| |
| |
| |
Boekennieuws en kronijk.
Leven van den Eerw. Heer Joannes-Benedictus de Clerck, pastoor van Willebroek, door A.M.J. van Meel, pastoor van Ste-Catharina te Diest. - Drukkerij J. van der Linden, te Averbode. 1894. 134 bl. 8o. Prijs: 1 fr.
Daar verschijnen hedendaags veel boeken op onze Vlaamsche boekenmarkt, en toch ben ik nog niet teenemaal voldaan. Dikwijls vraag ik mij zelven af: hoe komt het, dat men er niet wat meer op denkt, het stof van onze oude bibliotheken weg te borstelen, en een nieuw kazakje te geven aan menigeen dier oude vrienden van 't Vlaamsche volk van vroeger? Mijns inziens zou men voor onze huisgezinnen nuttig werk verrichten, met de degelijkste boeken, welke eens tot genot en stichting onzer bevolking dienden, doch van lieverlede verdwenen, wederom onder den man te brengen, en hun een plaatsje bij den haard in te ruimen.
Hierop heeft de heer van Meel gedacht, toen hij het leven van Pastoor de Clerck heeft uitgegeven. Dit boek zag de eerste maal het licht in de eerste jaren onzer eeuw. Wil dit zeggen, dat deze nieuwe uitgaaf louter een afgietsel der eerste is? O neen! ‘De grond tof, zegt Pastoor van Meel, was goed, allerbest zelfs, maar zij moest gezuiverd, herwerkt en in een anderen vorm gegoten worden. Wij vingen al dadelijk dien arbeid aan; doch door 't inlasschen eeniger nieuwe bijzonderheden en 't aanbrengen der noodige verbeteringen, is het oorspronkelijk werkje zoozeer veranderd, dat er, behalve de verdeeling en de grondstof, maar weinig meer van overblijft.’
Een woordje over den inhoud. Pastoor de Clerck zaliger overleed te Willebroek, den 4 Juli 1804. Hij was geboortig van Reninge, op het fort Knok (21 October 1753), uit welhebbende ouders. Hij deed zijne eerste Latijnsche studiën in het college van Meenen, kwam in October 1772 naar Leuven, waar hij zijnen intrek nam in de Pedagogie De Lelie. om de studie der wijsbegeerte aan te vangen; later ging hij over naar het college van Driutius (Drieux), om er zich op de godgeleerdheid toe te leggen. Eenigen tijd daarna werd hij priester. Eerst predikant in Leuven, werd hij in 1783, met de eerste plaats op het ‘groot concours’ te Mechelen, pastoor benoemd van Willebroek. Hier was hij het voorbeeld van een waren herder, en Pastoor van Meel gewaagt beurtelings van zijne verschillende deugden, van zijne sermonen en onderwijzingen, van zijnen iever en zijne onthechting, van zijne versterving en ootmoedigheid, enz. Stichtend was zijne dood,
| |
| |
gelijk zijn leven was stichtend geweest, en, zoo hopen wij, zal de eeuwigheid voor hem de ruste zijn in den schoot van Abraham.
Het lezen van zulk een leven doet het herte deugd. Wondere dingen vindt ge er niet in beschreven; doch wie beweert, dat zoo iets noodig is om een goed boek voort te brengen? Het ware te wenschen, zoo schrijven wij den Bode van het Aartsbroederschap van O.L.V. van het H. Hert te Averbode na, dat dit werkje in de handen kwame van iederen leerling en van alle jonge levieten. ‘Dit heilig leven zal menigen jongeling aansporen, om den roep tot den priesterlijken staat te volgen, en de jonge priesters zullen er een voorbeeld ter navolging in vinden. Welk boek zou dus beter geschikt zijn tot prijsboek? Daarenboven met den leerlingen goede Vlaamsche boeken tot belooning hunner vlijt te laten meêdragen, zullen ook vader en moeder, broeders en zusters nut trekken uit de prijsboeken.’ Die wensch is ook onze wensch. Met zekere hoeveelheid genomen, kost het boek merkelijk minder, zoo gebrocheerd als ingebonden. Daarbij is het in sterlijke, onberispelijke taal geschreven. Met reden wordt het dus aanbevolen.
J. Brabantsen.
Verslag van het Westvlaamsch Gouwverbond van den Vlaamachen Katholieken Landsbond.
Een brochuurtje van 14 bl., dat ons toelaat onze welgemeende gelukwenschen aan het Westvlaamsch Gouwverbond toe te richten, om de krachtdadigheid en den ijver welke het aan den dag legt. Het licht ons in over doel en streven van het Wvl. Gouwverbond, over de tegenwoordige inrichting en den toestand van den Landsbond, over de algemeene werking van den Landsbond, en ten slotte over de bijzondere werking van den Landsbond in West-Vlaanderen en over de gelduitgaven. Men ziet er uit hoe West-Vlaanderen de kroon spant onder de Vlaamsche provinciën wat de inrichting der Vlaamschgezinde katholieke partij betreft; indien wij durfden, wij zouden er bijvoegen dat wij, gezien die merkwaardige inrichting, zooveel te minder kunnen begrijpen hoe West-Vlaandeten nochtans bij de andere provinciën achteruit staat wat de uitslagen betreft welke de Vlaamschgezinden er bekomen hebben op politiek gebied. - Hoe ellendig is het b.v. tot vóór weinigen tijd niet gesteld geweest met het Vlaamschspreken in den Gouwraad? En is er tot hiertoe één enkele, onder de Westvlaamsche afgevaardigden voor Kamer en Senaat die de belofte heeft gedaan aldaar in onze taal het woord te voeren? In gansch den Brugschen gemeenteraad zetelen er enkel twee of drie leden welke er het woord voeren in het Vlaamsch!
Hartelijk woord tot den Werkman, door Ch. Lucas, doctor in de Godgeleerdheid, secretaris van Z.D.H. Mgr den Bisschop van Luik. Luik, drukkerij van het Weezengesticht Joannes Berchmans, Walenstrant. 1894. Prijs: 1 fr.
Onderrichting gehouden tot de Werklieden van Seraing en omstreken, door Ch. Lucas. Luik, 1894. Prijs: fr. 0,10.
| |
| |
De Ambachtsgilden der Werklieden in de Middeleeuwen, door Godefroid Kurth, leeraar aan de Hoogeschool van Luik, vertaald door Ch. Lucas. (Overgedrukt uit het dagblad ‘Het Centrum’.) Prijs: fr. 0,20.
In België is het overbo lig den lof te maken van alles wat het handteeken draagt van den zoo geleerden als edelmoedigen Luikschen hoogleeraar, Godefroid Kurth. Wat zijne redevoering over de ambachtsgilden betreft, de bijval welke haar te beurt gevallen is, toen ze op ontelbare exemplaren, ofschoon in het Fransch alleen, het land door verspreid is geworden, geeft ons het volle recht den bekwamen vertaler geluk te wenschen ons dezelve thans aan te bieden in de landstaal der Vlamingen. En uit ganscher harte voegen wij er den wensch bij dat eene even ruime verspreiding als het geval was met het Fransche vlugschrift, den vertaler voor zijn moeite moge komen beloonen.
Wat de twee andere werkjes betreft, waarvan de E.H.Dr Lucas zelf de schrijver is, doen wij vooreerst opmerken dat de Onderrichting tot de Werklieden van Seraing (in alle opzichten een uitstekend propaganda-schrift, van 26 bl.) insgelijks deel uitmaakt van het 108 bladzijden lange Hartelijk woord tot den Werkman. Benevens bovengemelde Onderrichting bevat dit werkje vijf voordrachten, in duidelijken, klaren trant, over de uitbreiding en de natuur van 't socialismus, over de gevolgen van 't socialismus, over de middelen om den toestand der werklieden te verbeteren, over de vereenigingen der werklieden volgens de leer des Pausen, en over de wijze hoe de strijd moet gevoerd worden. Gezonde denkbeelden, in heldere, verzorgde taal, met medesleepende overtuiging uiteengezet: zoo aarzelen wij niet het werkje te kenschetsen. Den schrijver hoeven wij geen lof toe te zwaaien, na den lof dien Z.D.H. de Bisschop van Luik zelf hem toekende, wanneer hij den wensch uitdrukte ‘dat dit uitmuntend werkje onder onze dierbare werklieden, wien het bestemd is, ruimschoots verspreid worde’.
In 't jaar één der Socialisten, tooneelspel in drie bedrijven, door Victor De Lille. Prijs: fr. 0,50.
Dit boekje, geschreven door den talentvollen schrijver Victor De Lilie, bevat eene levendige en ernstige wederlegging van 't socialisme het herinnert ons aan 't belangrijke schrijven van Richter, dat ook het leven van een werkershuisgezin afschildert na het in voege brengen van 't stelsel der nieuwe zoogenaamde redders der maatschappij.
De heer De Lille heeft de voornaamste onrechtvaardigheden van 't socialistische stelsel doen uitschijnen op eene eenvoudige doch treffende wijze.
Het werkje is opgedragen aan den weledelen heer Baron 't Kint de Roodenbeke, voorzitter van den Senaat.
Les Trade-Unions et les Associations professionelles en Belgique, par Ernest Dubois, Chargé de Cours à l'Université de Gand. Gand, A. Siffer. beau volume de 230 pages, prix fr. 2.00.
| |
| |
De vakvereeniging staat aan het dagorde; iedereen die de maatschappelijke zaak behartigt studeert ze, zelfs gaat nu een wetsontwerp in discussie komen in de Kamers om haar de rechtspersoonlijking toe te kennen.
Dlt werk willen ontleden ware eene studie moeten schrijven over het gewichtig onderwerp; zeggen wij enkel dat de schrijver niet alleenlijk zijne stof doorgrond heeft, maar ook zijn onderwerp toegelicht en gestudeerd heeft op den klassieken bodem der vakvereenigingen, in Engeland, waar hij in betrekking is geweest met de hoofden der Britsche Trade-Unions.
Voor wie op de hoogte van dit belangrijk onderwerp wil zijn, is een werk als dit onontbeerlijk.
Kon. VI. Academie. - Zitting van 21 Nov. - De commissie van middeleeuwsche letterkunde vraagt de uitgaaf van de vroeger reeds vermelde Chronyck van Brabant en Merchtem; die van nieuwere letterkunde bespreekt het uitgeven der biographieën van Dautzenberg, David, Snellaert en Ledeganck.
Dezelfde commissie heeft een eerste gedeelte ontvangen van het werk van Mr Obrie, over de Vlaamsche rechtstermen, insgelijks een werk over oneigenaardige schrijfwijzen, ingezonden door H. Meert, leeraar te Luik.
De heer Sermon brengt een gunstig verslag uit over het borstbeeld van Ledeganck, door den Antwerpschen beeldhouwer Duwaerts gebeiteld en door het gouvernement voor de Academie bestemd.
Dr Hansen werd voor 1895 tot eersten, M. Ed. Gailliard tot tweeden bestuurder benoemd.
De heer Ed. van Even hield een hoogst belangrijke voordracht over Bloemardinne, de vrouw, die in de dagen van Jan van Ruysbroeck, in de 14e eeuw, leefde en zich destijds door haar veelvuldig besproken, doch tot nu toe weinig toegelichte stellingen, deed opmerken.
Was die Bloemardinne de dichteres Zuster Hadewige? Sommigen bevestigen dit; anderen beweren neen, omdat de taal dezer dichteres een veel ouder karakter draagt.
Werd verleden maand Bilderdijk ter Academie ingeleid; gisteren trad er Vondel binnen, geleid door het nieuwe lid, den heer Gustaaf Segers, leeraar bij 's Rijks Normaalschool te Lier. Hij handelde over Vondel's persoonlijkheid.
De groote dichter, die den krijgsroem der Nederlandsche helden, door de eeuwen heen deed klinken, was nochtans een zeer vredelievend man, en heerlijker zangen dan hij den vrede toerichtte, zullen er niet veel in onze letterkunde bestaan. Hij, soms zoo stil en zoo zwaarmoedig van inborst, was een gezellig en levenslustig man en vroolijke scherts en gulle kout waren hem eigen.
Beide voordrachten zullen in de Verslagen en Mededeelingen opgenomen worden.
| |
| |
Davids-Fonds. - In de laatstgehouden zitting des Hoofdbestuurs is besloten:
den Heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs te verzoeken, eenen Vlaming, en niet eenen Waal, te benoemen tot studieprefekt bij het Atheneum van Hasselt;
bij te dragen, tot beloop van 200 fr., in de kosten der oprichting van een gedenkteeken op het graf van F.-A. Snellaert;
eenen letterkundigen wedstrijd uit te schrijven voor het opstellen eener novelle.
De uitgaven voor het jaar 1895 zijn vastgesteld als volgt:
1. Jaarboek. - 2. De maatschappelijke quoestie, door Th. Sevens. - 3. De Roem van Antwerpen (Rubens). - 4. Vlaamsche liederen op muziek van Duitsche meesters. - Vaderlandsche historie, door David (vervolg).
Ter uitgave (onmiddellijk) is aangenomen een lied, gecomponeerd door den heer Osc. van Durme.
Het Hoofdbestuur hield zich verder bezig met de quaestie betrekkelijk het standbeeld van kanunnik David, te Lier, voor hetwelk de Staat, de Provincie en de stad Lier hulpgelden hebben toegezegd. Eene inteekening zal worden ingericht onder al de afdeelingen van het Davids-Fonds, daar het betaamt dat een goed deel der kosten door de Vereeniging gedekt worde. De Vriendt van Borgerhout is de kunstenaar die het beeld vervaardigt.
- Brugge hield eene feestvergadering en mocht den eerw. heer Erik, Noordschen missionnaris hooren; den 9 December voert Zele het geschiedkundig drama uit Boudewijn van Gent of Wraak en berouw, van den schrijver van ‘Robrecht van Eyne’, den eerw. heer K.L. Van Voordenhove.
- Maandag, 10 December 1894, plechtige prijsuitdeeling aan de laureaten in de prijskampen van het Gentsche Davids-Fonds. De Eerw. Heer Erik-A. Wang, pastoor-missionnaris van Sint Olaf, te Chistiania, en raadsheer van het Apost. vicariaat van Noorwegen, zal eene voordracht geven over dat land en terzelfder tijd eenige der schoonste gezichten toonen uit die wondere ‘Noordstreken’, bij middel van vergrootglazen.
Het Vlaamsch in de Kamers. - Eindelijk heeft onze taal triomfantelijk hare intrede in de Kamers gedaan en zooals het behoorde, mocht onze leider de heer Coremans de eer ervan aan anderen niet overlaten. Stippen wij het aan ‘ad perpetuam rei memoriam’, en ook dat in die heuglijke zitting van 15 November 1894 het woord insgelijks in 't Vlaamsch gevoerd werd door den heer Juliaan De Vriendt.
Bijna al de Vlaamsche volksvertegenwoordigers legden dit jaar hunnen eed in 't Vlaamsch af. Ziehier hunne namen: Brussel: Colfs, De Vriendt, Lauters, Mesens en Van der Linden; Leuven: De Neeff, de Trooz, Nyssens, Rosseeuw en Schollaert; Antwerpen: Biart, Coremans, Delbeke, De Winter, de Ramaix, Koch, Meeus, Ullens, Van den Bemden en Van den Broeck; Mechelen: Broers, Cauwenbergh,
| |
| |
Fris en Lefèbvre; Turnhout: Coomans, de Bioqueville en Dierckx; Hassel: Cartuyvels, de Corswarem en de Theux; Maaseyck: Helleputte; Tongeren: Desmiazières en Indeken; Brugge: Visart, Ronse en De Clercq; Kortrijk: Liebaert, Reynaert en Tack; Roeselare: de Jonghe en Spillebout; Tielt: van der Bruggen; Oostende: Carbon en Hamman; Gent: de Smet, Begerem, de Hemptinne, Van Cleemputte, Eeman, Ligy, Maenhout, De Guchtenaere, Huyshauwers; Aalst: De Sadeleer en Dierickx; Oudenaarde: Raepsaet, De Malander en Thienpont; Sint-Nicolaas: Janssens, Raemdonck, Van Naemen en Verwilghen; Dendermonde: De Bruyn, De Kepper en Van den Steen; Eecloo: Baron 't Kint.
Deden hunnen eed in 't Fransch: De Landtsheere (Dixmuide), Visart (Veurne), Van den Peereboom (Kortrijk), Beernaert (Tielt), Berten, Colaert en Iweins (Yper) en verder eenige Brusselaars.
In den Senaat mocht hetzelfde gelukkig verschijnsel waargenomen worden, niet minder dan 39 leden deden hunnen eed in 't Nederlandsch.
Het is in 1863 dat de eerste parlementaire Vlaamsche eed in de Kamer afgelegd werd en namelijk door den heer Jan De Laet.
Een Vlaamsche groep zal denkelijk in de Kamers gevormd worden, tot dit einde heeft de Landsbond den 2 December eene vergadering te Gent belegd. De zaak is in gang en in goede handen.
Vlaamsche Schouwburg, te Gent. - Goed zijn de Gentenaars, goed als brood! De vijzinnige Vlamingen vragen, jaren lang, eenen nieuwen Vlaamschen schouwburg. Na jaren tegenstribbelen stemt de gemeenteraad het maken van een nieuwen schouwburg, op eene plaats (Koormarkt), die hij wèl wist ongeschikt te wezen voor het doel, en vele klachten te zullen uitlokken, voornamelijk uit hoofde van het XVIe eeuwsch Schippershuis, dat er al achter aan paalt. Aan dien kant des gebouws (Graslei), werden huizen gekocht, lang onbewoond gelaten, eindelijk afgebroken. Nadat de puinen daar twee, drie jaren te zien zijn geweest, wordt in denzelfden gemeenteraad het voorstel gedaan om van het Pakhuis, op de Koornmarkt, dat tot nieuwen schouwburg moest ingericht worden, eene... Beurs te maken. Dit voorstel werd gedaan veertien dagen nadat, vanwege het stadhuis, ten gelieve der vrijzinnige Vlamingen, was bekend gemaakt, dat de bewoners van nog eenige af te breken huizen opzeg hadden gekregen om er van door te trekken en dat de werken aan den schouwburg zonder verder uitstel zouden aangevangen worden.
Gedurende jaren, vóór elke kiezing, is de ‘Nieuwe Vlaamsche Schouwburg’ een kalmeerend middeltje geweest om zekere nuchtere lieden te bevredigen. En die lieden hebben dat, waarachtig! geloofd, hoewel ze, gelijk andere burgers, wel wisten, dat de gemeentekas geen geld had voor eenen schouwburg. Nu de kiezing gedaan is, en er hoegenaamd geen vooruitzicht op beter tijden bestaat bij de nog heerschende regentie, nu laat men den schouwburg maar, waar hij is, met het gevaar van honderden slachtoffers, in 't geval dat daar ooit,
| |
| |
bij eene vertooning, brand kwame uit te barsten, te laten dooddringen en doodroosten.
Men heeft vastgesteld - zonder de minste bevreemding, 't is waar! - dat geen enkele ‘Flamingant’ van den gemeenteraad den mond geopend heeft om het Beursplan af te keuren, zelfs zij niet, die in zeker weekblad ellenlange artikels hebben geschreven tot het bekomen van eenen nieuwen schouwburg!
Zijn de Gentenaars niet goed - goed als brood?
P S. 't Bovenstaande was gezet, toen een dagblad meldde, dat er toch van het Pakhuis een Vlaamsche Schouwburg gemaakt zal worden. Echt - of nog eens voor... de leute?
Nederduitsche boeken, in den vreemde gedrukt. - De heer Wouter Nijhoff, te 's Hage, maakt de redactie van het Belfort opmerkzaam op Bibliographische Adversaria, Ve deel, bl. 231-287 (1886), waar Nederlandsche boeken aangeduid zijn, in den vreemde gedrukt. Ook in het vervolg op de Bibl. Advers., 2e reeks, 1e deel, blz. 221-238 (1894). - Voor deze mededeeling ontvange de heer W. Nijhoff onzen welgemeenden dank.
De Dicht- en Kunsthalle heeft het eerste gedeelte eener reeks brieven, door Ledeganck aan Blieck geschreven, afgekondigd. In een dezer (1836) betwijfelt de Eekloosche dichter, na de verschijning van Van Duyse's Willem Tell, ‘of deze wel gevoelt wat Dichtkunst zij.’ - Deze zinsnede heeft vanwege den heer Fl. van Duyse een antwoord uitgelokt, uit brieven van Blieck aan Pr. v.D., en bewijzende dat eerstgenoemde van een geheel ander gevoelen was dan zijn vriend uit Eekloo...
Is de afkondiging van eene bijzondere briefwisseling wel goed te keuren? Wie een brief schrijft aan eenen vriend, hoe deze ook heete, welke stand of rang hij in de samenleving ook vervulle - denkt er niet aan, dat zijn schrijven openbaar zal worden gemaakt. Vermoedde hij zoo iets, dan, ongetwijfeld, zouden de meeste epistels wel een anderen vorm bekomen dan degene, in welke ze ‘voor den vriend’ worden gegoten. Ongetwijfeld hebben brieven van geleerden, dichters en kunstenaren belang voor de geschiedenis van het vak, dat ze beoefenden, maar het blijft eene zeer delicate zaak, die gansch bijondere stukken in de wereld te zenden. In vele gevallen toch doet men den briefschrijver daarmede een groot zedelijk nadeel, want brieven, soms met haast, onberaden geschreven, verraden weleens leelijke karaktertrekken, of ongelukkige invallen, waar het kunstwerk niets gemeens mede heeft. Zóó is het geval geweest met Bilderdijk; zoo is 't ook met den brief van Ledeganck, blijk gevende van kleingeestigheid en afgunst, en daarbij, meer of min, de uitlegging gevende van het feit, hoe zekere letterkundigen, lang na Ledeganck's overlijden, Pr. v.D. hebben gekleineerd, ja met hunnen haat vervolgd, gelijk Prof. Micheels in zijne schoone studie over den dichter onbewimpeld laat zien.
D.
| |
| |
Wenken en vragen. - Ik vind eene aanteekening dagteekenende van de jaren '40: ‘Een onzer dichters heeft den lof van Elene (dorp in het Land van Aalst) gezongen in rijmen, die niet al te zacht zijn’ enz. - Wie meldt ons, waar dit vers te vinden is?
Plaatsnamen. - De Commissie, bij koninklijk besluit aangesteld tot het overzien der plaatsnamen van België, heeft het eerste gedeelte harer taak voleindigd en den heer Minister de lijst medegedeeld der gemeentenamen van België.
Het werk heeft, betrekkelijk, lang geduurd, maar zoo iets kan niet met overijling worden verricht. Van de grondige studie en den arbeid der Commissie getuigen 18 zware portefeuilles, behelzende, boven de verslagen der 175 zittingen, en het algemeen eindverslag, opgesteld door den heer Coopman, secretaris der Commissie, de uitgebreide briefwisseling met archivarissen, geleerden en plaatselijke besturen, de notas door de Leden der Commissie ingestuurd, en wat dies meer.
De heer Minister heeft het werk der Commissie medegedeeld aan de Commission centrale de statistique, welke haar oordeel er over heeft uit te brengen.
† Antoon Rubinstein, de wereldvermaarde Russische klaviervirtuoos, is te Peterhof in den ouderdom van 64 jaar overleden. Als toondichter viel hem hetzelfde gelukken niet te beurt.
† Louis Figuier, Fransche schrijver, bekend om zijne talrijke wetenschappelijke vulgarisatiewerken. Een zijner meest gewaardeerde gewrochten is Merveilles de la science.
† Mevrouw Weduwe Hendrik Conscience geboren Marie-Antoine Peinen De vrouw van onzen grooten romanschrijver was slechts 75 jaar oud, zij is gestorven te Elsene en haar lijk is in den kelder van haren gemaal, op het Kielkerkhof te Antwerpen, bijgezet.
† Claudio Jaunet, de vermaarde economist en professor aan het Katholiek Instituut te Parijs. Hij was slechts 50 jaar oud; zijn afsterven is een zwaar verlies voor de katholieke wetenschap.
Onder zijne menigvuldige werken, melden wij: Etude sur la lot Voconia, L'internationale et la question sociale, les Etats-Unis contemporains, les sociétés secrètes, le socialisme d'état et la réforme sociale, le Capital, la finance et la spéculation. Hij werkte ijverig mede in het tijdschrift: Réforme sociale.
† Victor Duruy, historieschrijver en oud-minister in Frankrijk; men heeft van hem Histoire des Romains et des peuples soumis à leur domination, Histoire des Grecs, Histoire Universelle, alle werken classiek in zijn geboorteland.
† Francis Magnard, hoofdopsteller van Le Figaro. Hij was Belg van geboorte (Verviers) doch dubbel Franschman genaturaliseerd, want geen gelijk hij bezat den geest in zwang op den Parjzischen boulevaid. Als journalist bezat hij thans misschien zijne gelijken niet, voor wat kennis, taal en iozonderheid klaren en soberen stijl betreft. Ongelukkiglijk was de man een scepticus.
† Kanunnik Maffre, bestuurder der Semaine religieuse d'Albi; hij schreef onder andere een werk over het leven en de werken van Lacordaire.
|
|