Het Belfort. Jaargang 10
(1895)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 120]
| |
Uit de pathologie der taal.Gallicismen.Langswaar.‘Ik ken geheime gangen langswaar ik de gevangen kan buiten leiden.’ Dandois, Vlaanderen den Leeuw, 30. In Zuid-Nederland zal iedereen langswaar bezigen - het behoort trouwens tot de volkstaal - zonder er op verdacht te zijn, dat het een gallicisme is par où. Sla maar de Wdl op of Van Dale of Kramers: langswaar is er niet in te vinden. Het Nederlandsch zegt immers uitsluitend waarlangs; dit voornaamwoordelijk bijwoord is gevormd gelijk alle andere woorden van dien aard: waaraan, waarbij, waarboven, waardoor, waarin, waarna, waarom, waarop, waaruit enz. enz., daaraan, daarbij enz.: ‘De hoogovens wezen dus vanzelf den weg aan, waarlangs graphiet kunstmatig kan verkregen worden.’ Enklaar, Gids, '93, 11, 317. Ledeganck heeft beter geweten dan zijne landgenooten: ‘De dichterharp in hand, waarlangs mijn vingren vlogen,’
en ‘een weg... tot aan Germanjes stroom,
Waarlangs uw handel zweeft op vleuglen van den stoom.’
(Aan Antw. 4e en 15e str.)
| |
Stem (in -).Niet lang geleden vond ik deze uitdrukking in 't Volksbelang. Er was spraak van een zanger, die ergens veel bijval geoogst had; hij (het was misschien wel Pauwels, de tenor; ik herinner 't mij niet goed) was, den avond, toen hij gezongen had, in stem. Dat is klaarblijkend een gallicisme: en voix Het Nederlandsch zegt hiervoor bij stem zijn: ‘'s Middags repeteerde (Marie) in de concertzaal met den pianist, die haar accompagneeren zou, en 's avonds zong zij, maar zij was niet bij stem, zij zong zonder uitdrukking, | |
[pagina 121]
| |
verstrooid als 't ware.’ Erna, Elseviers geillustreerd Maandschrift, '94, 5, 505. | |
Synoniem (- van).‘Dit woord (vandingen) is synoniem van het andere (visitacien), doch behoorde tot den (sic) Gelderschen dialect.’ David, Uitg. v.d. werken van Ruusbioec, 3, 227, aanteek. 4. In 't Fransch. synonyme de; daarom in Z.-N. algemeen synoniem van. Het Nederlandsch zegt evenwel synoniem met ‘De ruimte is nog wervuld van dat eigenaardig gegons, dat garèbèg, 't welkGa naar voetnoot(1) in de landstaal synoniem is geworden met het begrip van een Javaansch feest.’ S Kalff, Els. '94, 1, 82. - ‘Synoniem met van den hak op den tak springen.’ A. Beets, Tijdschrift v. Leiden, '94, 1, 72. Ook in het Duitsch synonym mit: ‘Er ist ein aeGa naar voetnoot(2) singular bók-geard synonym mit bók-staef.’ Kluge, Zeitschrift fur Deutsches Altherthum, Band XXXIV, 210. | |
Ten propooste.‘Ten propooste van ons artikeltje Vertrouwen en Wantrouwen.’ Flamingant, 3, 6, '94. De courantier zat met de Nederlandsche vertaling van à propos de in den brand. Deze was nochtans niet verre te zoeken: ‘Naar aanleiding van’ ons artikeltje... Als tusschenwerpsel bezigt het Nederlandsch à propos, 'tgeen ook in Zuid-Nederland tot de spreektaal behoort. | |
Weg (den - maken).‘Wanneer men den weg gemaakt heeft over de bruin-roode rotsen, welke dit uitgestrekte deel der Tentoonstelling begrenzen, bevindt men zich op eens tegenover eene heel andere natuur, op het geheimzinnig grondgebied.’ Volksbelang, 5, 5, 94. Een weg maken is een weg aanleggen, maar dat wordt hier niet bedoeld; wel heeft de schrijver willen zeggen. ‘wanneer men den weg heeft afgelegd’ 'tgeen in 't Fr. heet: quand on a fait le chemin; faire du chemin is inderdaad weg afleggen. | |
Garen (met wit - genaaid).‘De listen met grof wit garen genaaid hebben hunnen tijd gehad.’ Denderbode, 13, 5, '94. Les malices cousues de fil blanc. In 't Nedeil. spreekt men van grove kunstgrepen | |
[pagina 122]
| |
Indrukken.‘Ziedaar het antwoerd: het (volk) zal het (algemeen stemrecht) gebruiken volgens de voorbereiding, die het zal ontvangen hebben, volgens de richting, die men het zal indrukken.’ Denderbode, 3, 6, '94. In 't Fransch is de uitdrukking imprimer une direction à qche gebruikelijk: Le christianisme imprima aux idées une direction nouvelle (Kramers). In 't Nederlandsch geeft men aan iets een richting, doet men iets een richting inslaan of volgen. | |
Stellen (op de hoogte -).‘Vader... volbracht... ook nog wel gedeeltelijk (de taak) van zijn zoon, wien (dien) hij moest op de hoogte stellen.’ C. Buysse, Gids, '94, 4, 8. De Fransche uitdr. is mettre au courant, in 't Nedeil wordt men op de hoogte gebracht. Het gebruik van stellen, onder Franschen invloed, is nog zeer gewoon in de uitdrukking: | |
Einde (een - stellen aan).‘Wanneer zal er te Gent een einde worden gesteld aan het gebruiken van den barbaarschen naam “Vereenigde Artistenmuzikanten” in deGa naar voetnoot(1) plaats van “Toonkunstenaars-vereeniging”?’ Volksb. 30, 6, '94 De Zuidnederlander kent geen ander uitdrukking voor mettre fin à. Het Nederlandsch zegt daarvoor. een eind aan iets maken: ‘De groote predikant Hugo Blain maakte aan (het) raaskallen van zijn collega's een einde.’ Lucilius, Nedl. Spect., '94, 15, 121. Nog komt stellen verkeerd voor in de uitdr. iemand op zijn hoede stellen (of zetten). mettre quelqu'un sur ses gardes, waar het Nederl. iemand op zijn hoede doet zijn of iemand waarschuwt. | |
Gekend.‘De gekende Louise Michel heet die (sic, vr. dien) moord een werk van gerechtigheid’ Volksbel. 30, 6, '94. Vgl. J. te Winkel, Grundriss der Germ. Philol. 1 B. 42, 646: ‘Merkwürdig vorzüglich sind in der Sudnl. Schriftsprache die Gallicismen: wortliche ubersetzungen aus dem Franzosischen, z.B. gekend (fr connu, nl. bekend)’ enz. | |
[pagina 123]
| |
Natuurlijk: connaitre = kennen; connu = gekend en zoo wordt dat verl. dlw. in Zuid-Nederland adjective in allerlei opvattingen gebezigd. In 't Nedl. is het onbekend (niet ongekend); slaat een goed wdb. open, Van Dale, Kramers; het is er niet in te vinden. Het Nedl. bezigt als bv. nw. het verl. dlw. bekend, dat voorkomt in talrijke uitdr. en zegswijzen: de bekende landen, een bekende zaak, iets bekend maken, bekend worden, bekend als de bonte hond, naar den bekenden weg vragen, met iemand bekend zijn, met iets bekend zijn, bekend gezicht. Vgl.: ‘de bekende beoefenaar der Zuid-Afrikaansche (sic, vr. Zuidafr.; vgl. Wdl. Zuidhollandsch) talen, W.H.J. Bleek.’ J. te Winkel, Noord en Zuid, '93, 5, 410. Een gallicisme, dat op 't voorgaande gelijkt, is: | |
Geklemtoond.‘Het runenvers bestaat uit acht syllaben, waarvan vier geklemtoond zijn.’ Max Rooses, Gids, '94, 4, 26. Accentué = geklemtoond, d.i. een verl. dlw. van een werkw. klemtoonen, dat niet bestaat. Het Nedl. bezigt uitsluitend beklemtoond, d.i. met een klemtoon voorzien. Vgl. beambte (zwakke nom.) beblaard, bedaagd, bedompt, befaamd, begaafd, begraasd, behaard, behuisd, beklant, enz. Vgl. ‘In beklemtoonde vreemde suffixen wordt (de korte zuivere i) eveneens voorgesteld door ie.’ Vercoullie, Spraakkunst, § 34. - ‘Het enkel teeken e in onbeklemtoonde open lettergrepen... verbeeld(t) den doffen klank.’ Id. § 25, Uitzond. 5). | |
Czar.‘de opvolgenlijke (!!!) moordpogingen op den czar,’ Volksb. 30, 6, '94 - ‘het (vr. de) opera Czar en Timmerman’, 31, 3, '94. Het gallicisme kan ook in de spelling bestaan. Wij zijn er zoo gewoon aan het woord czar in 't Fr. te lezen, dat we het in onze eigen taal ook op z'n Fransch schrijven; doch aldus geschreven, zou het in 't Nedl. czâr moeten uitgesproken worden; de spelling en de uitspraak zijn in onze taal Czaar. Vgl. Woordenlijst. | |
Procustus.‘...onze spraakdoctrinairen..., die de letterkunde in het Procustus-bed hunner kleingeestige regels willen duwen...’ O. Wattez, Belf. '95, 5, 325. Het Fransch noemt bewusten roover inderdaad, maar onjuist, Procuste. Het Nedl. noemt hem integendeel zeer juist Procrustes, naar de afleiding van προϰρούω = uitstrekken. Verder is het niet Procustus maar Procrustes naar 't Gr. προϰρούστης (uitrekker), vgl. ποιητής (maker). Zoo zegt men ook Demósthenes, Sócrates, niet Demosthenus, Socratus.
Brussel. H. Meert. |
|