Engelsch schip, eenigen tijd te Tristan d'Acunha geankerd, hadden die lichtprinte voor Koning Pieter gemaakt.
Haarlem.
Johan Winkler.
Het Nieuws van den Dag, een Amsterdamsch Nieuwsblad, nummer van 23 April 1897, deelt nog het volgende mede:
‘Van wege de Britsche Regeering is weder een blauwboek uitgegeven, dat gewijd is aan Tristan da Cunha en de bevolking van dit merkwaardige eiland, waar onze voormalige landgenoot, Pieter Groen, of, zooals hij daar heet, Peter Green, de ongekroonde Koning is.
Gewoonlijk wordt dit eiland eenmaal 's jaars door een Britsch oorlogschip bezocht, waardoor dan eenige berichten worden verkregen omtrent de welvaart der bevolking, die thans 60 personen telt. Maar daar het niet gemakkelijk is een schip te vinden en het dikwijls moeilijk is het eiland te naderen, werd een paar jaren geleden, ook om de groote kosten te vermijden, voorgesteld het vervoer der brievenmalen op te dragen aan een der walvischvaarders. Ook scheen het de meening van het Britsche Ministerie van Koloniën, dat eenmaal in de vier jaren slechts een bezoek noodig was. Maar na eenige onderhandelingen bleef de tegenwoordige regeling toch gehandhaafd.
Verleden jaar zond de Koningin haar portret aan Peter Green, die daar zeer dankbaar voor was. Hij wordt beschreven als zeer oud en doof en met weinig of geen gezag meer. De 16 gezinnen op het eiland zijn op een communistischen grondslag georganiseerd en alles wordt gelijk gedeeld. Van de oorlogsschepen ontvangen ze bij voorkeur niets wat ze niet in voldoende hoeveelheid kunnen krijgen om de moeite der verdeeling waard te zijn.
In een der rapporten wordt gezegd, dat de physieke en moreele toestand der bevolking veel te wenschen overliet en dat het ras, bij gebrek aan nieuw bloed, snel achteruitging. Maar in de laatste rapporten wordt de gezondheidstoestand weder als zeer voldoende beschreven.
De meeste bewoners zijn afstammelingen van Green.
Spiritualiën en tabak worden niet gebruikt.
Het eenige onderwijs wordt gegeven door eene weduwe, uit St. Helena herkomstig, met name Swain; maar er is op het eiland geen geestelijke, en een predikant, die tevens als dokter en schoolmeester kon fungeefen, schijnt zeer noodig. Een voorstel, om de kinderen voor hunne opvoeding naar de Kaapkolonie te zenden, is niet aangenomen.
In vele rapporten straalt de vrees door, dat de bevolking nog slechts zwakjes samenhangt en de eerste de beste gelegenheid zal aangrijpen om het eiland te verlaten.