Fallen unverbogen, z.B. Den Haag is eene schoone stad, der Haag ist eine schone Stadt, zij wonen in Den Haag, sie wohnen im Haag. Als Eigennamen werden auch die Titel der Zeitungen, Zeitschriften u.s.w. betrachtet, z.B. de eerste jaargang van De Gids, der erste Jahrgang vom ‘Gids’, de schrijver van De Vader des Vaderlands, der Autor der Geschichte ‘Wilhelms des Verschwingenen’.
De tegenspraak is in 't oog vallend.
Hoe behoort men dus te schrijven om juist te schrijven?
Dendermonde.
V.H.
Bestatigen. Daarstellen. - Niet om te vitten, maar in 't belang van de taal, blijven wij beide deze woorden afkeuren, niettegenstaande Dietsche Stemmen er voor pleit. - ‘Bestatigen’ zou het tijdschrift niet verwerpen, al kan het uit de afleiding van dit woord niet goed wijs worden... ‘Bestatigen wordt thans door iedereen begrepen, en wat meer is, wij kunnen het niet missen. Men wil het, ja, vervangen door waarnemen of vaststellen, en dan schrijft men zinnen als deze: hij streed met eenen moed, dien men tot dan toe niet vastgesteld had. (Gelezen in een Vlaamsch dagblad)’
Wie schrijft zoo iets als de laatstaangehaalde woorden? Een brekebeen, geen taalkenner.
Er zijn meer woorden ter vervanging van 't ongelukkige bestatigen, dan Dietsche Stemmen opgeeft; in den zin, hooger aangehaald, kon men zeer goed stellen: eenen moed, dien men tot dan toe niet opgemerkt had, of waargenomen; ofwel waar niemand, tot dan toe, blijk had van gegeven, enz. enz. 't Is geene reden dit woord te behouden omdat ‘het thans door iedereen begrepen wordt’. Een echt passend woord zou ook, ja beter worden verstaan, en bestatigen is een van die ‘stadhuiswoorden’, welke nooit geleefd hebben in den mond des volks.
Dietsche Stemmen zegt ‘over het zoo zeer gewraakte daarstellen’, dat het dit woord zou durven gebruiken in enkele zeldzame gevallen, als uit zich zelven verstaanbaar. - Mis. 't Woord beteekent niets, of 't is: iets stellen, dáar - op eene bepaalde plaats; - dan moet men het in twee woorden schrijven, en komt niet te pas in den zin waar het (meest door de dagbladschrijvers) wordt gebezigd.
Daar wij nu toch over verkeerde uitdrukkingen handelen, zal het niet ongepast zijn, dunkt ons, het overmatig gebruik van ‘op touw zetten’ af te keuren. Men zet tegenwoordig alles ‘op touw’, een tooneelstuk, een roman zijn op touw gezet; een concert, een volksfeest ook al! Touw heeft geene andere bediedenis dan koord: scheepstouw, touwslagerij, enz. Nu, 't komt me voor, dat het nog al moeilijk zijn moet, een boek, een feest op een touw te zetten. Waarom schrijft men niet: op het getouw? Dat, ten minste, bij vergelijking, is verstaanbaar
P.
Bij de Westvlamingen wordt de uitgang -zeele, -seele, in plaatsnamen, zooals Dadizeele, Swevezeele, Aarseele, Moorseele, enz., met