hugo Verriest als spieker te zien optreden. - Vilvoorde voerde denzelfden dag voor zijne leden op . ‘De Goochelaars’, drama, en ‘Soort bij soort’, blijspel - De afdeeling Aalst is heringericht
Het jaarboek voor 1898 van het Davids-Fonds deelt ons mede, dat er 93 afdeelingen met een totaal van 6093 leden van deel maken.
De talrijkste afdeeling is die van Gent, niet 550 leden; daarna komt Borgerhout bij Antwerpen, met 330 leden, St-Nicolaas, met 300 leden; Antwerpen, 280; Brugge, 255; Zele, 214; Brussel, 210 en Mechelen. 200.
De kleinste afdeeling is St-Roch, in de provincie Luik, met 6 leden.
De ontvangsten bedragen 22493,25 fr. en, met bijvoeging van verkoop van boeken en muziek, kroos en overschot van 1895 en 1896, de totale som van 25522,94 fr De uitgaven beliepen 19057,30 fr, zoodat er een batig slot van 6465 fr overblijft, waarvan 4000 fr. besteed worden om verdeeld te worden onder de afdeelingen die feesten inrichten of boekerijen open houden
Het Davids-Fonds heeft tot nu toe 106 boeken en 30 muziekstukken uitgegeven
Handelend over de gedenkfeesten van den Boerenkrijg deelt het jaarboek de namen der gemeenten mee, waar tijdens den Boerenkrijg gevochten werd of die er bijzonder door geleden hebben
Aalst, Aarschot, St-Amands, Bazel, Sint-Bernards, Beauverhain, Bettekom, Beveren (Waas), Blaasveld, Boom, Bornhem, Burcht, Diest, Duffel, Edingen, Geel, Haasdonk, Hal, Hasselt, Helissen, Herentals, Hingene, Izegem, Kapellen (Hageland), Kapellen ten Bosch, Kemseke, Kruibeke, Leuven, Leuze, Lier, Lippeloo, Londerzeel, Mechelen, Meerhout, Melsele, Merchtem, Mol, Neer-Ysche, Nevele, St-Nicolaas, Overmere, Oudenaarde, St Pauwels, Rupelmonde, Scherpenheuvel. Sichem, Stavelot, Tongerloo, Waanrode, Waarschoot, Willebroek, Wilsele. Zele, Zeveneeken, Zwijndrecht.
Coremans' en de Vriendt's Wetsvoorstel. - In bladen van verschillige richting wordt de vraag gesteld:
‘Zal het Vlaamsche volk het recht bekomen, dat door liet wetsvoorstel der heeren Coremans en de Vriendt bepaald is?’
Aanleiding tot die vraag gaf de beslissing van de Kamer der Volksvertegenwoordigers, die in den loop van Februari, op vooistel van den heer Paul de Smet de Naeyer, hoofd des kabinets, de bespreking er van verdaagde tot na de handelingen over de begrootingen.
Het Ministerie heeft beloofd dat de stemming nog in dezen zittijd zou plaats hebben Er kan dus geen quaestie zijn van onbepaald verdagen
Op eene der algemeene vergaderingen van het Willems-Comiteit werd door den ondergeteekende, naar aanleiding eener er mede in verband gebrachte motie, de verklaring afgelegd dat het wetsvoorstel vóór de kiezingen zou besproken, en met eene groote meerderheid door Kamer en Senaat zou gestemd worden.
| |
| |
Die verklaring was gegrond op de mededeeling, hem meermaals, in den loop van verleden jaar, gedaan door ernstige, de meest invloedhebbende onzer staatsmannen, die tevens de verzekering gaven dat Vlaamsche Senators, welke eerstmaal eene vijandelijke stemming hadden uitgebracht, verheugd zouden zijn eene gelegenheid te vinden om niet langer als vijanden te staan tegenover hunne lastgevers.
Het verdagen, in Februari, komt ons niet alleen uiterst onrechtvaardig, maar bovendien ten hoogste onbehendig, onstaatkundig voor.
Of er onwil bij is?
Wij denken het niet.
In bestuurlijk opzicht is het behandelen der begiootingen voor het jaar, waar nu reeds twee volle maanden van verloopen zijn, niet enkel noodig, maar dringend, en wij houden ons verzekerd dat, toen de achtbare Minister van het Geldwezen er in de Kamer op a indrong om de voorkeur aan de begrootingen te geven, hij ongelijk meer het oog had op den geregelden, coriecten gang des bestuuis, dan dat hij er een oogenblik zou aan gedacht hebben het Vlaamsche volk om den tuin te leiden
De heer P. de Smet de Naeyer weet genoeg, dat de Vlamingen zich niet langer meer laten bedotten en met beloften, al zouden 't ook ministersbeloften zijn, nog gaan wandelen. Hij is overtuigd dat een langer uitstel voor het gelijkstellen van Waal en Vlaming, wat de afkondiging der wetten betreft, dezen laatste niet tot zwijgen zou brengen, maar integendeel de oorzaak worden eener kiesbeweging, van Hasselt tot Oostende, in welke de behoudsgezinde partij, naar de meeste waarschijnlijkheid, heel iets anders zou opdoen dan lauweren.
De verbittering in het Vlaamsche kamp is groot!
Onze Staatsmannen zullen deze taal mogelijk wat al te kras oordeelen (we spreken van ervaringd), maar zij is de eenige, welke in de gegeven omstandigheden op de tong kan komen van allen rechtschapen, rondborstigen Vlaming.
Wij vragen geene gunst, geen privileges, niets wat onredelijk is of het allerminste bezwaar voor den Waal zou kunnen ten gevolge hebben.
Wij vorderen ons recht, ons natuurlijk recht, zonder phrasen, kortaf, geheel ons recht! Het recht waar iedere vrije, beschaafde natie aanspraak op maakt, en dat alleenlijk geloochend wordt door den despoot.
Dat de sans-patrie en hun aanhang ons dit weigeren, laat zich gemakkelijk verstaan hun ideaal immers is la grande nation, de moederschoot der Revolutie! Maar dat katholieken onze vraag zouden verwerpen onder ik weet niet welke armzalige voorwendsels, die, overigens, triomfantelijk wederlegd en te niet gedaan zijn, dat zouden ze eerst kunnen.na gezegd te hebben dat zij geen katholieken meer zijn: ‘Katholiek’ en ‘onrecht’ vloeken tegen elkander.
P.S. - Den 27 Februari, ten huize van den heer Senator V. werd mij de ‘waarschijnlijke’ reden, althans ééne der redenen, des uitstels medegedeeld. Moest de wet vóór de kiezingen gestemd worden. dan zouden verscheidene Waalsche Leden der Wetgeving in 't geheel niet zeker zijn van hunne herkiezing. Bij deze wordt herhaaldelijk aangedrongen om de stemming te doen verdagen.
Daar de heer V. een Vlaamschgezind invloedrijk lid der Hooge Kamer is, hebben wij geene reden om zijn woord te betwijfelen. Hij zelf verklaarde ons, niets liever te hebben dan onmiddellijk tot de stemming te kunnen overgaan.
De Regeering kieze tusschen het onrechtvaardig verzet der Walen en het onloochenbaar recht der Vlamingen! Is zij dan zóó zeker van de onverschilligheid der onzen, dat zij zou meenen, zonder gevaar, de Meerderheid te kunnen slachtofferen aan de Minderheid?
| |
| |
Onzen vrienden in Kamer en Senaat willen wij eenen raad geven.
Dát zij hunne opmerkingen bij de begrootingen zooveel mogelijk bep erken en zooveel tijd mogelijk trachten te winnen, enkele quaestiën van louter plaatselijk, stoffelijk belang ditmaal achterwege latende. Recht en gel ijkheid voor de helft der natie niet stellen achter eene quaestie van buuit weg, spoortrein, subsidie enz. enz Zoo zal men niet kunnen bewegen dat er na de behandeling der begrootingen, geen tijd te vinden is om die vraag der Vlamingen te bespreken
Fr. D.P.
Prijskampen. - De stad Gent schrijft eenen wedstrijd uit voor een hoog blijspel (500 fr.) en voor een kluchtspel (300 fr.). De stukken zullen moeten aan de stad gezonden worden vóór einde jaar - De ‘Vereeniging der Oudleerlingen van de afdeeling der Textielnijverheden ter Nijverheidschool van Gent’ opent, onder de bescherming van den Minister van Arbeid en Nijverheid, een wederlandschen kampstrjd voor het opmaken van een Fransch-Vlaamsch-Engelsch-Duitsch Woordenboek van de technische uitdrukkingen betrekkelijk de weverij en de spinnerij.
1e prijs, diploma, gouden eerepenning en 300 fr.; 2e prijs, diploma, zilveren eeiepenning en 150 fr.; 3e prijs, diploma en bronzen eerepenning; 4e prijs, diploma van eervolle melding.
Voor nadere inlichtingen wende men zich tot den heer Van Tittelboom, Leikaai, 92, Gent, aan wien ook de medekampende handschriften vóór 15 November 1898 zouden moeten ingezonden worden.
Willems' Standbeeld. - Gent en Antwerpen betwistten elkaar de eer gezegde standbeeld in hunne muren te zien oprijzen. Alle moeilijkheden zijn uit den weg geruimd en de voorkeur wordt aan Gent gegeven.
Het Belfort ontvangt de jonsten en alle Vlamingen zullen hun steentje willen bijbrengen. Alle sommen, hoe gering ook, worden met dankbaarheid aanvaard.
De eerw. heer A. Ballings, bestuurder der Normaalschool van St.-Roch (Hamoir), zendt 5 frank.
† Aloïs Nelis, studieprefekt van 't Atheneum te Leuven. In deze betrekking te Brugge en te Leuven heeft hij vele diensten bewezen aan de Vlaamsche zaak; hij was een overtuigde Vlaming en katholiek, insgelijks goed te huis in de letterkunde welke hij met bijval beoefende.
† Ollé Laprune, Conferentiemeester aan de Hoogere Normaalschool te Parijs, waar hij de wijsbegeerte doceerde Hij heeft veel geschreven over zijn vak, onder andere ‘Philosophie de Malebranche’ en ‘La morale d'Aristote’. Katholiek uit één stuk, geleerd en meester in de kunst van schrijven, werd hij bij geloofsgenooten en andeisdenkenden hooggeschat en gewaardeeid.
† Pater Victor Becker, S.J., medewerker aan Studien, Dietsche Warande en Katholiek. Hij schreet ook eene physiologische studie getiteld ‘De mensch’ en gaf vele bescheiden uit over Thomas à Kempis.
† J. Péan, vermaarde Parijzische heelkundige, schrijver onder andere van Leçons de clinique chirurgicale en Éléments de pathologie chirurgicale. - M.F. Tennyson, broeder van Lord Alfred Tennyson, den grooten Engelschen dichter. Zonder zijn broeder te evenaren was hij ook dichter van gezag en liet verschillende bundels van belang het licht zien.
|
|