| |
| |
| |
Eenige Fransche schrijvers
Ernest Hello.
Origineele schrijver, diepe wijsgeer, onverschrokken waarheidszegger. Met hijgende borst doorloopt men zijne prachtig luidende opstellen; verrassende horizonten rijzen voor onze oogen op; hij peilt, ontvouwt en verlicht de verborgenste hoekskens van 't menschelijk hert: zonder mededoogen schetst hij de lage inborst van den ijdelen, trotschen, luien, geld- en roemzuchtigen mensch; forsig geeselt hij de middelmatigheid, totaal onvruchtbaar voor 't goede, de ondeugd, de schijnheiligheid; hij kampt met open vizier voor de wetenschap, de kunst, het recht en de waarheid, voor God en Kerk. Zijn mysticismus is geenszins nevelachtig, afgetrokken, maar wijs en practisch. De allervurigste liefde voor God sluit de gezonde rede en de bedrijvigheid niet uit. Zie Franciscus van Assisië en den H. Paulus! ‘L'apôtre des nations, ce Saint Paul qui sans la charité déclare n'être rien, est un modèle merveilleux d'ordre et de prudence. Il est l'homme pratique par excellence. La folie et le mysticisme sont les deux termes de la contradiction la plus absolue qui soit’.
Hello heeft zich gevoed met de kloeke en gezonde spijzen van onzen wonderbaren Ruysbroeck. ‘Aujourd'hui’ zegt hij ‘plus que jamais les âmes ont faim et soif; j'ai trouvé au pays de Ruysbroeck ce pain et ce vin, et j'ai essayé de le porter en France’.
De Heiligen beminnen de natuur: Antonius van Padua
| |
| |
predikt voor zijne broeders, de visschen; Franciscus van Assisië groet de zon, zijnen broeder. De zoogezegde beschaafde vrijlevers, de vadsige karakters, de zwartgallige droomers die zich paaien met hersenschimmen, kijken minachtend op de natuur neer en maken zich totaal nuttelooze schepselen Zij zijn herkenbaar ‘à une paresse verbeuse, déclamatoire, doctorale et emphatique qui méprise l'action.... Cette paresse est trop majestueuse pour agir....’
Wat zweepslagen op den rug der aanbidders van 't Gulden Kalf! ‘Personne’ zegt Drumont ‘mieux qu'Hello, n'a donné le sentiment de la tyrannie opprimante, de la cupidité de l'argent qui s'étend sur nous comme une chape de plomb’.
De betooverde macht van het geld doet zich gevoelen in alle standen, in duizenden omstandigheden. En de nijdigaards? Hoe treffend gelijkend worden zij afgeschilderd! ‘L'envieux n'insulte pas toujours: il y a même tel envieux qui n'insulte jamais; mais il rabaisse ce qui est en haut. Il rabaisse en termes mesurés, et cette mesure même donne à son opinion quelque chose de probable. Il rabaisse sans violence, tout juste assez pour exclure l'admiration, pour l'égorger, si elle allait naître, non pas assez pour attirer sur lui-même des soupçons qui affaibliraient ses paroles’.
Pascal, ook een strenge bestraffer der schijndeugd, was aan 't uitvaren tegen de menschelijke ijdelheid. ‘Eilaas, zuchtte hij, wat een aardig ding is toch de mensch! Terwijl ik uitval tegen de ijdelheid van anderen, gevoel ik er mij vol van, om mijne krachtige welsprekendheid’.
Hello verachtte de najagers der glorie en hijzelf was er op verslingerd. De onverschillig- en stilzwijgendheid der criticussen maakte hem droef en neêrslachtig. Hij was een bedelaar van loftuitingen! Hij schreef ‘l'oubli où l'on me laisse peut me conduire au tombeau’. ‘Je vais mourir de chagrin’. Buet wil zijnen vriend verschoonen met op te merken dat Hello
| |
| |
beroemdheid verlangde omdat hij dezelve aanschouwde als een uitmuntend voertuig voor de waarheid.
Werken van Hello: l'Homme, le Style, Contes extraordinaires, Paroles de Dieu, Philosophie et Athéisme, Traduction de Ruysbroeck.
| |
Monseigneur Berteaud.
‘Chrysostome est à Paris’. Zoo klonk het in de Fransche hoofdstad al de dagen dat Mgr Berteaud er predikte. Een ontzaglijke menigte vervulde de vijf beuken van O. Lieve Vrouw Kerk en duizenden, verlekkerd op Waaren Schoonheid, vonden geen plaatse meer. De bisschop van Tulle spreekt voor de vuist, 't is te zeggen, hij ‘improviseert’ Meer dan op zijne wetenschap en zijn geheugen betrouwt hij op hemelvallen, welke hij afsmeekt met een vurig gebed. Geene kunstmatige inleiding, geene drie of vier punten, geen slotrede naar de Rhetorika. Statig, engelachtig, rijst hij van de bidbank op; verrukt gaat hij of liever vliegt hij naar den kansel; hij ontplooit de vleugelen en schiet de ruimte in van den beginne af. Ja, de redenaar gunt zich volle vrijheid. Hij gaat niet recht af op zijn doel; na eenige stappen op den breeden classieken weg, slaat hij eenen zijweg in, geraakt op veldbaantjes die uitkomen op struikgewas en kreupelbosch, maar hoe verlustigt hij zijn meêgesleepte gezellen, en wat welriekende bloemen plukt hij niet voor hen! Mgr Freppel, zegden wij, bemint de bloemen niet’ Mgr Berteaud gaat geern uit zijnen weg om ze te zoeken en steeds vindt hij de schoonste en de liefelijkst geurende. De woorden ‘parfums, odorant, embaumer’ keeren honderdmaal terug, en onophoudend past hij ze toe op de Eeuwige Waarheid!
Geen wonder dat bijwijlen de uitdrukkingen den
| |
| |
gedachtenstroom niet volgen en dat nieuwe, onvoorziene termen van 's redenaars lippen vallen. ‘Qui pourrait lui reprocher, zegt Leo Gautier, ces néologismes spontanés? Il nous est arrivé d'entendre rire, à côté de nous, de ces hardiesses philologiques. Eh quoi! faudra-t-il que j'apporte à l'Église un dictionnaire de l'Académie, et que, dans les plus beaux passages, je me dise à moimême: ‘Attendons, attendons, et voyons, avant d'admirer, si l'Académie le permet.’
Die vreedzame en zachtmoedige prelaat, die minnaar der kleine kinderkens, die eens uitriep, den arm uitstekend: ‘le premier banc d'école d'un petit enfant, c'est le bras de sa mère’ wordt herschapen in een brullenden leeuw als hij de goddeloozen aanvalt, ‘ces gens-là’ grimlacht hij.
Men voege bij den welsprekenden dichter den diepen Godgeleerde, en de buitengewone bijval van den bisschop van Tulle is verklaard en gewettigd. Dionysius den Areopagiet, Tertullianus, den H. Augustinus, Thomas van Aquinen, Duns Schot, ‘De Re Symbolica’ van Kardinaal Pitra, heeft hij in zijn geheugen geprent. Het hoofdgedacht, het middenpunt van zijne redevoeringen is het mysterie der Menschwording van den Zoon Gods. De kinderen van Adam, Christus broederen, worden deelachtig aan Dezes goddelijkheid. ‘L'humanité est le second Dieu’. Hij wekt ons op tot zelfachting en eigen eerbied, ja tot een wettige hoogmoedigheid. ‘Allons! Allons! soyez superbes, soyez fiers!’ En de Christen die zuchtte en weende, gewond op den levensweg, hij voelt zich opgebeurd en hij dankt God om dien hemelschen gezant, die als de Goede Samaritaan, troost, zalft en geneest!
| |
| |
| |
Dom Guéranger.
Eerste Abt der heringerichte Benedictijnen van Solesmes. Hij stierf in 1875. Raadsman en boezemvriend van de roemrijke leiders der katholieke partij, Montalembert, Lacordaire, Veuillot. Met hen streed hij voor de Vrijheid van 't Onderwijs en der Kerk. Zijn ‘Année liturgique’ hielp de eenheid herstellen in den katholieken eeredienst en het gebruik van hetzelfde misen getijdenboek, voor geheel de Fransche geestelijkheid. Zijn ‘Naturalisme dans l'histoire’ was een terechtwijzing voor den hertog de Broglie die, zijns dunkens, al te veel het bovennatuurlijke of, zoo men wil, de Voorzienigheid had van kant gelaten, in de uitlegging der bekeering van 't Heidendom door het Christendom. Zijn derde werk ‘La Monarchie pontificale’ is een allerrijkst arsenaal van feiten, texten en datums, tot staving der pauselijke onfaalbaarheid. Het Gallicanismuskrijgt er den genadeslag en de onfaalbaarheid van Petrus opvolgers eene grondvest, sterk als eene rots.
| |
Lasserre.
Lasserre, mirakuleus genezen van blindheid, door de H. Maagd, schreef uit dankbaarheid ‘Notre Dame de Lourdes.’ Geen boek maakte op mij een dieperen indruk; geen boek werd meer gelezen in de vijf werelddeelen en hielp krachtiger om het kwijnend geloof aan het bovennatuurlijke, te doen herleven. Lasserre is de schrandere, aanhoudende en zegevierende kampioen van het ‘Mirakel van Lourdes!’
Het ongeloof schokschouderde, floot, grinnikte, stampte van woede, loochende met bedreiging en laster! 't Was al te vergeefs. Het mirakel klom steeds hooger,
| |
| |
als de zon aan 't firmament, en zijn glans deed de loochende wetenschap knipoogen en eindelijk dwong het hare hulde af. ‘Dit kind,’ getuigde een dokter-vrijdenker, ‘was ongeneesbaar en stervend. Zijne moeder, in eene vlaag van uitzinnigheid, heeft het gehouden, een kwartier lang, in 't ijskoude water der fontein, en 't werd plotseling genezen, zonder beternis, zonder overgang.’ Wat nederlaag voor de trotsche geleerden! Honderden oogenblikkelijke herstellingen bekrachtigden den triomf van 't bovennatuurlijke!
Met wat talent wordt het ‘Mirakel van Lourdes’ beschreven! Wat prachtig geschilderde landschappen! Wat streng wetenschappelijk onderzoek! Wat ingrijpende redeneering! Wat sterk geloof! Wat fijne scherts! Wat forsche zweepslagen! Wat roerende tafereelen! Wat stichtende godsvrucht! Wat vurige hulde aan God en aan de ‘Onbevlekte Ontvangenis!’
‘Les Serpents - Le Treizième Apôtre - L'Evangile selon Renan’ verwierven aan Lasserre een eereplaats onder de geestrijke en bijtende vlugschriftschrijvers. ‘Notre Dame de Lourdes’ heeft hem een onsterfelijke kroon gewonnen, die immer zal schitteren, buiten 't bereik der modder die spat uit het ‘Lourdes’ van Zola!
E. Pauwels, Pr.
Lovendegem.
|
|