Het Belfort. Jaargang 13(1898)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] De strijd onzer vaderen is onze strijd I. Ons vaadren streden voor hun recht, zij streden voor hun land, zij streden voor het vrij bezit van 't blonde Noordzeestrand. Dat tuigt de glorierijke wraak der Brugsche burgerhelden; dat tuigt der Vlamen leeuwenmoed ontblaakt in Kortnjks velden. Wij ook, wij strijden voor ons recht, wij strijden voor ons land, daarvoor heeft elke Vlaamsche zoon zijn eere en bloed verpand Wij ook, wij willen van geen wijk zoo min als de ouden weken, wij willen vrij van vreemden dwang in handlen zijn en spreken. II. Ons vaadren streden voor hun God, verleden, kroost en haard, en togen koen en onbeschroomd ter heilige Kruisenvaart. Der Turken trotsche Halve-maan moest voor ons strijders wijken en wapprend mocht de leeuwbanier, op Sions wallen prijken. Wij ook, wij strijden voor dien God, wij staan voor Hem te weer, en gorden moedig in 't gevaar de wapens voor den Heer. Wij blijven onzen God getrouw tot 't einde van ons leven, en als het moet ons have en bloed dat zullen wij Hem geven. III. Ons vaadren streden voor hun taal, voor d'ongeleenden tolk, [pagina 65] [p. 65] dien God hun in zijn goedheid gaf als 't kenmerk van hun volk. Zij streden voor die Vlaamsche taal, den spiegel van hun zeden, voor heur, die, naast hun vrij bestaan, door hen werd aangebeden. Wij ook, wij strijden voor dien tolk, wij strijden voor die taal; ze is lang genoeg vertrapt, bespot, door Zuiderling en Waal. Wij dulden niet dat langer nog ze ons moedertaal verfoeien, wij willen heur in lied en beê als vroeger weer doen vloeien. IV. Ons vaadren streden lang en fel voor eigen aard en zeên; zij wilden niet van ijdelen praal en wufte grilligheên: Zij hebben nooit hun Vlaamschen aard verzaakt ofwel vergeten, of 't geen hun van hun vaadren kwam voor vreemden pronk versmeten. Wij ook, wij strijden voor ons zeên en d'ouden Vlaamschen aard die trouw een echte Vlaamsche zoon in hert en ziel bewaart. Wij willen niet wat Frankrijk teelt aan ongebondenheden, maar wel dat d'oude zin herleev; en leevt'lijk in 't verleden. Dan op, o broederen, schaamt u niet! Vooruit! voor land en taal! Vooruit' voor God en eigen zeên! let op geen hinderpaal Vooruit met onbeweken moed. Vooruit! en God zal geven dat 's hemels zegen nederdaal op al ons loflijk stieven. Frederik de Beule, Student. Buggenhout. Vorige Volgende