Wenken en Vragen.
Geen grijs Haar meer! - Alle vijf voet komt ge het tegen: ‘Geen grijs haar meer!’ - Overal, alle nieuws- en aankondigingsbladen zeggen het in dikke, vette letters aan alle lezers,... en terwijl ze dit de wijde wereld insturen, helpen zij om iedereen grijs haar doen te krijgen.
Ha, ge lacht er mee? - Ik niet; het is heel ernstig... Pak een gazet... lees...: Er is iets gebeurd... ‘Op een gegeven oogenblik viel hij van het dak’...... ‘Op een gegeven oogenblik biak het ijs en...’... ‘Op een gegeven oogenblik gingen de peerden op hol...’
Hewel, zoudt ge er geene grijze haren, ja zelfs, geene horens van krijgen? - ziet ge daar het allerheidenst ‘Fatum’. of ‘noodlot’, niet weer? Of veronderstelt ge dat er iemand, of eene onbekende en ongeziene knecht met het uurwerk in de hand, het teeken geeft op juist dat oogenblik om dat ongeluk doen te gebeuren? Belachelijk, en kretelijk is het... en de bladen die zoo schrijven, welken naam zij ook hebben, zijn fel tegen ons taaleigen, tegen het gezond oordeel en tegen onze kristelijke gevoelens...
Ge zult me misschien opwerpen: vele bladen schrijven ‘op zeker oogenblik’. - Hewel is dat eene wettiging? - Op zeker oogenblik ben ik geboren; op zeker oogenblik kwam het gedacht in mij op tegen dit misbruik te schrijven; op zeker oogenblik nam ik de pen er voor in hand, en op zeker oogenblik zult ge dit lezen... Waarom niet: ‘Op eens, plots, plotselings, onvoorziens, al met eens, eensklaps’? - Al wat er gebeuit, al wat er gedaan wordt, heeft zijn oogenblik van begin... maar nergens of nooit heb ik een ongeluk op een gegeven oogenblik weten voorvallen... want dan is het geen ongeluk, maar een misdrijf of slechte daad... en dikwijls nog om een gegeven oogenblik te zijn, is er een wel voorziene en uitgerekende aanslag noodig.. zou het niet?
Drogenbosch.
Jozef Truyts.
‘Zel (drempel), van het fr. seuil’, schrijft J.M. Swennen, op bladz. 161. Is dit wel waar? Ik meen dat het andersom is, dat het Fransche woord seuil komt van het Limburgsche zel, Vlaamsch zulle of zille, Friesch sille, Engelsch sill, Angelsassisch sylle, Nedersassisch of Platduitsch sill, Hoogduitsch schwelle. Zoo is dan seuil een van die duizend woorden die uit het oorspronkelijke Germaansch (Frankisch), in de hedendaagsche Boeren-Latijnsche mengelsprake van Frankrijk zijn overgebleven.
Haarlem.
J.W.
Ridder of meersman is te Aalst in gebruik in de opvattingen door den heer J. Van Landschoot in de Febr.-afl. aangeduid; dus met toepassing op het spel en ook van eene geneeskundige operatie.
Ridder of meers wordt daar niet gezegd, evenmin als ridder of mis.
De oorspronkelijke uitdrukking is door genoemden heer en door P. Guido Gezelle (Belfort, '94, 2, 162) volkomen toegelicht.
Te Aalst zegt men in dezen zin ook nog boschman zijn van