| |
| |
| |
Boekennieuws en kronijk.
Keus uit Theokritus' Idyllen, door Dr J.L. Haller, Brussel D kkerij Polleunis en Ceuterick. Ursulinnenstraat, 37, 1894.
Tegenover de groote, laakbare onverschilligheid, die hier te lande veel meer dan elders in zake letterkunde bestaat, behoort er waarachtig moed en veel moed toe om een dichtwerk van eenigen omvang uit te geven. Het is nog erger, wanneer iemand onderneemt eenen dichter of prozaist der oudheid, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk in onze taal over te brengen, want dan moet hij zijn werk of wel in een tijdschrift plaatsen of wel de drukkosten betalen; aan waardeering, laat staan aan eene billijke belooning valt met te denken, dat weet ik uit ondervinding.
Die bedenkingen hebben mijnen gewezen leerling, thans mijnen ambtgenoot niet afgeschrikt: na ons in vloeiende verzen eene vertaling van een meesterstuk der Duitfsche letterkunde, het treurspel Sapho, door Grillparzer, geschonken te hebben, heeft hij, onder drukke ambtsbezigheden, de moeilijke taak op zich genomen een zestal stukken uit de nalatenschap van eenen der liefelijkste zangers uit het oude Griekenland in de versmaat van het oorspronkelijke over te brengen,
Over het leven van Theocritus is ons weinig bekend; uit zijne gedichten kunnen wij, en dan nog niet met volle zekerheid, opmaken dat hij een groot gedeelte zijns levens te Syracuse doorbracht, terwijl Ptolemeus Philadelphus, koning van Egypte, regeerde. In een paar bladzijden geeft Dr H. de mededeelingen van den dichter zelven aangaande zijne loopbaan en lotgevallen en tevens de gissingen der uitleggers, waarbij hij zich tot het volstrekt noodzakelijke beperkt.
Keurig gesteld zijn de verhandelingen over de gedchten van Theocritus, over de Idylle, niet geheel juist in onze taal hardersdicht genoemd, waarin hij de gunstige ea ongunstige - deze zijn niet talrijk - beoordeelingen van Engelsche, Duitsche, Fransche en Nederlandsche geleerden overneemt. Zeer belangrijk is ook het hoofdstuk: ‘Over het vertalen’ met het opschrift. ‘De letter doodt, de geest brengt leven’, waarin S. toont dat hij met eenen meer dan gewonen kunstsmaak bedeeld is en er - zonder de minste aanmatiging - naar streeft beter dan zijne voorgangers gedichten der oudheid in eene moderne taal weer te geven.
De bundel bevat de volgende stukken: Thyrsis of de zang van Daphnis' dood, Pharmakeutria of de Kruidenmengster, Thalysia of het Oogstfeest, de Cycloop, de Visschers en de Syrakusaansche Vrouwen. Bij ieder gedicht is eene critische beschouwing en eene reeks aanteekeningen voor den lezer, die in het leven der Grieken en hunne gebruiken niet best te huis is, gevoegd
De Syracusaansche dichter vordert meer geestesinspanning dan de meeste zijner landgenooten, niet omdat hij eene hooge vlucht neemt
| |
| |
en verhevene onderwerpen behandelt, maar wegens den vorm, waarin zijne verzen gegoten zijn. Nu eens gebruikt hij het Ionisch dialect met eenige Dorische vormen, dit vooral in de epische, lyrische en dramatische stukken, terwijl de taal der eigenlijke herdersdichten zuiver Dorisch is.
Bevoegde en zelfs nauwgezette lezers zullen, hoop ik, gaaine bekennen dat Dr H. zich op eene uitsteker de wijze van zijne geenszins gemakkelijke taak gekweten en onze gemeenschappelijke letterkunde met een fraai beekdeel verlijkt heeft.
Gent, Mei 1895.
J. Micheels.
Hartegalmen. - Mengeldichten door Alexander Stoops. - Gent, drukkerij A. Siffer, 1894. Prijs fr. 2,50.
De lijvige verzenbundel, waarvan de nette, verzorgde, stoffelijke uitvoering tot eer stiekt aan de drukkerij waar het werk ter pers lag, strekt insgelijks de gevatheid van zijn schrijver tot eer, die het talent blijkt te bezitten om in gemakkelijke en vloerende verzen het hef en leed van den huiselijken kring te bezingen, en al de afwisselende gevoelens en aandoeningen te vertolken van een vroom en licht ontvlambaar gemoed. Wel heeft het gemaak waarmede de dichter zijn verzen neerschrijft, hem enkele malen verleid om denkbeelden te berijmen die op zich zelf te alledaagsch zijn om den lezer in een dichterlijke stemming te kunnen brengen. Doch tegen deze opmerking zal de schrijver wellicht, en misschien niet ten onrechte aanvoeren dat hij niet streeft naar hooge poetische vlucht, en dat het hem genoeg is wanneer hij erin mag slagen het stille genot waarmede het leven hem zoo mild bedeelde door anderen te laten medesmaken. Die gedachte welke als het ware al de gedichten van dezen bundel tot een geungen ruiker samenvoegt, en welke zonder dat ze ergens uitgedrukt is, toch deel maakt van de bezieling van elk stukje, is wel geschikt, dunkt ons, om lederen lezer den schrijver tot een nieuwen vriend te maken. Zijne andere vrienden echter, die voor wie zijre luit heeft getrild, zullen het meeste genoegen smaken wanneer zij deze verzen lezen; omdat hun beeld den dichter heeft voorgezweefd bij het zingen, en dat er veel is in deze zangen waarvan het volledige begrijpen noodwendiglijk den intremen vrienden en bekenden moest voorbehouden blijven. Schoon boekdeel voor prijsboek van wat het stoffelijk en van wat den inhoud betreft. (Groote korting per getallen genomen.)
Het Socialismus in Belgie, door Th. Sevens. - Het Davidsfonds verspreidt nogmaals onder zijne lezers een werkje dat dienen moet als behoed- en geneesmiddel tegen de immer voortwoekerende kwaal van het Socialismus. Reeds hadden wij aan de bezorgdheid van dit genootschap de vertaling van P. Cathrein's ‘Socialismus’ door E. Soens (Jaarboek 1892) te danken, waarin de grondbeginsels van dit roodlottig stelsel kort en kloek worden weerlegd In dit nieuw plaatselijk werk, dat wij aankondigen, wordt er meer rekening gehouden van den opgang, de beteekenis en de aanklevers der roode vlag in onze stieken, en zijn dus ook de hulpmiddelen meer op Belgische toestanden toepasselijk.
De heer Sevens onderzoekt, bij het licht der pauselijke brieven, de oorzaken van het Socialismus, de geschiedenis zijner grondleggers, en de verschillende grondbeginselen en noodzakelijke instellingen, zooals de natuurlijke ongelijkheid der standen, den godsdienst, het huisgezin, den ergendom en het vaderland, welke alle door het geweldige stelsel
| |
| |
worden omgeworpen. Het afbreken der vereenigingen te zamen met het vervallen van geloof en zeden, maakten den grond bereid waarop het onkruid zoo welig zou woekeren De tegenovergestelde middelen zullen dan ook tegenovergestelde uitwerksels teweeg brengen Vereeniging, geloof en huiselijke deugden, ziedaar de redding.
Het is altijd goed deugdelijke gedachten onder het volk te zaaien. Schieten de kiemen met aanstonds wortel of wordt hun wasdom door voorbijgaande vlaggen belemmerd, eens toch komt het helder weder en verschijnt de vrucht: daarom hebben de heer Sevens en het Davidsfonds recht op achting en dank.
Geschiedenis van het voormalig Minderbroedersklooster te Antwerpen, door den Eerw. Pater Stephanus Schoutens. - Onder dien titel biedt ons de onvermoetbare en zoo gunstig gekende schrijver een nieuw werk aan dat alleszins dient in aanmerking genomen te worden
Het geldt hier geen schrift enkel voor de tegenwoordige tijdsomstandigheden opgesteld, noch tot den beperkten kring eenrger kloostergemeenten gericht, maar het is de geschiedenis der Minderbroedersorde in de provincie en in de stad Antwerpen.
De schrijver ontvouwt de aankomst en stichting der Minderbroeders te Antwerpen, hun zedelijken en maatschappelijken invloed en al de merkweerdige gebeurtenissen waar zij deel in hadden, door een tijdperk heen van ruim drie honderd jaren (1446 1797) Hij toont ons die kloosterlingen, vereerd met de gunst en het vertrouwen van den adel en de burgerij, en deel nemende aan het lief en leed der Antwerpsche bevolking, in wiens midden zij leefden. De schrijver vermijdt de gewone klip der geschiedschrijvers, de eentoontgheid, zoowel door de verschilligheid zijner tinten, als door de onderscheidenheid zijner talijke verhalen.
Men vindt in zijn werk een aantal dagteekeningen, feiten en bewijsstukken, die tot het openbaar domein der geschiedenis nog met behooren, en evenwel uit de zekerste bronnen, namelijk uit de dagboeken des voormaligen kloosters getrokken zijn.
Deze onuitgegeven stukken werpen een helder licht op sommige daadzaken der antwerpsche Geschiedenis.
Het werk van den E.P Stephanus Schoutens heeft dus eene oprecht historieke waarde en dient plaats te nemen naast de verdienstvolle werken der Antwerpsche Geschiedschrijvers Onmisbaar mag het heeten voor al wie de geschiedenis van Antwerpen in den grond wil kennen
De Antwerpenaar zal et bewezen vinden hoe de Minderbroeders ruim drie eeuwen lang zijne belangen hebben voorgestaan, met eene verkleefdheid die geene palen kent.
Wij wenschen den schrijver van harte geluk.
Laat ons hierbij voegen dat het werk ook prijs verdient voor wat den druk zelf betreft De tekst is klaar, net, op deugdelijk papter en is versterd met een tiental fraaie platen.
Ons dunkens zou men moelijk iets beters kunnen vinden als geschenk in Zondagscholen, in de christelijke huisgezinten, alsmede voor prijsurtdeelingen.
Het is verkrngbaar aan den prijs van 4 frank te Antwerpen bij Van Os-De Wolf, Nationale straat, Van Uffelen, Lombaardevest, J. Kockx, Everdijstraat, alsook bij den schrijver op den Oever.
| |
| |
De Bode van het H. Hart van Jesus. Maandschrift van het Apostolaat des Gebeds en der Belgische Missien van het Gezelschap van Jesus. Geillustreerd maandschrift aan 2 fr. per jaar. Tuinhout, Boekdrukkerij Joseph Splichal.
Sedert ettelijke jaren heeft de godsvrucht tot het H. Hart van Jesus hier te lande meer en meer toegenomen Tot die verspreiding heeft niet weinig het maandschrift geholpen dat de Paters van het Gezelschap van Jesus, sedert 26 jaren. onder den titel van De Bode van het H. Hart van Jesus deden verschijnen. De hoofdoposteller er van, een onzer geachte medewerkers, de zoo geleerde letterkundige P. Loosen, bij het zien van het steeds groerende getal der vereerders van Jesus' H. Hart, besloot dit jaar er merkelijke veranderingen aan te brengen.
Het maandschrift bevat beschouwingen over de devotie tot het H. Hart; korte levensbeschrijvingen van Heiligen of godvruchtige personen, het verhaal van bijzondere gunsten van het goddelijk Hart verkregen Elk nummer, daarenboven, neemt kostloos de aanbevelingen op die de lezers opzenden om eene genade te bekomen. Voor de verhooring dier aanbevelingen bidden de andere lezers, bijzonder de deelgenooten van het Apostolaat des Gebeds en de Apostolieken van Turnhout. Ook bewijst maandelijks de lijst der dankzeggingen dat het H. Hart aan die vereeniging van gebeden een genadig oor leent.
Het zal een waar genoegen zijn voor de duizenden deelgenooten van het Apostolaat des Gebeds te vernemen dat de ‘Bode’ voor Belgie het eenigste officieel orgaan is van hunne broederschap. Zij weten dat elke maand de Prefekt der Propaganda in hunne gebeden een inzicht aanbeveelt dat door den Paus is goedgekeurd. Elke aflevering van het tijdschrift deelt dit inzicht mede, met eene uitlegging er van.
De ‘Bode’ richt zich nog tot rederen Vlaming. De missien der belgische paters Jesuieten, waar talrijke zonen van vlaamsch Belgie arbeiden, waren tot nu toe bijna niet gekend. Dank aan dit maandschrift zal hij nu maandelijks door mededeeling van brieven dier missionarissen op de hoogte gehouden worden van het goed door hen gesticht.
De ‘Bode’, die alzoo, zonder twijfel, in menig huisgezin zeer welkom zal zijn, verschijnt den 1sten van elke maand in eene aflevering van 32 bladzijden in 8o, op gesatineerd papier, met titelplaat en platen in den tekst. De prijs per jaaigang is dezelfde gebleven: 2 fr. voor Belgie, en 2 fr. 50 voor het buitenland. De aflevering van Mei, waarmede de 27e jaargang begint, overtreft verie de verwachting. Vier platen luisteren den tekst op het zijn de afbeeldingen van P. Hillegeer, oprichter van den ‘Bode’, van den H. van der Schelden, eersten drukker, van Onze Lieve Vrouw der Zeven Weeen vereerd te Campocavallo; eindelijk van eenige gedoopte negers te Kimuenza (Kwango). Ziehier een uittreksel van den inhoud: Een apostel van het H. Hart, Algemeen inzicht voor Mei; Onze Lieve Vrouw van Campocavallo, Dankzeggingen en Aanbekelingen, eenige brieven uit West-Bengalen, en uit de Kwango-Missie.
Die aflevering belooft veel. mogen de andere ze evenaarden, en de ‘Bode’ zal talrijke geabonneerden in Belgie bezitten, hetgeen ik hem van harte wensch voor het goed dat hij kan en zal stichten.
N.
Faut-il louer le mérite littéraire des écrivains mauvais? - Bruxelles, Société belge de librairme, in-8o, 64 p. - Prijs: fr. 0,60.
| |
| |
Ten onzen dage moet elk fatsoenlijk artikel uit ‘Boekennieuws’ gewag maken van de ‘leemte die het nieuw uitgekomen werk gelukkig heeft komen aanvullen!’ De vervoerde lezer vraagt zich af: Maar hebben wij zoolang zonder dat schrijven kunnen leven?... Gaan wij ons dan niet wetens en willens aan slender plichtig maken, met van de geschiktheid van bovengemeld werkje te spreken? Kortaf, neen; want waarheid dient gezegd. Overigens de titel alleen heeft zeker de oogen der lezers al nieuwsgierig en belangstellend doen neerslaan.
Over eenigen tijd verscheen in de zoo gunstig bekende Civiltà cattolica eene meesterlijke studie van P. Gallerani over slechte schrijvers en hunne bewonderaars. Ernstig doordacht en bondig uiteengezet waren deze artikelen uiterst wel geschikt om de heerschende dwaalbegrippen te keer te gaan. Dit heeft P. Lintelo ingegeven ze aan ons ook toegankelijk te maken. Heerlijk gedacht voorwaar Hadden er maar velen zulke goede gedachten!..
Voor ons, katholieken, is het gestelde vraagstuk van 't hoogste belang. Een leeraar der hoogere klassen der humaniora b.v., hoe dikwijls moet hij het niet in de praktijk beantwoorden? Wat uitgelegd aan zijne leerlingen? Om eene volmaakte letterkundige vorming te genieten, moet de jongeling met de geschiedenis der letteren en met de buzonderste schrijvers bekend zijn: dit vergt onze eeuw, de eeuw der letterkundige kritiek. Van den anderen kant, weet de meester maar al te wel, wat gevaar voor zeden en godsdienst onder al die bloemen schuilt, zal de jongeling later niet bezwijken aan de bekoring van al de welken te lezen van die talentvolle schrijvers, wier taal en stijl men hem heeft leeren bewonderen?
Eilaas! in de wijde wereld, aan de hoogeschool gebeurt het niet zelden dat men de gevaarlijkste schrijften hooft aanbevelen. Van zeden, van godsdienst geen woord! ‘Maai, jongeling, weet gij wel wat gij leest?’ - ‘Ik heb zulke boeken volstrekt noodig voor mijne letterkundige studien,’ zoo klinkt het antwoorid, met de grootste eenvoudigheid. Zijn dat de begrippen die eenen Christen betamen? Daarbij, - 't wil mij hier de pen uit - hoe dikwijls worden zelfs katholieke dagbladen en tijdschriften de stemmen met, die den roem van verderfelijke schrijvers rondbazuman! - 't Is om wille der letterkunde, zegt men. - Maar waarom dan ook de verdiensten onzer goede schrijvers met erkend? 't Is waarlijk alsof katholiek te zijn en wel de pen te voeren met konden samengaan! Laat ons eens dit wanbegrip afleggen, dat bij onze tegenstrevers alleen de ware letterkunde te vinden is.
Deze vragen oplossen, deze valsche gedachten doen verdwijnen: ziedaar wat onze schrijver voor oogen had. In zijn eerste hoofdstuk zet hij de ware beginselen, zonder partijschap of kleingeestigheid, uiteen, Het tweede hoofdstuk geeft een afdoend antwoord op de alledaagsche opwerpingen. In het derde hoofdstuk eindelijk worden eenige praktische raadgevingen, die den leeraar grooten dienst kunnen bewijzen, voorgesteld. De sierlijke stijl en de aanhalingen uit Don Sarda, P. Faber, Kurth, de Belcastel, graaf Verspeyen enz, zetten niet weinig bij om deze studie aangenaam en tevens doeltreffend te maken.
Wij hopen dat in 't kort dit belangrijk werk in de handen van alle leeraars en opvoeders der jeugd, van alle katholieke dagbladschrijvers zal zijn. Maar bijzonder de jongelingschap moet er kennis van krijgen: zij kan er oneindig veel in leeren, en bijzonder gezonde gedachten putten die haar in den levenswandel van alle gevaar moeten vrijwaren.
Zouden wij ook geene Vlaamsche vertolking mogen verwachten.
| |
| |
Meer dan eene beschouwing, in 't bundeltje uiteengezet, treft regelrecht mannen als de Gencstet, Multatuli, Busken-Huet en tutti quanti...
Davids-Fonds. - Den 16 Mei vergaderden, te Leuven, de afdeelingsbesturen van het Davids-Fonds, om verslag te hooren over de werkzaamheden des Hoofdbestuurs gedurende het verloopen jaar. Talrijk was de opkomst.
De heer P. Willems, algemeene voorzitter, zat de vergadering voor.
Na lezing des verslags, door den algemeenen secretaris, den heer de Potter, en goedkeuring der rekening over 1894 en der begrooting voor 1895, had er eene korte beraadslaging plaats over de ingezonden voorstellen. Vriendelijke gedachtenwisseling, zooals onder de Leden der vereeniging gewoonlijk geschiedt.
Uit het verslag van den algemeenen secretaris vernemen wij, dat het Hoofdbestuur eene som van 3 à 4,000 fr. heeft gestemd voor het standbeeld van kanunnik David, te Lier; 1,000 fr. voor het standbeeld van den dichter Ledeganck, te Eekloo, 200 fr. voor het gedenkteeken op te richten ter eere van Dr Snellaert, te Gent, en 50 fr. voor het gedenkteeken van den volksdichter Andr. de Weerdt, te Antwerpen.
Het Hoofdbestuur, zooals reeds vroeger is gemeld, zal in 1899, zoo God het wil, het 25e jaar zijns bestaans vieren. Daartoe zijn vele middelen noodig en zal het reservefonds der vereeniging, van nu tot dan, jaarlijks moeten vermeerderd worden. Meer nog zal er te geven zijn voor het plechtig herdenken van den Boerenkrijg, in 1798, namelijk in al die plaatsen, waar de kamp voor godsdienst en vrijheid werd gestreden. Het comiteit, gevormd om deze groote plechtigheid in te richten, stelt voor, een dertigtal gedenksteenen te plaatsen in Antwerpsche, Vlaandersche en Brabantche dorpen, als, o.a.: te Rupelmonde, Haasdonk, Beveren (Waas), Wetteren, Zele, Bornhem, Willebroek, St.-Amands, Dendermonde, Geel, Meerhout, Mol, Natten-Haasdonk, Diest, Londerzeel, Hasselt, Kapellen-op den-Bosch, Smaai, Assenede, Izegem enz. Bij voorkeur zullen deze steenen, tot beter behoud, geplaatst worden in de kerken der voormelde plaatsen.
Laten wij niet vergeten dat, zoo het Davids-Fonds hier en daar eene afdeeling bezit, die weinig vericht, er andere zijn, die met veel vrucht den goeden kamp strijden, en dat, in den laatsten tijd, twee nieuwe afdeelingen, eene te Pervijze, eene andere te Namen, tot stand zijn gekomen.
Gezonden uit Brugge: Den 25, 26 en 27sten Oest aanstaande zal het Davidsfonds zijne jaarlijksche leeste vieren in de kunstrijke stad Brugge.
De raad der Brugsche Afdeeling van het Davidsfonds heeft, in zitting van 17 Mei, het programma der feesten vastgesteld en het luidt daaromtrent als volgt:
Den zondag namiddag, rond 3 ure, zullen de vreemdelingen, aan de spoorhalle, door de Brugsche afdeeling ontvangen en verwelkomd worden. Daarna zal een stoet, samengesteld uit al de Vlaamsche katholijke maatschappijen van stad, met muziek en Gildevanen, de leden van het Davidsfonds, door de bijzonderste straten der stad, naar het stadhuis lerden, alwaar hun, door het gemeentebestuur, den eerewijn zal aangeboden worden. Na deze plechtige ontvangste, zal er in de ‘Paryssche Halle’ eene letterkundige vergadering gehouden worden. 's Avonds, om 8 ure, zal er in de prachtige zaal van de Gilde der Ambachten, eene groote toonkundige feeste gegeven worden, onder de leiding van M. Mestdagh. Niets dan vlaamsch muziek zal o uitgevoerd worden.
| |
| |
Den maandag zal er, 's morgens ten 9, eene misse gelezen worden in de H Bloedkapelle. Ten 10, wederom letterkundige zitting, en ten 11, zullen de vreemdelingen, vergezeld door Brugsche vrienden, de merkweerdigheden van stad kunnen bewonderen, en ledereen weet dat er in Brugge, onder opzicht van kunstwerken, in allerbanden aard, veel te zien is Ten 2, vriendelijk eetmaal, daarna wederom eene wandeling in stad, en 's avonds, muziekfeeste in den hof.
Den dinsdag morgend, een uitstapje naar Damme, Blankenberghe of Oostende, en, naar mij vernemen, zal er vergadering van den Landsbond zijn, den zelfden dag.
Dit ontwerp van programma is een bewijs dat er door den raad der Brugsche afdeeling van het Davidsfonds geene moeite zal gespaard worden om de feesten zoo luisterlijk en zoo aantrekkelijk mogelijk te maken.
Afdruksels van dit programma zullen later naar al de afdeelingen gezonden worden
Geene afdeeling ongetwijfeld of zij zal in de feesten van Brugge vertegenwoordigd zijn, en talrijk zullen ze wezen, die de gelegenheid van deze feesten zullen te bate nemen om de aloude stad Brugge te bezoeken, eene echte kunstbloem, en een uitstapje te doen naar de zee of naar de geboortestad van den grooten dichter Van Maerlant.
Koninklijke Vl. Academie. Zitting van 15 Mei: Een brief wordt voorgelezen, waarbij het departement van landbouw en openbare werken bericht dat er vooralsnog geen gevolg kan gegeven worden aan het verzoek strekkende tot het verbouwen eener zaal, die voor de plechtige openbare vergaderingen zou dienen.
De vergadering beslist dat de verslagen over de ingezonden handschriften ter beantwoording der prijsvragen gedrukt en in de eerstvolgende vergadering besproken zullen worden
Als candidaten voor de openstaande plaats van buitenlandsch eerelid ter vervanging van wijlen Dr W Nuyens, worden aangeduid de heeren Dr J. Acquoy, hoogleeraar te Leiden en Karl Tannen, letterkundige te Biemen De verkiezing zal in de zitting van Juni plaats hebben.
Ten slotte wordt bepaald dat de jaarlijksche plechtige vergadering op donderdag 20 Juni, 's namiddags ten 2 ure, in het Academiegebouw zal gehouden worden.
De academie gelast twee harer leden de heeren E. Gailliard en De Flou, de oude Vlaamsche handschriften te gaan studeeren welke in overvloed in de rijke boekerten en musea van Londen aanwezig zijn. Het merkwaardig verslag door die heeren geleverd over hunne eerste zending verleden jaar, is thans verschenen in de laatste aflevering van het bulletijn en als overdruk in den handel gebracht, (fr 2,00).
Het jaarboek voor 1895 is insgelijks verschenen en bevat onder andere de uitvoelige levensberichten van K. Stallaert en J. Habets respectievelijk geschieven door Th Coopman en Frans de Potter
Onder de ‘liberale’ stommiterten, waarmede zekere pers voortduiend de kon. instelling, door ‘liberale’ pennen reeds over een dertigtal jaren gevraagd, bejegent, teekenen wij aan, dat een Vlaamsch (!) bladje van Brussel dezer dagen schreef · ‘De beeldhouwer Van den Bossche is gelast met het beitelen van 't borstbeeld van pastoor Schuermans Dat zal goed staan in de klerikale Academie’ - Is de Academie van Belgie ‘klerkaal’, omdat zij de marmeren borstbeelden bezit van een dozijn katholieke leden, waaronder priesters? En zou de Vl. Acad. ook geusch te noemen zijn, omdat zij beelden heeft van wijlen liberale leden?
| |
| |
Prijzen Joseph De Keyn. - Prijzen van 1000 frank aan Mej. A. Maréchal, regentes der normaalschool te Luik, voor haar boek getiteld: Leçons sur les formes géométriques; aan den heer J.A. Van Droogenbroeck, afdeelingsoverste bij het ministerie van openbaar onderwijs, voor zijne verzameling getiteld. Dit zijn zonnestralen, Gedichten voor de jeugd, aan Mev. Lievevrouw-Coopman, onderwijzeres te Gent, voor haar handschrift, getiteld · Het volkskind, zijn opvoeding en zijn onderwijs; en aan den heer B Van Hollebeke, oud-inspecteur van het lager onderwijs, voor zijn boek: Nouvelles lectures illustrées.
Prijs van Rome - In den prijskamp van Vlaamsche en Fransche dichtstukken bestemd voor den muziekprijskamp gezegd prijs van Rome, zijn bekroond Ashaverus (Vlaamsch) en Calirhoé (Fransch) De jury bestond uit de heeren Gevaert, Benoit, Fetis, prof. Willems, Max Rooses, Samuel en Aug. Snieders Het Vlaamsche stuk zal in het Fransch, en het Fransch in het Vlaamsch worden vertaald
Frans de Cort. - In het heerlijke stadspark van Antwerpen zal het borstbeeld worden gesteld van den Vlaamschen dichter Frans de Cort, den beminnelijken man, al te vroeg ontrukt aan de zijnen en aan zijne talrijke vrienden. Zeer welf de Sinjoren, in het Park wandelende, zullen de gulle, levenslustige figuur van den talentvollen zanger van harte begroeten, en nu en dan, in 't voorbijgaan, weleens een paar zijner verzen herdenken, in welke hij het huisgezin, het vaderland, de liefde of het volk verheerlijkte, maat - ware het niet eene nog beter, duurzamer hulde aan den braven Zanger gebracht, indien eene trouwe vriendenhand de taak opnam, de volledige dichtwerken van Frans de Cort in het licht te geven? Het boek zou niet bijzonder lijvig zijn, om die reden in vele handen kunnen komen en zeer zeker ware zulke hulde verdiend.
Vlaamsche belangen. - Sedert vele jaren drongen de Vlamingen er op aan een bijzonderen Inspecteur van het middelbaar onderwijs te bekomen voor het nazien van het onderwijs der Germaansche talen. Eindelijk is er ons op dit punt voldoening gegeven, en wij zijn gelukkig te mogen bestatigen dat de laatste maatregel, door Minister de Burlet als Minister van het openbaar onderwijs genomen, ten vóordeele van onze taal geweest is. Door koninklijk besluit van 25 Mei is als Inspecteur der moderne talen benoemd de Heer J. Kleyntjens, professor van Nederlandsche taal aan het K. Athenaeum van Brussel. De H. Kleyntjens is een overturgde Vlaming die eene grondige kennis der Germaansche talen bezit en sedert lang deel maakt van het Redactiecomitert van het tijdschrift · L'enseigenment des langues modernes. Hij is wel the right man in the right place; en wij zijn overtuigd dat hij groote diensten aan het middelbaar onderwijs zal bewijzen en veel bijdragen tot het ernstig toepassen der wet van 1883.
Dank aan Minister de Burlet en hartelijkste gelukwenschen aan den Heer J. Kleyntjens.
De nieuwe Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs is de heer Schollaert, vertegenwoordiger van Leuven. Van hem zal meer ten goede der Vlaamsche zaak worden verwacht dan van zijn achtbaren voorganger, die te rekenen had met zijne Waalsche kiezers. De heer Scholaert zal, wij zijn er van overtuigd, niet vergeten dat hij ondervoorzitter is van het Davids-Fonds, gelijk zijn achtbare collega, den heer V. Begerem, het niet vergeet.
| |
| |
† Eduard Nevejans, leeraar aan het Conservatorium te Gent, en gewaardeerde Vlaamsche toondichter.
† Professor Karl Vogt, leeraar aan de hoogeschool van Genever en materialistische en radicale wijsgeer van groote bekendheid. Hij is schijver van vele werken over wijsbegeerte en physiologie, onder andere: De mensch, zijn plaats in de schepping en in de geschiedenis der aarde; Handboek der geologie, de Weekdieren: Vergelijkende ontleedkunde; Brieven over dierkunde; Brieven over Physiologie.
† Gustaaf Freytag, Duitsche dichter en schrijven van vele romans, onder andere van Debet en Crediet. In den Franco-Duitschen oorlog was hij reisgezel van den kroonprins, wiens dagboek getuigt van de vriendschap tusschen den dichter en den toekomenden keizer. Hij stierf te Wiesbaden.
† Paul de Broglie, priester en leeraar van christelijke apologetiek aan het katholiek Instituut van hooger onderwijs te Parijs. Hij schreef onder andere. L'Unité du sanctuaire en Israel, La morale sans Dieu, La vie surnaturelle et les sacrements, L'Idée de Dieu dans l'ancien testament, enz. enz.
Eer hij priester geworden is had hij 13 jaar als officier in zeedienst geweest; hij was broeder van dea staatsman den hertog de Broglie en telde onder zijne voorouders de letterkundige Madame de Stael; Mgr de Broglie, bisschop van Gent in het begin dezer eeuw, was zijn groot-oom. Sterft vermoord door eene waanzinnige vrouw.
† Pater Caprais Verhaeghe, van de Congregatie der HH. Harten (Picpus) in het klooster van Leuven, oud 74 jaar Hij was geboortig van Wervicq. Hij schreef gewaardeerde devotiewerken onder andere: La perfection à la portée de tout le monde, St Joseph, enz.
† Otto Lorenz, de gewetens- en kennisvolle verzamelaar van Catalogve général de la librairie française. Hij werd te Leipzig in 1830 geboren.
† Sophia Fredericq, weduwe van den heer A. Mac Leod, geboren te Nevele, is in de Toevlucht van Maria, te Gent, op 73 jarigen ouderdom overleden. Sophia Fredericq was de halfzuster van Rosalie en Virginie Loveling, en de tante van den heer Paul Fredericq, allen in de Vlaamsche letterwereld genoeg bekend. Zij overleed in gevoelens van godsdienstigheid.
Van haar zijn eenige literarische werken bekend, onder andere: de Menschen en de Dieren.
|
|