Het Belfort. Jaargang 11
(1896)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
Zwalm.Op bl. 12, bijblad van uw geëerd tijdschrift, lees ik een artikel van den Hr J. Claerhout over zwalm Ik heb mij ook vroeger met dit woord bezig gehouden (Étude sur l'Ysengrinus, bl. 76, nota 1) en wel dewijl in het gedicht Ysengrinus een der jonge wolven den naam van Swalmo droeg. Daar de meeste der wolfsnamen, vlaamsche namen waren, heb ik trachten op te sporen welke de beteekenis van dit woord mocht wezen, en wel in de 12de eeuw. De zaak was heel duister; ook heb ik mij gewend tot den besten kenner van onzen middelnederlandschen woordenschat, prof. J. Verdam. Den 14 Novemb. 1894, kreeg ik ten antwoorde het volgende schrijven, dat uwe lezers wellicht ook zal interesseeren: ‘In het Mnl. heb ik het woord swalm niet aangetroffen. In het Mhd. en Mnd. bestaat een woord swalm in den zin van bijenzwerm; in het Mnd. ook een swalm in den zin van kwalm, dikke dampGa naar voetnoot(1), misschien één met den naam van het riviertje de Swalm, waaraan het Limburgsche dorp Swalmen ligt. Doch niets hiervan kan den naam van den wolf in het Mnl. ophelderen.’ De naam Swalmo in den Ysengrinus (anno 1152) | |
[pagina 39]
| |
bewijst duidelijk dat het woord swalm toen een nederlandsch woord was, zoo ook de dorpsnamen Munckzwalm, Swalmen, enz. Ten slotte schrijft de Hr Claerhout: ‘wij gelooven niet dat het woord zwalm in onze woordenboeken staat.’ Eene dwaling: zie Vercouillie, Etymol. woordenb., en ook van Daele, Woordenboek; het woord is dus modern nederlandsch
Gent, 10 mei 1896. L. Willems |
|