Het Belfort. Jaargang 12
(1897)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 269]
| |||||||||||||||
Middeleeuwsche heiligdommen.I.Voor de Beeldstormerij bezat de kerk van O.-L.-Vrouw, te Kortrijk, eene menigte heiligdommen of reliquieën: van den Zaligmaker, van de Moeder Gods, van de eerste martelaars en heiligen. Drie inventarissen, geschreven vóor 1450 - éen in de XIVe eeuw, éen in 1407 en éen in 1441 - noemen al die schatten. Wij stellen ons voor deze oorkonden beknoptelijk te ontleden. Tevens zullen wij eenige wetenswaardigheden aanstippen, welke de kerkrekeningen behelzen. Het oudste stuk leert ons, waarin men de heiligdommen bewaarde:
| |||||||||||||||
[pagina 270]
| |||||||||||||||
Er waren twee kruisen, een klein en een groot, beide verrijkt met edele steenen. In het tweede stelde men ook het H. Sacrament des Altaars uitGa naar voetnoot(1). Zeger de Rue vermaakte dit juweel omtrent het midden der XVIe eeuwGa naar voetnoot(2). Verscheidene juweelen waren torenachtigGa naar voetnoot(3). In het middelkoor hingen twee-en-veertig heiligdommen, sommige in beursjes, andere in juweelen. Deze laatste vertoonden velerhande vormen. Elf hunner hebben in de oorkonde den weinig dichterlijken naam van... mulestootersGa naar voetnoot(4). Gedurende den Advent en den veertigdaagschen Vasten borg men deze schatten in een kasjeGa naar voetnoot(5).
Het zilveren beeld van O.-L.-Vrouw, waarin eenige heiligdommen bewaard werden, was ruim éénen voet hoog. Op de groote feestdagen stelde men dit beeld op het hoofdaltaarGa naar voetnoot(6). | |||||||||||||||
[pagina 271]
| |||||||||||||||
II.Meer dan eens kwamen 's lands vorsten de heiligdommen der kerk vereeren. In 1410 vertoefde Jan-zonder-Vrees in het kasteel der stad. Den 20 December vinden wij hem in de grafelijke kapelGa naar voetnoot(1). Het volgende jaar kwam de jonge prins, die later onder den naam van Philip-den-Goede op den troon zou klimmenGa naar voetnoot(2). In 1432 ontmoeten wij andermaal den hertog van BurgondiëGa naar voetnoot(3). | |||||||||||||||
III.Eer de Geuzen den tempel ontheiligden, hadden de kapittelheeren eenige heiligdommen in veiligheid gebracht: de H. Haarlok des Zaligmakers, het stuk van het H. Kruis, het deel der doornen kroon en het deel van den rietstok, alsmede de stukjes van het purperen kleed en den gordel van ChristusGa naar voetnoot(4). De overige schatten werden door de woestaards op den grond geworpen en vertrapt. De Vlaamsche inventaris der XVIe eeuw zegt immers dat zij ‘acht ofte negen sticken zylver’ stolen, ‘daer vele schoone reliquien in waeren.’
Kortrijk, 1896. Theodoor Sevens. |
|