In Vlaanderen Vlaamsch.
De lezing van de bijdrage, onder dezen titel in de laatste aflevering van ‘het Belfort’ verschenen, heeft mij eenen droeven indruk achtergelaten en ik hoop, in het belang onzer duurbare moedertaal, dat de meening van den achtbaren en geleerden schrijver, bij ons volk weinig weerklank moge vinden.
Hoewel ik de gewoonte met heb de pen te hanteeren om dergelijke onderwerpen te behandelen, ben ik zoo vrij, als abonnent, een kortbondig antwoord in te zenden, ten einde een krachtdadig protest tegen het besluit van de gemelde bijdrage aan te teekenen.
Vooreerst meent de schrijver in den kreet ‘In Vlaanderen vlaamsch’ een gevaar te ontdekken, omdat hij tevens door niet Katholieken uitgegalmd wordt. Dat is niet ernstig.
Indien wij aanschouwen wat er rondom ons gebeurt, zullen wij dadelijk opmerken dat goed en kwaad, deugd en ondeugd, in het maatschappelijk leven onder al zijne vormen, en dus niet alléén op het gebied der taal, voortdurend in aanraking komen. Het is eene hoogere wet die er zoo over beschikt heeft, en die geen mensch veranderen kan. Waarom alleenlijk voor die vermenging, de Vlaamsche taal verdenken? Men zou ons even zoo goed tegen de vaderlandsliefde op de hoede kunnen stellen, omdat er schurken onder onze landgenooten gevonden worden. Evenzoo zou men in den ban kunnen slaan den kreet ‘Niemand gedwongen soldaat’ en andere gezegden op volkomen onzijdig gebied.
De schrijver zegt dat het Nederlandsch hem als taal onverschillig is, maar dat hij den woordenschat der Katholieke vlaamsche bevolking lief heeft. Die onderscheiding kan ik maar niet vatten. Bestaan er dan twee vlaamsche talen?