oud-leeraar Prof. Kürth op het Oudheidskundig Congres van Antwerpen (1885) en Namen (1886) nader bepaald en toegepast in zijn Glossaire toponymique de St Léger. (Zie verder de opstellen van Dr Cuvelier in gemeld Jaarboek I en II.)
De Bilsensche Kattenberg heeft zijn ontstaan niet te danken aan 't edel geslacht der Katten, maar aan de winning De Kat, gelegen n 't naburige gehucht Lethen. (Cf. nog 't Kattebroek, Katbogaerd, Katstege.) Gemelde gronden hoorden bij gemelde pachthoeve. Wie leerde ons zulks? Gichtenboeken en archieven der gemeente, bladzijde na bladzijde overzien en waar we dus vonden dat onze Kattenberg in bezit was der hoeve ‘in de cat tot Leten’ (anno 1597).
Wie een plaatsnaamkundige studie onderneemt moet de kennis van 'n geschiedkundige bij die eens taalkundigen paren en Katten of Franken niet te gauw tusschen de beenen des lezers werpen. Zoo beteekent het Bilsensche Vrankrijk, Vrank, Vrankenbosch heel eenvoudig vrank-rak, vrijbeemd, gemeen beemd, vaine pâture, vrije weidegrond (‘het gemeyn broeck genaempt den Vranckerick’ 1645). En, opmerkenswaardig, de vroegere naam der naburige molen was Assermoelen en heden heet een nabijliggende grond volksetymologisch den vuilen hengst. (Zie hierover Verdam Mid. ned. Wb. op esch, eschbroekenc, enge, engebroek, ancsbroek = ‘bouwgrond, welke bij een dorp of landgemeente behoort, en die aan verschillende eigenaars in gemeen, schappelijken eigendom toebehoort...’)
Een ander Aschbroek (tusschen Bilsen en Waltwilde), ook een vrije weidegrond waar iedereen mocht ‘heyen ende weyen’, gaf aanleiding tot een vreemd geding tusschen beide gemeenten (in 1698; hierover een lijvig verslag in de Bilsensche archieven), geding waarin bewuste kwestie van vrij weiden juist besproken wordt.
Besluit: de eerste god des plaatsnaamkundigen weze het stadsarchief, de tweede bestaat uit Verdam, te Winkel, De Vries, Verwijs, De Bo, Schuermans, Vercoullie, Rutten, Tuerlinckx... met Egli, Förstemann, Taylor en Cie.
Anders spelen ons Katten en Franken perten.
Yperen.
Cam. Huysmans.
Gelezen in een tijdschrift: ‘De inschrijvers op den 5n jaargang genieten ook van dit voordeel.’
In 't Fransch, ja, zegt men: jouir de quelque chose; in 't Vlaamsch is 't: iets genieten.
Zoo zuur als hengst is eene vergelijking die in eenige streken der Kempen veel gebruikt wordt. Wat beteekent hengst hier en hoe dient het w. gespeld te worden: hengst, heingst of engst, eingst? (Sommigen laten h hooren, anderen niet.)
Aan hengst, Fr. étalon valt hier zeker niet te denken.
St. Ant.
C.