Het Belfort. Jaargang 10
(1895)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 79]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sansculot en BrigandVIMaar hoe hoog, denkt gij, zou het getal slachtoffers der Republiek wel klimmen? Wij zullen hier het woord aan een Parijschen dagbladschrijver, aan den republikein Prudhomme, afstaan, en de door hem opgestelde doodenlijst in het kort meêdeelen. Hem in alle geval zal niemand van overdrevenheid beschuldigen: hij was de Republiek uiter herte genegen; en zijne getuigenis zal men ook als onbeduidend van de hand niet wijzen: hij schreef immers toen het bloed nog dampte, en vulde zes boekdeelen met allerlerlei inlichtingen, waaronder twee deelen voorkomen, die niets anders dan de opsomming der slachtoffers bevatten. Zij staan er in aangeteekend met naam en voornaam, met ouderdom, geboorteplaats en bediening, met woon, datum en voorwendsel der veroordeeling, met dag en plaats der uitvoering van het vonnis. En hoeveel telt hij er zulke? Hij teekent aldus 18,613 rampzaligen aan, wier hoofd onder het mes der guillotine viel. Doch buiten die somt hij er nog anderen op, en vermeldt hij b.v. 3,748 vrouwen, die in het kraambed of in gezegenden staat stierven; 15,000 vrouwen en 22,000 kinderen, omgebracht in Vendée en Bortoenje, enz. Maar geen wonder! Het totaal slachtoffers in die twee provinciën bereikt nagenoeg 900,000 man. In Nantes werden rond de 32.000 vrouwen, priesters, edellieden en burgers door Carrier gedood, en te Lyon, 31.000. Zij nu daarbij nog gezegd, dat onder dit getal niet mêegerekend worden de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tallooze slachtoffers, die gruwelijk vermoord werden te Versailles, in het oud-carmelietenklooster en in de abbaye; noch zij die door den kop geschoten werden in Toulon en Marseille, noch de bevolking van het Provençaalsch stadje Bedoin, dat heel en al uitgeroeid werd, omdat men den vrijheidsboom had omgeworpen. In haar nr van den 10 December 1799 schreef de Chronique de France, dat het republikeinsch wangedrocht drij millioen slachtoffers gemaakt had!Ga naar voetnoot(1). Eilaas! en hoe geschiedden doorgaans de strafuitvoeringen? Ah! mochten wij, tot eere der menschheid, een ondoordringbaren sluier over die bloedplassen werpen! De gruwelen, waar de republikeinsche strafuitvoeringen meê gepaard gingen, zijn bijwijlen zoo ijselijk wreed en zoo walgend zedeloos, dat de haren te berge rijzen, en eene | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
koude rilling van afschuw onze ziel aangrijpt... Doch de geschiedenis van gisteren is de leerschool van heden, en, tot beschaming onzer ontaarde voetlikkers van Fransche overheersching en Fransche bloedhonden, wezen eenige bijzonderheden uit die stafuitvoeringen hier mêegedeeld.
In Januari 1792 speelden en rolden de Jacobijnen te Marseille met de koppen hunner slachtoffersGa naar voetnoot(1). Toen het koninklijk paleis op den 10 Augustus overweldigd en geplunderd werd, vermoordden de omwentelaars de Zwitsersche wacht des konings, 26 oversten met 760 soldaten, en terzelfder tijd een groot getal edellieden en bedienden. Dan tasten zij de verbrijzelde voorwerpen opeen, en ‘verbrandden er 17 Zwitsersche soldaten op, die levend in hunne handen waren gevallen, verminkten de lichamen dier ongelukkigen, en oefende op deze de onzedelijkste wreedheden.’Ga naar voetnoot(2) En in Parijs alleen niet verscheen de akelige brandstapel. Geheel Frankrijk door werden de afschuwelijkste moorderijen gepleegd. Barruel verhaalt o.a. de dood van eenen priester, met name Alexandre, die te Reims gemarteld werd. Men had voorafgaandelijk den brandstapel onder de oogen van het slachtoffer opgericht en aangestoken, en als de vlammen omhoog sloegen en het vuur hevig genoeg scheen, wierpen de beulen den armen man er in. Tot drijmaal toe wil de ongelukkige er uit ontsnappen, door het verslindende vuur half verteerd, doch tot drijmaal toe stooten de pieken en bajonnetten der verstokte Republikeinen hem in den vuurkuil terug. En | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
middelerwijl maakten de omstanders een duivelsch gedruisch; tamboers en trompetten, violen en fluiten krijschten ondereen, en mannen en vrouwen dansten er liederlijk rondom, al zingende en tierende: Leve het volk!Ga naar voetnoot(1) Arm volk, eilaas! ‘Den 3 September van hetzelfde jaar,’ teekent de Heer van Baveghem aan, ‘werd de gravin de Perpignan met hare twee dochters, van welke de oudste maar 15 jaren oud was, levend gebraden onder de schandelijkste mishandelingen; en nauwelijks waren zij zieltogende, of men bracht zes priesters aan, die hetzelfde lot ondergingen.’Ga naar voetnoot(2) Uit eenen brief van Chaumette, eenen der dolzinnigste Jacobijnen (6 Mei 1793), leeren wij, dat het bloed te Parijs zoo overvloedig onder het mes der beulen stroomde, dat honden, door den reuk uitgelokt, ter plaatse kwamen toegeloopen, om er zich mede te verzadigenGa naar voetnoot(3). In zijn gedenkboek, Mémoires d'un détenu, verhaalt de republikein Riouffe ons, dat op de St. Antoniusplaats van Parijs eene breede goot was gegraven, om het menschenbloed te laten afloopen, en, terwijl de guillotine zonder verpoozen werkte, waren vier mannen gestadig bezig het bloed met emmers uit dien put te scheppen!... Afgrijselijk!Ga naar voetnoot(4) Te Tarbes deed de commissaris Monestiers de kinderen onthoofden, die voor hunne ouders kwamen genade vragen. Te Rouaan moesten de geestelijken kiezen tusschen te trouwen en 't geloof te verzaken, of ellendig te stervenGa naar voetnoot(5). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Met de republikeinsche feestdagen deed de Sansculot Lebon, die in het Departement van 't Noorden huishield, het orkester nevens het schavot plaatsen. Jonge bedorven knapen maakten zijne eerewacht uit, en hij leerde hun aan, hoe zij hunne ouders moesten afspieden, en aan het republikeinsch bewind overdragen. Eenige dier bengels droegen kleine guillotinen op zak, en schepten er vermaak in vogelen en muizen daarmeê te dooden... Opvoeding op zijn republikeinsch, niet waar?Ga naar voetnoot(1) Te Rennes werden kinderen van 12 jaar door den afgeveerdigde Dubois-Crancé gedwongen, ouderlingen door den kop te schieten, en in Bortoenje deed de commissaris Lecarpentier de hospitalen ontruimen met de zieken naar de guillotine te zenden! Een ander commissaris, met name Taillefer, deed te Cahors zijne slachtoffers op het schavot zingen en comedie spelen! En in Parijs gebeurde het, dat men, uit verachting voor de veroordeelden, de guillotine ter strafuitvoering op eenen mesthoop plaatste!... Kan men walglijker - men vergeve mij dit al te krasse woord, - te werk gaan?... De duivelachtigste wreedheid ging bij den Sansculot met de laagste lafheid gepaard. Luistert nog eene wijl... Arme vrouwen en kinderen werden door Chaudrod-Rousseau onder doodsbedreiging gedwongen, de houtstapels te omringen, waarop men de kerkgewaden, de beelden der heiligen en dies meer verbrandde. Te Atrecht bond Lebon menigmaal zijne slachtoffers aan de staken van het schavot, rukte hunne kleederen van het lijf, liet die rampzaligen alsdan met vuilnis bedekken door het straatgespuis, en, naarmate zij onthoofd werden, deed de beul het bebloede hoofd door de overblijvenden omhelzen!! | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 84]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nog afschuwelijker ging Carrier, de beul van Nantes, te werk. ‘Des morgens,’ verhaalt de reeds vermelde schrijver der bijdragen tot de geschiedenis der Sanculotten, 4e D. bl. 74, ‘deed hij zijne gevangenen door den kop schieten, anderen des middags onthoofden, en 's avonds deed hij er bij honderden versmoren. In een zijner brieven aan Robespierre (30 November 1793), beroemt hij zich, dat hij dien avond 90 oude en zieke priesters had doen verdrinken. Op zekeren avond deed hij ongeveer 400 kinderen van gevangenen aan elkander binden en in de Loire werpen, omdat meêdoogende lieden voor hen om genade smeekten. Priesters en religieuzen, jonge lieden en jonge dochters deed dit helsch wangedrocht aan elkander binden en aldus in de rivier verdrinken.’.... Geen wonder, dat het water van den stroom door het verrottend menschenvleesch bedorven geraakte.Ga naar voetnoot(1) Luistert naar hetgeen de republikein Prudhomme over dien schurk nog schrijft: ‘Ongeveer 80 vrouwen werden op zekeren dag uit het gevang gehaald, naar de strafplaats gestuwd en door den kop geschoten. Daarna werden zij uitgeschud, en hunne lijken bleven hier en daar in het ronde onbegraven liggen.... Eene andere maal werden 500 kinderen van beide geslachten, waaronder het oudste kwalijk 14 jaar oud kon zijn, naar dezelfde strafplaats gevoerd. Nooit en zag men hertroerender en te gelijker tijd afschuwelijker tooneel. Veel van die kinderen zijn nog zoo klein, dat de loop van het geweerschot over hun hoofd vliegt; zij doen angstig en driftig hunne koorden los, vluchten dooreen weg, tot zelfs in de rangen hunner moordenaars, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 85]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zoeken redding tusschen hunne beenen, waar zij zich aan vastklampen, en heffen dan hunne oogen vol afschrik en vol onschuld tot die beulen op; maar niets en doet op die monsters indruk, en zij vermoorden de arme schaapkens voor hunne voeten!’ En, o gruwel! wat in Nantes plaats had, werd insgelijks te Lyon gepleegd. Die stad werd door Collot d'Herbois, den tijger van Lyon, zooals de geschiedenis hem brandmerkt, in eenen dampenden moordkuil veranderd... Ja, over geheel Frankrijk heen hing de lucht vol bloedreuk, en spookte de dood met helsche afgrijselijkheid... Doch waarom nog langer die wreedheden ontsluierd? Het menschelijk gevoel ijst bij al dat leed en wee, bij al dat vuur en bloed. En eilaas! toch dwingt de gang onzer hedendaagsche wereld de stem der geschiedenis wakker te maken, en met haar het Hoedt u! in de ooren van 't slaperige volk tot vermoeiens te herhalen. Ah, kende men maar die Fransche Omwenteling! Arme werklieden, ge zoudt hare roode vlag niet toejuichen! gij zoudt hare Marseillaise niet aanheffen!...Ga naar voetnoot(1) Want denkt gij, dat de Republiek hare slachtoffers onder de priesters en edellieden, onder de beambten en koningsgezinden alleen zocht; dat het eigenlijke volk gespaard bleef en niets dan voordeel trok uit dien omkeer in de samenleving, o dan zijt gij mis, en deerlijk mis. Het is immers met cijfertafels, en onwederleggelijk, bewezen, dat de Fransche Revolutie meer slachtoffers | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 86]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gemaakt heeft onder de volksklas, onder landbouwers en werklieden bij voorbeeld, dan onder eenigen anderen standGa naar voetnoot(1). En stipt daarbij het volgende nog aan: Bijna overal en altijd zag men in de geschiedenis de vrouw eerbiedig gespaard en het kind verontschuldigd. Waar het mes van den beul tegen hen werd opgeheven, viel de vloek der samenleving op den ontaarden dwingeland neer. Heilig is de vrouw, heilig is het kind! Maar de Fransche Republiek hield met die wetten der menschheid geene rekening, o neen! en met duizenden vrouwen en kinderen zag men van kerker tot kerker sleepen; duizenden arme en teedere schepsels zag men met handen en voeten geboeid naar het schavot sleuren, bijwijlen zelfs met ijzeren halsbanden voorttrekken, om verminkt en geslacht te worden als redeloos vee op den rookenden kapblok der Republiek! Arm Frankrijk toch! Heldhaftige reuzen der moderne beschaving! De dooden zelven ontsnapten aan de woede der Sansculotten niet. Riouffe, een aanhanger der Omwen- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 87]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
teling, verhaalt ons, dat de lijken van vrouwen, die op de beulskar bezweken waren, niettemin nog onder het mes der guillotine gelegd werden en onthoofd.. Te midden der vuigste spotternijen en onder het zingen der Carmagnole werden de grafsteden verbrijzeld en onteerd; de assche en overblijfselen werden alhier in den wind gestrooid, alginder met vuiligheid vermengd of in groote kalkputten gesmeten, terwijl men het lood der doodskisten smolt, om er kogels van te gieten...Ga naar voetnoot(1) Doch laten wij die bloedtooneelen daar... Geloove nog wie wil aan de vrijheid, aan de broederlijkheid en de gelijkheid der SansculottenGa naar voetnoot(2) Ah! waarom sterft de weergalm der noodkreten, die over gansch Frankrijk toen opgingen, waarom sterft de weergalm van lieverleê uit!... Beschouwen wij thans de Republikeinen in een ander opzicht. Hoe handelden zij ten opzichte van kunst en eigendom?
(Wordt voortgezet) J. Muyldermans. |
|