| |
| |
| |
Boekennieuws en kronijk.
Am Römischen Grenzwall. Altgermanische Erzählungen von Hermann Hartmann. Minden i.W., Bruns' Verlag. - Bij den grooten toevloed van boeken van allerlei aard, waarmede de Duitsche boekhandel, jaar op jaar, tegen Kerstmis, ook onze boekemarkt pleegt te voorzien, was er ditmaal een werk, dat wellicht minder dan anderen van gelijksoortigen aard in ons land bekend is geworden, maar dat juist bijzondere opmerking verdient. Een werk dat zekerlijk velen onzer lieden van kennis en smaak, in den goeden, ouden zin, zal behagen. De schrijver is Dr Hermann Hartmann te Lintorf in Hanover, een man die land en lieden, oud en nieuw, van zijne vaderlijke gouw, het Hanoversche deel van noordelijk Westfalen, rondom Osnabrück, en niet verre van de Noord-Nederlandsche grenzen, kent als niemand anders - een man die reeds herhaalde malen, in verschillende belangrijke werken (Bilder aus Westfalen, Wanderungen durch das Wittekindsgebirge, Das Buch vom Sachsenherzog Wittekind, enz.) het leven van zijne Westfaalsche landslieden, zoo uit de tijden van het begin onzer jaartelling als uit de jaren van den strijd tusschen Franken en Sassen tijdens Karel den Grooten, zoo uit de middeleeuwen als uit den hedendaagschen tijd, op het gebied van de geschiedenis, en bijzonderlijk van de geschiedenis der beschaving heeft beschreven, ten deele in romantische versiering, maar steeds genomen uit een zuiver wetenschappelijk oogpunt.
Thans heeft Dr Hartmann bijzonderlijk zijnen Westfaalschen landslieden, maar ook in zekeren zin het Nederlandsche volk onzer oostelijke gewesten benoorden den Rijn, dat zoo na aan het Westfaalsche verwant en eveneens van Nedersassischen oorsprong is, in zijn jongste, pas verschenen werk, boven genoemd, eenen bundel belangrijke en schoone verdichte verhalen aangeboden. Zes novellen, streng naar de eischen der geschiedkundige wetenschap, maar in liefelijk-romantischen vorm, stellen ons het leven en streven van het volk in Neder-Germaniën voor oogen, ten tijde van de eerste verschijning en de vestiging der Romeinen in hunne gouwen, en vergunnen ons eenen blik op den belangrijken invloed dien de Romeinen op de Germanen hebben uitgeoefend in
| |
| |
vrede en krijg, in lijden en strijden, in handel en wandel, in huis en hof, op bergen en in bosschen, op velden en op wegen. Eene zeer aanzienlijke reeks van belangrijke, ten deele uitgebreide aanteekeningen van zuiver wetenschappelijken aard besluit dezen bundel verhalen, en strekt tot aangename verduidelijking van een en ander, dat in die novellen bijzonderlijk de opmerkzaamheid des lezers wekt.
Het werkje, niet van grooten omvang (168 bladz.), eene degelijke, ook eenvoudig-fraaie uitgave, strekt den schrijver tot eere, en is alle aanbeveling weerdig. Het vinde, in den ruimsten zin, ook onder ons zijnen weg.
Haarlem.
Johan Winkler.
Historisch en Kritisch overzicht van het Vlaamsch Tooneel in de XVIIIe eeuw, door O. Van Hauwaert, leeraar bij het koninklijk atheneum van Chimay. Gent, A. Siffer, fr. 1,50.
Dit werk door de Koninklijke Vlaamsche Akademie bekroond in een harer laatste prijskampen, levert een volledig overzicht onzer dramatische kunst in de 17e eeuw en mag een wetenswaardig boek genoemd worden. Wil dat zeggen dat wij alles in het boek goedkeuren? Neen, eenige deelen zijn te lang en andere te kort behandeld en de taal, goed in het algemeen, was toch vatbaar voor verbetering.
De schrijver schetst hoe tijdens de Spaansche heerschappij, wanneer de oorlog in ons land woedde, de dramatische kunst om zoo te zeggen eenen zekeren dood te gemoet ging en hoe ze tijdens het twaalfjarig vredeverdrag, den 9 April 1609 te Antwerpen gesloten, wederom werd opgebeurd.
De dichters en rederijkers gaven hunne verwachting van den vrede op het tooneel lucht, en de kloostergestichten luisterden de prijsdeelingen hunner leerlingen met tooneelvertooningen op, die telkens door eene groote menigte volks werden bijgewoond.
Ook de Landjuweelen, die wederom in voege kwamen, brachten er oneindig bij toe om de dramatische kunst te bevorderen.
Na den twaalfjarigen vrede had men een nieuw verval aan te stippen, tot wanneer een nieuw gesloten vrede in 1659, wederom de gemoederen opwekte en eenen regelmatigen gang verzekerde aan de dramatische kunst.
De dichters bezongen den vrede en trachtten door zinnebeeldige handelingen de waarheid te bewijzen van het oude spreekwoord: Pax optima rerum.
In al de bijzonderste steden van het Vlaamsche land beijverden zich de rederijkers om de tooneelspeelkunst in aanzien te doen klimmen.
Betreurlijk is het dat de tooneelschrijvers die, in de 17e eeuw, de klucht wilden op het tooneel brengen, onmachtig om door fijnen en scherpen geest, door luimige en pittige opvatting de gebreken der maatschappij het volk voor oogen te brengen, hunne toevlucht namen tot de bloote voorstelling van de bedorven zeden des volks.
| |
| |
Later nochtans stonden er kloeke tegenstanders op, die tegen de onzedelijke strekking des tooneels te velde trokken.
Zekere Joan De Grieck, onder ander, van Brussel, schonk zijne landgenooten eene reeks werkjes, waarin hij trachtte het zedelijke peil des tooneels te verhoogen.
Dr Amand De Vos heeft eene derde aanklacht bij de Kamers van vertegenwoordigers gezonden. Lokeren, drukkerij van We De Smet.
Men kent het gebeurde met den bataljonsdoctor De Vos, zijn werk Een officier geworgd zet geheel de toedracht der zaak omstandig uiteen. Tegen wil en dank is hij om ongeneesbaarheid, zoo luidt het, op pensioen gesteld, terwijl hij beweert niet alleen met geene ongeneesbare ziekte aangedaan te zijn maar zelfs springlevend in volkomen staat van genezing te verkeeren. Hij beschuldigt de onderzoekscommissie enkel een onderzoek voor den vorm ingesteld te hebben, en voor wat zijne radicale genezing betreft, steunt hij op het certificaat hem verleend door de heeren Boddaert, Bouqué, De Cock, Deneffe en Van Bambeke, hoogleeraars bij de Universiteit van Gent en door Dr Cruyl cliniekoverste bij het burgerlijk gasthuis ook alhier.
Dr De Vos afgescheept in de militaire wereld, vraagt recht aan de vertegenwoordigers der natie.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal. - Onlangs verscheen de afl. Onzin - Ooilaan, door Dr A. Kluyver en Dr W.L. De Vreese; nu kwam van de pers Bom - Boos, door Dr J.W. Muller.
Hans Sachs. - Nuremberg gaat dit jaar met luister den vierhonderdsten verjaardag vieren van de geboorte van haren beroemden inboorling den schoenmaker-dichter, den deken der Duitsche meesterzangers.
Hans Sachs werd geboren in 1494 en stierf in 1576; men zegt dat hij ongeveer 6000 gedichten vervaardigde waaronder 53 gewijde stukken, 64 farcespelen en 59 fabelen. In vele zijner gewrochten komen heftige en grove hekelingen voor op de misbruiken van zijnen tijd.
Het vierde nagenoeg zijner werken is uitgegeven; er komt een keus zijner schriften voor in de Deutsche Dichter der 16 Jahrhundert van Goedeke en Tittmann (nieuwe druk 1874, 3 bd.).
J. te Winkel schrijft in de ‘Vragen van den dag’ eene zeer lezenswaardige studie over de Vlaamsche Beueging en haar belang voor de Noord-Nederlanders, over het algemeen met veel onpartijdigheid.
Wij vinden er nochtans eene ‘liberale’ fabel in, die reeds tienmaal weerleid is, namelijk als voor het Davids-Fonds, eene ‘lagere contributie, dan bij het Willems-Fonds, het lidmaatschap er van, ook voor den eenvoudigen volksman, mogelijk’ zou maken.
Dit is valsch. Geen enkel lid van het Davids-Fonds betaalt min dan 5 fr. 's jaars, hetwelk, overigens, bewezen is door de rekening, welke in ieder Jaarboek is aan te treffen.
| |
| |
Dr August Snieders. - Reeds verschillende bladen hebben od het initiatief van Ons Vlaanderen het uitmuntend gedacht opgeworpen eene nationale betooging interichten ter eere van onzen grooten Antwerpschen romanschrijver. Met geluk en geestdrift sluit Het Belfort er zich bij aan. Dr Snieders wordt niet alleen in Zuid- en Noord-Nederland gewaardeerd, de Franschlezenden hebben ook reeds menige zijner werken door de vertaling mogen genieten, en onlangs nog gaf La Revue Générale de overzetting van stukken uit zijn laatste boek Sniederiën.
Congres. Wij vestigen de aandacht op het Nederlandsch Wetenschappelijk Congres der katholieken, dat dit jaar te Brussel den 4, 5 en 6 September zal gehouden worden.
Een Fransch comiteit, onder voorzitterschap van Mgr d'Hulst; een Hollandsch, onder voorzitterschap van Dr Schaepman; verscheidene Duitsche, Oostenrijksche, Italiaansche en Zwitsersche komiteiten eindelijk, zijn tot stand gekomen om, in hunne afzonderlijke landen, talrijke bijtredingen uit te lokken. Met Spanje, Engeland en Amerika zijn onderhandelingen aangeknoopt. Deze bijzonderheden welke een uiterst belangrijk en welgeslaagd Congres schijnen te voorspellen, ontleenen wij aan het bericht der inrichtingskommissie.
Voorts lezen wij er dat tot op dezen dag 550 bijtredingen ingekomen zijn, en dat men niet wanhoopt door eene ijverige propaganda het getal van 2500 te bereiken, zooals op het Congres te Parijs, verleden jaar.
Voorloopig heeft men de volgende afdeelingen aangenomen: 1) Godsdienst, 2) Wijsbegeerte, 3) Recht en staathuishoudkunde, 4) Geschiedenis, 5) Wiskunde en physica, 6) Natuurkunde en levensleer, 7) Menschenkunde, 8) Taalkunde. Misschien komt er nog eene afdeeling bij van christelijke kunst, en eene van aardrijkskunde.
Terwijl het vorige Congres nagenoeg twee honderd bijdragen heeft uitgegeven, zijn tot hiertoe slechts een vijftigtal beloften van bijdragen ingekomen.
Aan den anderen kant treft ons het geringe aandeel der katholieke geleerden uit Vlaamsch-België, in de werkzaamheden van het toekomende Congres. Wij schrijven het hieraan toe, dat er in Vlaamsch-België eigenlijk nog geene propaganda werd voor gemaakt. Uit al onze krachten sporen wij ze aan, het hunne bij te dragen tot het welslagen eener onderneming, welke - zooals blijkt uit een hoogst waardeerenden brief van kardinaal Rampolla - ten zeerste de hooge goedkeuring van Z.H. den Paus bezit.
Men zende zijne bijtreding tot den heer André Dumont, leeraar ter katholieke Hoogeschool van Leuven, secretaris van de inrichtings-commissie.
Dr Weber. - Aan den grijzen centrumsman Dr Weber, den dichter van Dreizehnlinden, Goliath, enz., is ter gelegenheid van zijnen
| |
| |
80n verjaardag, op 26 December, door den H. Vader de Gregoriusorde verleend. Het Westf, Volksbl. bevat uit Nieheim eene openlijke dankzegging van Dr. Weber zelven voor de hem op gemelden datum gebrachte hulde door eene deputatie der Centrumspartij van zijn kiesdistrikt Höxter-Warburg, nadat hij juist van eene zware ziekte hersteld was.
Maurits Jokaï. - De Hongaren hebben den 5n, 6n en 7n Januari plechtig het jubelfeest gevierd van hunnen nationalen dichter, die niet tevreden de onafhankelijkheid van zijn vaderland in zangen met geestdrift te verbeiden, ook een werkdadig deel nam in den strijd.
Ter gelegenheid van deze plechtigheid hebben verschillende Hongaarsche gemeenten hem burger hunner stad gemaakt; hebben menige geleerde genootschappen hem tot eerelid uitgeroepen en heeft de hoogeschool te Pesth hem vereerd met den titel van Docter honoris causa. De Minister van openbaar onderwijs is hem komen begroeten en een letterkundig gedenkteeken gaat hem opgericht worden in vorm van eene prachtuitgave zijner volledige werken, die niet min dan 100 boekdeelen beslaan.
Boeken. - In 1893 werden er in Frankrijk ongeveer 20,000 boeken uitgegeven en daarin komt Parijs alleen voor nagenoeg 6,200. In 1892 was het nagenoeg hetzelfde getal, doch de hoofdstad telde er dan een 200 min.
Als zulke hoeveelheid drukwerken verschijnen in één land alleen - en elders komen er in evenredigheid niet min uit de persen - is het dan te verwonderen dat er een ‘crise du livre’ bestaat? Nauwelijks is een werk aangekondigd of een ander komt het den loef afsteken, en de voorraadkamers der uitgevers proppen op met hetgeen men noemt ‘winkeldochters’.
Van den eenen kant deze vermenigvuldiging van het boek en van de andere zijde het verminderen van studie en leeslust, en het feit dat zoovele menschen geen ander verstandelijk voedsel meer zoeken dan in bladen en hoogstens in tijdschriften, baart het dan verbazing dat zoovele uitgevers vallen en vergaan gelijk sneeuw onder de zon, en dat de schrijversgilde de spiegelingen ofte fata morgana van het beloofde land met zijne rijke druiventrossen, verder en verder zien wegdansen?
En in zulke hoeveelheid gedruksels, natuurlijk hoeveel kaf!
Het Recht. - Dit kloek vlaamschgezind Antwerpsch weekblad, waar zoovele onzer leiders in schreven, dat 20 jaar dapper en onversaagd op de bres heeft gestaan, heeft ongelukkiglijk met nieuwjaar opgehouden te verschijnen. Nochtans is de strijd niet uitgestreden en doet zijn verdwijnen eene leemte openvallen.
Alhoewel in alles niet eens met het Meetingistisch strijdblad, moeten wij het toch bedanken voor de goede diensten aan deze zaak bewezen en brengen wij het onze hulde tot afscheidsgroet. De optrek. kende wacht slaat aan en biedt de wapens voor de aftrekkende wacht-
| |
| |
Nestor De Tière. - Dezer dagen werd te Brussel eene huldebetooging gevierd ter eere van dezen talentvollen en vruchtbaren tooneeldichter, den schrijver van Hermina, Zieleketens, Vorstenplicht, De Grolpot, Liefdedrift, Belsama, Roze Kate, De Spiegel enz. Met dit laatste werk behaalde hij in 1892, in de Kon. Vl. Academie, den driejaarlijkschen staatsprijs van tooneelletterkunde. De feestelijkheid bestond in een feestmaal, de vertooning in den Vlaamschen schouwburg van een zijner laatste werken, het aanbieden van zijn portret door den kunstschilder Broerman en van zijn bronzen borstbeeld door den beeldhouwer Broecke.
De Tière, geboren te Eine, telts lechts in de dertig jaren.
Koninklijke Vl. Academie. - In zitting van 17 Januari werd, om zoo te zeggen met eenpangheid van stemmen, tot werkend lid gekozen de weledele heer de Maere Limnander, de verlichte en bevoegde beschermer der Vlaamsche Kunst en Letteren en de schepper van Brugge-Zeehaven. Men herinnert zich met welken tact en welk beleid hij het Nederlandsch Congres te Gent in 1891 voorgezeten heeft; hij was ook voorzitter van het Congres alhier in 1867 en van dat te Brugge in 1884.
Het overige der zitting werd aan huishoudelijke zaken besteed.
Davidsfonds. Yper vierde feest in de Iweynszaal; Zele voerde op Geschenk van Graaf Chaberdan van Silvester; Aarschot vergaste zijne leden op eene voordracht door den heer Vermeyle; Borgerhout gaf een dramatisch zangspel ten beste en richtte eene spreekbeurt in vervuld door den heer J. Crels; Antwerpen ontbood den eerw. heer Dr Claeys van Gent. Ziehier hoe het Handelsblad zich uitlaat over deze redevoering:
Hij sprak ons over de moedertaal, over het verleden der Vlamingen en over hunne toekomst, over den rijkdom der Vlaamsche taal.
In welke beelden heeft hij ons het roemrijk verleden terug voor de oogen getooverd!
Voorwaar, Dr Claeys is een kunstenaar van het woord en zijn redenaarstalent is zoo veelzijdig als onderscheiden.
† Hoogleeraar Van Beneden. - België heeft eenen zijner roemrijkste zonen en de Hoogeschool van Leuven eenen zijner bekwaamste leeraars verloren.
Dr Van Beneden werd te Mechelen geboren in 1809. In 1831 reeds, werd hij bewaarder benoemd van het kabinet van natuurlijke historie te Leuven en in 1835, werd hij er met het geven van eenen leergang gelast. In 1853, werd hem door het Institut de France den grooten prijs toegekend; in 1843 stichtte hij te Oostende een laboratorium voor dierkunde.
Hij mag terecht een der stichters van de hedendaagsche dierkunde genoemd worden en zijne beroemdheid, zegt hoogleeraar Renard, overschreed alle grenzen. In alle werelddeelen was Van Beneden door
| |
| |
de mannen der wetenschap niet enkel gekend, maar geacht, gewaardeerd, geraadpleegd en gevolgd.
† Hendrik Beyaert staatsbouwmeester; het afsterven van dien kunstenaar van hooge en gewaardeerde waarde is een echt verlies voor het land. Hij werd te Kortrijk geboren den 29 Juli 1823. Zijne bijzonderste gewrochten zijn: het hotel der Nationale Bank, (met medewerking van den heer Wijnant-Janssens), de fontein de Brouckere, de werken van het kasteel der Hallepoort, het huis ‘De Kat’ (in 1876 bekroond), de square van den kleinen Zavel (1878), de heropbouw van het verbrande paleis der Natie (1884-86), het hotel van het Ministerie van IJzeren wegen (1887), dat van de Spaarkas (1889-93), alle te Brussel; verder het stationsgebouw te Doornik, het kasteel te Wespelaar, de Nationale Bank te Antwerpen, enz. enz.
† Jan ter Gouw, de geschiedschrijver van Amsterdam, is te Hilversum overleden 80 jaar oud. Hij schreef ook nog werken over de Gilden (1866), de opschriften en uithangteekens (1867), en eene geschiedenis van Nederland (1868). Zijne geschiedenis der hoofdstad begint met 1275 en eindigt slot 16e eeuw (8 bd.) De schrijver trok in 1830 te velde tegen de Belgen, later werd hij onderwijzer te Amsterdam.
† Jacques Demogeot oud-leeraar van de Faculteit der Letteren te Parijs; gedurende 4 jaar verving hij Désiré Nisard in zijn leeraarstoel ter Sorbonne. Hij schreef: Histoire de la littérature Française, werk dat 24 uitgaven beleefde, Histoire des littératures étrangères, Notes de métaphysique en eene berijmde vertaling van Lucain's Pharsale.
† Pastoor Johaan-Martin Schleyer de uitvinder der Volapük of wereldtaal. Hij werd geboren te Oberlanda in Baden en stierf te Constanz 61 jaar oud. De man was een echte polyglotte, hij kende 37 talen.
† Dr Jacob Gijsbert de Hoop Scheffer, rustend hoogleeraar te Amsterdam. Beoefenaar der Nederlandsche kerkgeschiedenis, laat hij onder ander achter: Geschiedenis van de Hervorming in Noordnederland tot op 1551 (2 deelen, 1873), en eene onvoltooide geschiedenis der Nederlandsche doopsgezinden.
† Baron Karl von Hasenauer, de beroemste bouwmeester van Oostenrijk sedert Ferstl, Hansen en Schmidt. Zijne bijzonderste scheppingen zijn de koninklijke musea van Weenen, het paleis van graaf Lützow, het paleis der nijverheid in de wereldtentoonstelling van 1875, de burgschouwburg, het keizerlijk kasteel te Lainz, de veranderingen (nog onvoltooid) aan het keizerlijk paleis in de hoofdstad en de architectonische deelen der monumenten aan Maria-Theresia, Tegetthoff en Grillparzer.
| |
| |
† De eerw. heer Adolf Goemaere te Meenen in den ouderdom van 73 jaar. Hij is schrijver van verschillende Vlaamsche en Fransche werken; hij was de broeder van wijlen H. Goemaere, den pauselijken uitgever te Brussel en stichter van Le Courrier de Bruxelles.
† Dr Justus Karl Hasskarl te Kleef, 82 jaar oud. Hij laat vele schriften achter over het plantenrijk in Java; hij was het die in de Nederlandsche bezittingen de kinaplant invoerde.
† Waddington, senator, gewezen ministerhoofd van Frankrijk en gezant in Engeland. Hij laat werken achter over oudheidkunde.
† Pater de Reynon, S.J. - Hij was leeraar in physica te Parijs, en schreef gewaardeerde werken over wijsbegeerte en godgeleerdheid.
† Talouarn Bretoensche dichter, 77 jaar.
|
|