| |
| |
| |
Boekennieuws en kronijk.
De Boerenkrijg en de ‘Revue bibliographique belge’. - Na Orts, Mathot en Thijs, behandelt de heer Lodewijk Van Laeken den opstand der Vlaamsche boeren in 1798 tegen de Fransche dwingelandij. Zijn werk is een waar volksboek, bestemd om aan de Vlamingen de heldendaden der Vlaamsche boeren der vorige eeuw te herinneren en ze aan te wakkeren de honderdjarige verjaring van dezen heldenstrijd ten heerlijkste te gedenken en op vaderlandsche wijze te vieren. Het schijnt natuurlijk dat ieder met een weinig vaderlandsch gevoel bezield dit ondernemen van den H. Van Laeken moet ondersteunen en den schrijver met zijn streven geluk wenschen.
De Revue bibliographique... belge deelt dit vaderlandsch gedacht niet. In het nummer van November ll. bl. 412 leest men het volgende: ‘le ton du récit, très véhément, réveillera sûrement dans bien des coeurs une haine de ces hommes de jadis... Mais est-il bien utile, ce réveil de haines explicables? Je crois que non: nous avons déjà tant de rancoeurs.. C'est vrai, la révolution a été momentanément funeste (Zoo zoo: momentanément, heeft die revolutie misschien later veel goeds voortgebracht?). - Mais tous les fils des manants d'autrefois... ne peuvent pas oublier qu'ils doivent, à cette période orageuse de la fin du siècle dernier, l'avènement rapide de leur liberté d'aujourd'hui. (Zoo dat de Fransche omwenteling voor België eene ons voorheen onbekende vrijheid heeft aangebracht! Maar, waarde heer, waar hebt gij uwe vaderlandsche geschiedenis geleerd? Wellicht in eene beroemde redevoering, over eenige jaren uitgesproken, die eindigde met deze zoo vaderlandschklinkende woorden . ‘Nous pouvons l'avouer sans honte.. C'est à la France que nous devons nos libertés.’) ‘Nous devons oublier cette époque de désastres et de crimes pour tout ce que la générosité de l'humanité en a récolté de bienfaits’!!!
En zoo iets geeft men den Belgischen lezer te overwegen in een Katholiek Belgisch tijdschrift! De heldendaden der voorvaderen mag men aan het nageslacht ter bewondering niet voorstellen, want zoo doet men bij ons volk den haat herleven tegen de vreemde dwingelandij van voorheen. Men vreest dat het Vlaamsche volk zou geneigd zijn het jaar 1798 te vurig te herdenken; de Fransche invloed zou kunnen veizwakken, wie weet zelfs versmacht worden. Het ordewoord voor de Vlamingen moet dus zijn: De strijd onzer voorvaderen voor godsdienst en vrijheid stil zwijgen; maar ophemelen alles wat uit Frankrijk komt!
In dezelfde orde van Fiansche gedachten wijdt deze zoogezegde Belgische Revue bibliographique haar grootste gedeelte aan advertentien bestemd aan uitgaven herkomstig uit Frankrijk. De vaderlandsche strekking nog van kant gelaten, zou men toch mogen verwachten dat een Katholiek tijdschrift enkel goede boeken, in opzicht van godsdienst, aan de lezers zou
| |
| |
aanbevelen. Ja, dit is goed voor Belgische boeken; maar met de voortbrengselen der Fransche drukpers mag men niet kieskeurig zijn! In de nieuwjaarsreklamen van hetzelfde nummer vinden wij aankondigingen van éen Belgischen uitgever (geen enkel Vlaamsch boek, dit is te gemeen), en van een en tuintig Fransche uitgevers. Men vind er zelfs aangekondig 1 de zoo stichtende, zoo zedelijke en zoo godsdienstige Revue encyclopédique van het huis Larousse!
Jaarlijks in de maand Augustus geeft de Revue een numéro classique uit om leerboeken voor de scholen aan te bevelen In 1895 vond men er aankondigingen in van vier Belgische en van twee en twintig Fransche boekhandelshuizen. Voorwaar een middel om een echt nationala onderwijs tot stand te brengen.
Men ziet het, deze Revue is bibliographique, als men zich niet vergenoegt de titels der boeken af te schrijven of er enkel eene omschlijving van te maken, katholiek niet altijd, en belge zoo weinig mogelijk. Commerciaal is zij vooreeist en een soort van winkelcataloog; vroeger zelfs, om wille van den monopool, drukte zij den naam niet van de uitgevers der gerecenseerde boeken, doch in dit opzicht is er vooruitgang.
Gent.
A. De C. prof.
Bastaardwoordenboek, door J. Broeckaert, bekroond door de Kon. VI Academie en op baren last uitgegeven. - Gent, A. Siffer, fr 5.00.
Zoo er ooit, voor het Vlaamsche volk, een nuttig boek het licht gezien heeft, dan zal het wel dit zijn, welks titel hier ten hoofde is overgeschreven. Schier dagelijks is eeniedet van ons in 't geval, zichzelven te betrappen op het gebruik van vreemde woorden, die wij van anderen hooren en zonder nadenken nazeggen, zonder er ééns aan te denken dat onze eigen taalschat uitdrukkingen in voldoend getal bezit om de vreemde, welke niet altijd in onze omgeving tot het verstand komen, te mogen achterwege laten. In den huiskring en in de societeit - zie, ik zelf bega nu een vergrijp tegen de volkstaal! - overal ligt een Fransch of ander vreemd woord ons op de tong, en dit, bij sommigen, zóó dikwijls, dat een weinig Vlaamschkundig toehoorder wel recht zou hebben te veronderstellen, dat onze taal weinig meer is dan een monsterachtig nabouwsel van het lieve Fransch..
Het boek des heeren Broeckaert zal den grootsten dienst bewijzen aan leeraren, bijzonderen, rechtskundigen, redenaars, scholieren enz., die er, voor ieder in onze taal geslopen vreemd woord, eene echte, degelijke, eigene uitdrukking zullen in aantreffen De Vlaamschgezinden vooral zouden wèl doen, het bastaardwoord zooveel mogelijk te verwerpen, en alzoo het voorbeeld te geven van eene taalzuivering, welke op den duur algemeen zou worden. De leeraar in de school, de advocaat vóór de rechtbank, de notaris in zijne acten, de volksspreker in zijne voordracht, allen kunnen Vlaamsche woorden gebruiken welke meer volkomen, meer juist het uit te drukken denkbeeld weergeven dan vele der zoozeer gebruikte Fransche en andere vreemde schuimers.
Dit zij genoeg gezegd, dunkt ons, om het overgroote nut te doen uitschijnen van het met ongeme one zorg bewrochte boek des heeren Broeckaert, en wij durven de hoop koesteren, dat de Kon. Vl. Academie het niet te vergeefs zal hebben in het licht gegeven - Voor den ontzaglijk grooten inhoud is het net gedrukte boek zeer goedkoop.
Gent.
F.D.
C.A. Buchheim, Ph.D. - Schiller's Maria Stuart, with an historical and critical introduction, a complete commentary, etc.;
| |
| |
Oxford, Clarendon Press, 1895 (German Classics, vol XIII). - Het is met een waar genoegen dat wij deze nieuwe uitgaaf van Schiller's meesterlijke tragedie aan onze lezers aankondigen en warm aanbevelen. De bewerker, Dr. C.A. Buchheim, is niet meer aan zijn ‘proefstuk’. Hij heeft reeds verschillende uitgaven bezorgd van ‘klassieke’ weiken der Duitsche letterkunde, uitgaven die overal op de meest gunstige wijze onthaald werden. Zij hebben het bewijs geleverd, dat men in Engeland de Duitsche meesters grondig bestudeert, en aan gene zijde van den Rhijn werd de opmerking gemaakt dat in Duitschlan 1 niet immer zulke flinke hulpmiddelen ten dienste staan bij de studie der nationale schrijvers. Ook deze uitgaaf mag, evenals de andere van den Engelschen geleerde, uitstekend geslaagd heeten. Na eene historical introduction (p. XIII-XXII) over de heldin van het stuk, volgt eene literary and critical introduction (p. XXIII-LVI), waarin beurtelings gehandeld wordt over het ontstaan van Schillei's werk, over de door den dichter geraadpleegde bronnen, over de plaats en den tijd der handeling, over de taal en den stijl van het stuk; uitvoerig onderzoekt de uitgever de waarde ervan in letterkundig, geschiedkundig en aesthetisch opzicht, bespreekt de karakterteekening der optredende personages, enz. De tekst zelf (bl. 1-188) is zeer zorgvuldig afgedrukt. De aanteekeningen, die achteraan komen (bl. 189-260), houden het midden tusschen te veel en te weinig: zij verklaren alles wat opheldering vereischt om het stuk tot in de kleinste bijzonderheden te verstaan, en maken het den lezer gemakkelijk al het schoone ervan te genieten, zonder hem nochtans van het denken te ontslaan. Men zou ten onrechte meenen dat eene dergelijke uitgaaf enkel voor de school bestemd is: ieder beoefenaar der letterkunde, die iets meer verlangt dan eene oppervlakkige lezing van een der prachtigste
werken van Schiller, zal en met voordeel en genoegen (utile dulci) kennis mede gemaakt hebben.
Leuven.
L.
Werken van Honoré Staes. - Sinte Maartensavond. (Prijs: fr. 0,50). - Dorus Vaetens of de zoon van den Voddenman. (Prijs: fr. 0,75). - Gedrukt bij Callewaert-De Meulenaere, Yper. - 1895 en te verkrijgen bij den drukker en bij den schrijver-onderwijzer-letterkundige, te Zele.
Twee nieuwe werkjes van een jongen, vruchtbaren en talentvollen schrijver.
Aanbeveling is stellig overbodig bij die welke hem reeds hebben leeren kennen uit een of ander zijner vioegere verhalen. Dezelfde hoedanigheden: levendige en boeiende trant van vertellen; gemoedelijke, hartelijke toon; opwekkende, kristene geest; welke die vroegere verhalen kenschetsen, vindt men ook in Sinte Maartensavond en in Dorus Vaetens terug. Ook hier behooren de hoofdpersonen van het verhaal tot de klas der arme menschen; en het strekt den schrijver voorwaar niet tot geringe eer dat de hartroerende tafereelen welke hij ons voorhangt den lezer uit den welstellenden stand die arme menschen leert hoogschatten en beminnen, terwijl de jongen uit de volksklas er door tot het besef wordt gebracht dat hij zijn geluk alleen kan grondvesten op een leven van eerlijkheid en plichtbetrachting. Eene aandoenlijke novelle is Sinte Maartensavond; doch in alle opzichten zoowel in het opzicht van den vorm als in dat van den inhoud - heeft Dorus Vaetens on, veel beter bevallen. Dit is de geschiedenis van een armen dorpsjongens welke zijn ouden kranken vader en zijn twee kleine broertjes tot
| |
| |
steun en troost is Doch de loting komt. En het lot is den armen Dorus wreed. In de kazerne echter weerstaat hij aan de lokkende verleiding; de hoop op zijn spoedigen terugkeer verzacht het verdriet van het arme huisgezin, ginder in het verafgelegen dorpje, en maakt de ontberingen die zij thans te lijden hebben minder pijnlijk. Hoe menige hartroerende bladzijde, waar de werkelijkheid zoo treffend wordt weergegeven! Doch met een gevoel van angst leest men verder. Zal Dorus volharden tot het einde toe? Slechts een viertal maanden nog, en dan is hij weder vrij. Lilaas, een der oudere onderofficieren is er in geslaagd hem mede te troonen naar een Cafè-Chantant; en dit wordt hem tot struikelsteen; en de eerlijkheid verdwijnt trapsgewijze uit zijn gedrag; en hardvochtigheid neemt de plaats weldra in van de warmste kinderlijke liefde; en de oude vader wordt misprezen, en wij zijn getuige van zijn hartscheurend lijden, wij zijn weldra aanwezig bij zijn sterfbed.....
De loting en de kazerne zullen stellig weinig vrienden en bewonderaars bijwinnen door het verhaal van den heer Staes, en wij willen hem daarmede vooreerst geluk wenschen. Zoolang echter de plaag van lottng en kazerneleven zullen blijven voortbestaan zal het een goede daad zijn door werkjes als dit de jeugd te waarschuwen tegen de buitensporigheden van de loting en de gevaren der kazerne.
Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde. - De 6e aflevering van Dr. Jan ten Brink's Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde, geillustreerd onder toezicht van J.H.W. Unger, is verschenen.
De schrijver zet er het hoofdstuk over de Didactische poezie in voort, en behandelt er Jacob van Maerlant in, Lodewijk van Velthem, Melis Stoke, Jan Boendale, Gielijs van Molhem, Jan Praet, Jan de Weert. Tevens onderzoekt hij den invloed der didactische poëzie op rijmkronijk en roman. Aan de beurt komen Jan van Heelu, Hein van Aken, Dirc Potter, van der Loo.
Onder de in plaat weergegeven fragmenten stippen wij aan: eene bladzijde uit Lorreinen, uit Sinte Brandane, uit die Hystorie van Reynaert die Vos (de oudste uitgave, in 1479 te Gouda gedrukt), benevens de titels van twee volksboeken: Heinric en Margriete van Limborch en die Historie van der Borchgravinne van Vergi.
Men schrijft in bij den Uitgever dezes: 20 tot 22 afl. aan 2 frank stuk.
De Gelukzalige Bernardinus Realino, S.J., door R. Bouman, S.J. Leeraar aan 't Gymnasium te Katwijk a/d Rijn. In-8o van 216 bl. versierd met 9 platen en één fac-simile. - Prijs: fr. 1,00. St-Augustinus drukkerij, te Gent.
Den 15den December e.k. zal de Societeit van Jezus het geluk smaken weder een harer zonen onder het getal der gelukzalig verklaarden te zien opgenomen. De Eerbiedw. Bernardinus Realino, aan wien deze eer te beurt zal vallen, behoort tot de schaar dier apostolische mannen, wier leven geheel aan het heil der zielen gewijd, vruchten heeft opgeleverd, die wel is waar eerst op den jongsten dag geheel gekend en naar volle waarde geschat zullen worden, doch ook hier reeds onze kent ismaking, liefde en navolging overvloedig veidienen. De Eerw. Heer R. Bouman, een ordebroeder des heiligen priesters heeft daarom te recht gemeend een goed werk te verrichten met ons een beeld van den nieuwen Gelukzalige te schetsen in het boek, dat wij hier aankondigen.
Een welgelijkend en aantrekkelijk beeld. Welgelijkend, daar de meest gezaghebbende bescheiden de stof daartoe hebben geleverd; aantrekkelijk,
| |
| |
wijl inderdaad het verhaal van het leven, de deugden en de wonderen van dien man uit het heldengeslacht, waaruit een Philippus Neri, een Franciscus de Hieronymo, een Alphonsus de Ligorio gesproten zijn, in hooge ma'e bekoorlijk en weldoend is voor het hart. Priesters en leerlingen van het heiligdom zullen in hem een glansrijk toonbeeld aanschouwen dier deugden, welke hun heilige staat vordert; geloovigen van allen rang en stand - want hij was aller raadsman en vriend - zullen hier een keer te meer leeren wie de ware volksvriend is: nl. de Katholieke priester en te meer naarmate hij volmaakter aan zijn verheven roeping beantwoordt door ‘alles voor allen’ te willen zijn; zij vinden in Realino ook den bijna vlekkeloozen spiegel van een waarlijk Christelijk leven in de wereld; religieuze gemeenten zien hier in heldhaftigen graad de Christelijke volmaaktheid in het religieuze leven beoefend; jeugdigen van jaren zullen zich wellicht vooral getrokken gevoelen door de talrijke en verrassende wonderen, waarvan dit leven vervuld is, maar die even zoovele goddelijke zegelmerken en aanbevelingen zijn van meer dan gewone deugd; kortom er is niemand, die dit boek zondter vrucht ter hand zal nemen en zich, na de lezing ervan, niet gedrongen zal gevoelen tot blijmoedige beoefening der deugd en vertrouwen in de machtige voorspraak van dezen grooten Dienaar Gods.
De uitvoering is met de meeste zorg geschied. Het werk beslaat 216 bladzijden, waarbij 9 platen.
Onlangs is in Sint Joseph's Huis, bij H. vander Schelden, te te Gent, verschenen Het leven van Moeder Gertrudis, stichteres der Zuster van het Kind Jezus.
Moeder Gertrudis, in de wereld Mej. Justina Desbille, is eene echt grootmoedige ziel, die met volkomen opoffering van zich zelve, God alleen zocht en het goed der armen.
Zij is eene ware moeder der arme weezen, voor welke zij wondere zaken heeft gedaan, die de wijste mannen verbaast deden staan en den lezer met eerbied en bewondering voor haar vervullen.
In Moeder Gertrudis ziet men, wat een onbeperkt vertrouwen op God vermag, als het Gods eer en het welzijn des naasten betreft. Zij heeft werken begonnen, die het menschelijk verstand onmogelijk achtte. en zij heeft ze tot ieders verwondering, op God alleen vertrouwende, voltrokken.
Haar raadsman, een waarlijk wijze en christelijke persoon, zegde haar als zij hem sprak, om het weeshuis van Brugelette te stichten: ‘Maar, Moeder, gij hebt er volstrekt geen middelen toe.’ ‘Ik schrik er zelve van, antwoordde zij, doch een weeshuis voor kinderen, die elken dag in gevaar zijn te verongelukken, is volstrekt noodzakelijk; en in plaats van mijne kleine bronnen te peilen, ware het niet beter te vragen wat God wil?’
Zij is een werktuig in Gods handen voor het welzijn der weeskinderen.
Zij is eene volmaakte kloosterlinge, die zich zelve heeft voortgezet in hare geestelijke dochters.
Dit werk wordt dus met voordeel door de kloosterlingen gelezen, en met veel stichting en voldoening van iedereen. De taal des schrijvers is juist en vloeiend, zoodat het ook tot bevordering van het vlaamsch met nut gelezen wordt.
Dit boek, in groot formaat in-8o, en van stevig papier, en met versierd omslag, kost slechts fr. 1,00; vrachtvrij fr. 1,15.
Problèmes sociaux, les deux frères, par le comte Emeric du Chastel de la Howarderie. Gand, A. Siffer. - Prix fr. 2,00.
De geleerde schrijver voert twee broeders ten tooneele, beiden zijn
| |
| |
met de beste inzichten bezield nopens de maatschappelijke vraagstukken. Elkeen der twee broeders voert zijn stelsel uit, en door den verkeerden uitslag maakt de schrijver de valschheid en onmogelijkheid van het socialisme klaar en om zoo te zeggen tastbaar.
Het is een suggestief boek, prachtig geschreven, doch het zou veel gewonnen hebben had de schrijver ons zijn eigen stelsel willen kenbaar maken Wat er ook van zij, veel, zeer veel is er uit dit werk te leeren,
Vlugschriften tegen het socialism. - De keurraad, met de beoordeeling van den prijskamp voor vlugschriften, uitgeschreven door den Bond der katholieke kringen, bestemd om het socialism en het collectivism te bestrijden, heeft de volgende prijzen toegekend.
1o Eene premie van 200 frank aan ieder der twee volgende schrijvers: den heer G. Lecomte, 29, Jonniauxstraat, te Etterbeek, voor zijn vlugschrift getiteld: Quatre causeries sur le socialisme en den eerw. heer J. Van Emelen, onderpastoor te Begijnendijk bij Aarschot, voor zijn vlaamsch vlugschrift, getiteld: Het Socialism.
2o Eene premie van 150 fr. aan het fransch vlugschrift, voor titel dragende: A l'oeil droit du Socialisme, waarvan schrijver is M.A. Delville, advokaat te Zoningen.
3o Eene premie van 100 fr. aan het vlaamsch vlugschrift, getiteld: Het socialism en zijne gevolgen, waarvan schrijver is de heer Th. Sevens, onderwijzer en letterkundige te Kortrijk.
Koninkl. Vl. Academie, 15 Januari. - Deze zitting werd geheel gewijd aan eene voordracht welke de heer professor Jan ten Brink, uit Leiden, buitenlandsch eerelid der Academie, kwam houden over het karakter onzer letterkunde in Noord- en Zuid-Nederland. Deze merkwaardige en keurige letterkundige redevoering zal opgenomen worden in de Verslagen en Mededeelingen.
Davidsfonds. - Zondag 26 Januari sprak de heer E. Vliebergh in de afdeeling van Oostende over Christen, Vlaamsch en Volksgezind; denzelfden dag hield de eerw, heer Van Haecke eene voordracht in de afdeeling te Waregem. Te Brugge voerde men een tooneelstuk uit van den heer Noterdame lid van het Hoofdbestuur, dat stuk Advocaat voor één uur en waarvan men veel goed zegt, is thans in druk verschenen.
Afdeeling Borgerhout. - De leden, die den 30 December 95, in de groote zaal van den Eenhoorn waren samengestroomd, hebben voor de tweede maal in éene maand eenen avond in rein en veredelend kunstgenot doorgebracht.
De tooneelafdeeling der jongenspatronage van St-Jan heeft welwillend den oproep van het Davidsfonds beantwoord en op meesterlijke wijze een puik diama en waarlijk geestig blijspel vertoond. Die jonge lieden zijn zoo natuurlijk en ongedwongen in houding en uitdrukking en door gewetensvolle studie hunner rol zoo vast en zeker in hun spel, dat zij in dit opzicht voor mannen van 't vak niet onderdoen. Hunne uitspraak ook is tamelijk zuiver en duidelijk; enkele spelers behooren zich nog wat te oefenen in 't articuleeren. Onder het treurspel: ‘Karel Stuarts laatste oogenblikken’ werden de meeste toeschouwers dikwijls tot tranen bewogen en de heerschende stilte in de zaal werd enkel onderbroken door 't welgekende gebruik der zakdoeken, door de ontroering ontstaan. Die ontroering was algemeen bij het aangrijpend spel van Karel I (F.W.) van zijn zoontje (L.V.H.) en van
| |
| |
Lord Richmond (A.V.S.); de andere hoofdrollen werden ook puik gespeeld door E.B., L. J, J.M. en J.S. De geestdriftige toejuichingen waren ten volle verdiend. Het blijspel Joost Uilenspiegel verwekte eene hartelijke vroolijkheid
Voegen wij hierbij dat de voorstelling rog veel in waarde won door de prachtige, frische kleedijen, de getrouwheid, waardoor de behendige hand van kapper Duchesne de verschillige personages had weten voor te stellen Eene pluim te meer voor hem zoo hij eenen volgenden keer wat vroeger met de herschepping der personages wil beginnen.
Wij mogen niet vergeten hulde te brengen aan de jonge juffvouw Mermans en haren broeder, díe het vervelende der tusschenbedrijven door schoone en gepaste klavierstukken teenemaal hebben weggespeeld. Juffrouw Mermans heeft blijken gegeven van een ernstig opkomend talent. Vooruit juffrouw.
Het genoegen, door de leden van Borgerhouts afdeeling in de twee eerste feesten gesmaakt, doet hen zeker al reikhalzend uitzien naar het derde.
Wij wenschen Borgerhout geluk met het bestaan zijner patronages en zijne afdeeling van 't Davidsfonds. Beide kringen doen hunne zaken overheerlijk en maken zich ten volle waardig van de gunst, welke zij in de volkrijke, katholieke gemeente en ook daarbuiten genieten.
De R.
Vlaamsche Belangen. Ziehier den tekst door de heeren A. De Ceuleneer en A Siffer in den Gemeenteraad van Gent nedergelegd. Talrijke vertoogschriften vragen de onver ninkte stemming dezer bepalingen:
1o De Gemeenteraad bedient zich van het Vlaamsch voor alle stukken die slechts in eene taal opgesteld worden, zooals de Verslagen der zittingen van den Raad en het opstel van het Gemeenteblad.
In het Gemeenteblad worden de redevoeringen opgenomen in de taal waarin zij uitgesproken zijn.
2o De begrootingen en alle ontwerpen en voorstellen uitgaande van het Schepenen-College worlen aan den Raad in het Vlaamsch onderworpen. Voorstellen door Gemeenteraadsleden neergelegd worden gestemd in de taal waarin zij gedaaan zijn geweest.
3o De bestuurlijke briefwisseling wordt in het Vlaamsch verhandeld zoowel met bijzonderen als met de Vlaamsche Provincien en Gemeenten, tenzij de belanghebbenden het Fransch verkiezen. Met het Middenbestuur geschiedt de briefwisseling in het Vlaamsch in de mate de bestuurlijke noodwendigheden het toelaten.
Artikels 1 en 2 zijn reeds aanvaard na eene hevige bespreking in de zitting van 29 Januari, die geduurd heeft tot half één 's nachts.
Varia. Het Willemsfonds verkeert in geen bloeienden toestand, het heeft thans zijne gewone uitgaven vervangen door een tijdschrift. - Het Nederlandsch Museum, dat zeker een onzer beste maandschriften was in de liberale wereld, verschijnt niet meer bij gebrek aan genoegzame inschrijvers. Sedert eenige jaren zijn er zoovele tijdschriften gesticht geweeest, dat elke Vlaming bijna het zijne zal hebben! - Het oud paleis der pausen te Avignon gaat in een Christelijk Museum herschapen worden. - In de tentoonstelling van Brussel in 1897 zal waarschijnlijk eene expositie plaats grijpen van de schilden onzer oude maatschappijen van rhetorika. - Het Britisch museum geeft thans facsimile's uit der bewaarde brieven van beroemde personen. - De Vaticaansche bibliotheek gaat hare vermaarde handschriften laten hervoorbrengen. In phototypie is reeds uitgevoerd de reproductie van verzen van
| |
| |
Petrarcha, terwijl de Codex Mexicanus in chromolithographie zal uitgegeven worden. Daarna zal een Terentius- en een Virgihushandschrift volgen, enz. Ook zullen de vele palimpsesten, die de Bibliotheek bezit, op deze wijze voor de toekomst bewaard blijven. - In het puin der abdij van Villers heeft men het graf ontdekt van Hendrik II, hertog van Braband, overleden in 1247, en van zijne vrouw, Sofie van Turingen, overleden in 1274, dochter van Sint Elisabeth, koningin van Hongarije. De beenderen zijn wel bewaard, de man is 1m90, de vrouw 1m80 lang. Men gaat nu zoeken naar de overblijfselen van Smt-Juliana, die in een zijkapel moeten liggen en naar het graf van den hertog Jan II (1355), hetwelk zich aldaar ook te midden moet bevinden. - Men spreekt van het stichten te Dublijn van eene katholieke hoogeschool; te Jeruzalem zouden eenige Europeesche joden plan hebben eene joodsche hoogeschool op te richten. - In geheel het Vlaamsche land worden huldebetoogingen ingericht ter eere van onze Transvaalsche stambroeders ter gelegenhetd hunner overwinning te Krugersdorp op den Engelschen vrijbuiter Jameson.
Is verschenen: Boudewijn Hapken, treurspel in 5 bedrijven door Isidoor Albert, bekroond met den driejaarlijkschen prijs der Nederlandsche tooneelletterkunde, ingesteld door het Belgisch Staatsbestuur voor het 13de tijdvak (1891-1894). fr. 2.25.
Guido Gezelle heeft eenen Kruisweg gedicht, 't is te zeggen een gedicht gemaakt voor elke lijdenstatie. De jonge toonkundige Joseph Ryelandt van Brugge, een leerling van Tinel, zal er muziek op maken. Die kruisweg zou door levendige beelden op zijn Oberammergau's vertoond en door koren en solis ten gehoore gebracht worden.
† Pieter Van Delen, horlogiemaker en letterkundige, te Antwerpen, 77 jaar oud. Hij was een der medestichters van bijna al de Vlaamsche maatschappijen der Scheldestad en schreef onder andere novellen: Thomas Morus, Eene Verovering, Vergiffenis, De Stervende, Verdelging, Umea, De Vondeling, De Ridderbende, Ridder van Ruysbroek, Cornelia, enz enz.
† Mgr Meignan, kardinaal-aartsbisschop van Tours, 79 jaar, dood gevonden in zijn bed. Hij schreef: M. Revan réfuté par les rationalistes allemands, le Pentateuque, les Deux premiers livres des rois, David, Salomon, les Prophéties d'Israël, les Evangiles et les Critiques du 19e siècle.
† Paul Verlaine, Fransche dichter van groot talent, de schrijver van Sagesse, 52 jaar. Hij kwam juist uit het hospitaal een weinig verbeterd van zijne slepende longziekte. Zie de afl. 7, Belfort 1895, studie door den eerw. heer Pauwels.
† Joâs de Deus, een der meest gekende Portugeesche dichters.
† Léon Mabillon, algemeene bestuurder van de spaarkas te Brussel, schrijver van gewaardeerde gegevens over hooge wiskunst en sterrekunde. Hij was een der stichters en opstellers van Ciel et Terre.
† Henne, oud 84 jaar, te Namen, schrijver van eene zeer partijdige geschiedenis van Keizer Karel, (10 bd. 1860) en in medewerking met Alf. Wauters van Histoire de la ville de Bruxelles, (3 bd. 1845).
† Frans Sterck, van Aspelare, gewezen hoofdopsteller van Klokke-Roeland, schrijver van de Sociale kwestie in onze dorpen, en vertaler van The vicar of Wa kefield. Hij was slechts 31 jaar oud.
|
|