Het Belfort. Jaargang 11(1896)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 81] [p. 81] Zwarte gepeinzen. 'T Is waar, geen goed is onvermengd op aarde: Geen roosje bloeit, of 't dreigt met scherpen doorn; Het onkruid schiet ook in den schoonsten gaarde En, hoe men 't zift', toch blijft er kaf bij 't koorn De jonge Lent' brengt stormen aan en vlagen Der zonne gloed schroeit wat door haar ontsproot; Aan 't blozend ooft komt worm en ondier knagen, En wat daar leeft, 't gaat alles tot den dood! Ook Zielsgenot moet vaak de mensch versmaden: Zie jeugdgen moed, dien drift tot waanzin jaagt Wordt liefdelust geen afkeer door 't verzaden? Wordt roem niet steeds door haat en nijd belaagd? Ja, vriendschap puur komt valschheid ondermijnen; Die wijsheid zoekt, smacht in onleschbren dorst Die leert en leidt, moet onder weerspraak pijnen.... Hij is een held, die 't leven moedig torscht Maar neen, 't waar slecht; zóó 's Heeren gift misachten, 't Waar slecht, in 't middel, 't hooge doel belaagd. Vat moed, o mensch, spoor ze aan, uw beste krachten, Maar stel op proef, wat gij geniet, en waagt: Het zij ten goede! U kan geen dood beloeren, Althans geen dood, die 't wezen gansch verzwelgt Maar wel kan hij u ter volmaking voeren: Vat moed dus, streef om wat geen tijd verdelgt Hilda Ram. Antwerpen, October 1895. Vorige Volgende