Alle bijzonderheden, hoe afzichtelijk ook, worden ongesluierd gelichteekend en de afdruksels met duizenden rondgestrooid onder de gebrandmerkte menschensoorten, ‘espèces stigmatisées’ zegt een schrijver van Maupassant's klanten.
‘L'ennui naquit un jour de l'uniformité’.
De eentonigheid van Maupassant's werken, het onverpoosd terugkeeren van dezelfde wulpsche schilderingen, verwekte eindelijk verveling bij zijne goedwilligste lezers. De auteur zelf werd dat herkauwen van dezelfde spijs moede als een peerd het ronddraven in een molenkot. 't Was dan ook met innig genoegen dat hij het verzoek inwilligde van den bestuurder der ‘Revue des Deux Mondes’ om romans te leveren van wat hoogere vlucht en eenigszins zedelijke richting. Ongelukkiglijk, het was te laat: de inbeelding, gewoon aan schandelijke vizioenen, aan ruwe en aanstootelijke tooneelen, vond haren weg niet in deze nieuwe wereld, waaruit alle eerbaarheid nog niet gebannen was. Men vergde nu wat anders dan mooi ingelijste groepen van wellustigen, men vroeg oorspronkelijke typen, een belangvolle handeling, een roerende en verrassende ontknooping, wat wetenschap, een zierken zielkunde, een' zweem naar princiepen, in éen woord, een zekere vindingskracht. Eilaas, onze auteur erkende algauw zijne machteloosheid om die nieuwe waar te leveren. Hij heeft schoon de handen om het hoofd te slaan, zijne hersenen te schudden, niets ontvlamt, niets ontluikt; de geest is als verlamd en aan electriseering valt niet te denken. Welke pijnende ontgoocheling! Welke straf voor den ijdelen man die zijne fortuin zou geruild hebben voor wat letterroem, bij de dilettanti's van de ‘Revue des Deux Mondes’! Cornut zegt het wel: ‘Pour l'artiste, cet épuisement de la faculté créatrice, du cerveau et de l'oeil lui-même est pire que les rides, les cheveux blancs et l'abandon pour le mondain qui se sent vieillir’.