Coremans; verder, van de heeren J. Devriendt, Verhees, K. Brants, pastoor Daens, D'Hooghe-Bellemans, Meyfroidt, De Winde, Stienon, Chielene, Lebon, Priem, De Pelsmaker, Lambrechts, Du Catillon, De Ceuleneer, Laporta, Plancquaert, Van Caeneghem, Vliebergh, Lein, Devisschere, Van Neste, Backx, Fabri, enz.
‘De algemeene vergadering’, lezen wij in de Gazette van Brugge van 22n Augusti, ‘schijnt ons voornamelijk gewichtig. Drij van de voornaamste kamerheeren Coremans, Helleputte en Janssens, voerden daar het woord en hebben verklaringen afgelegd, die 't aanstippen waard zijn.
Vlaamsch spreken in de Kamers is het recht, zelfs door de Walen erkend, van de afgevaardigden der Vlamingen.
Wij mogen verwachten dat er van dit recht gebruik zal gemaakt worden in de aanstaande Kamers.
M. Helleputte verklaarde dat hij de eerste zou zijn om zulks te doen.
M. Janssens, van St-Nikolaas beloofde dat hij de Vlaamschsprekenden door het Vlaamsche woord zou ter zijde springen.
M. Coremans vroeg verleden jaar, toen de Kamer in geheime zitting hare begrooting besprak, de benoeming van snelschrijvers die het Vlaamsche woord konden opnemen.
Gegrond is dus de hoop dat Vlaamsch zal gesproken worden in de nieuwe Kamers.
Dit zal niet gebeuren zonder dat storm ontsta, maar wat zullen Walen en Vlaamschonkundigen vermogen tegen het recht van geheel een volk? Wat zullen zij kunnen tegen eenen onvermijdbaren toestand, als Vlaamsche volksjongens zullen gekozen worden door de werklieden, gelijk het bij de antisocialisten te Gent zal geschieden?
Dit zal een der gevolgen zijn van de wijziging der grondwet en voorzeker een harer gelukkigste gevolgen.’
Dit jaar was het Congres van den Volksbond, zoo mogelijk, nog beter geslaagd dan de vorige jaren
‘De algemeene vergadering, zegt het Fondsenblad van 10n September, begon om 10 ½ ure, er waren 1500 personen in de groote feestzaal aanwezig.
De eigenlijke afgevaardigden waren ten getalle van 300; zij vertegenwoordigden 200 maatschappijen of groepen, te zamen 60000 leden sterk.
Men bemerkte twee afgevaardigden van Fransche maatschappijen, de Ligue démocratique (volksbond) van Rijsel en de Cercle d'étude (studiekring) van Reims; alsook de afgevaardigden van vier Hollandsche werksmanskringen: Dordrecht, Rotterdam, Den Haag en Arnhem.
Het bureel was samengesteld uit de heeren Helleputte (Leuven),