Bekendmakingen.
Engelsche Philologie. - Johan Storm, hoogleeraar te Chri stiania, bewerkt de tweede, vermeerderde uitgaaf van zijn werk: Englische Philologie, onmisbaar voor dezen die de wetenschappelijke studie van 't Engelsch aanvangen. De eerste aflevering over de klankleer der levende spraak is verschenen bij Reisland te Leipzig (9 M.).
Plaatsnamen. - Dr Jellinghaus arbeidt aan een woordenboek der Westfaalsche plaatsnamen.
S-Verbindingen. - Te lezen in de Beiträge van Edward Sievers eene belangwekkende studie over de S-Verbindingen in 't Oud. hoogduitsch. (XVII, 2.)
Oudfriesch. - ‘ Ondanks zijne weerde is von Richthofen's Oudfriesch Woordenboek heden toch grootendeels verouderd. Zoolang wij geen nieuw woordenboek bezitten, - en daarop is er nu nog niet te denken, - is het noodzakelijk menige misslagen te verbeteren en de ontbrekende woorden in te voegen.’ Aldus spreekt Otto Bremer. Buitenrust Hettema gaf reeds Bijdragen uit tot het Oudfriesch woordenboek. Vele verbeteringen zijn er te vinden in de Oudoostfriesche Spraakkunst van Dr Van Helten. Al die verbeteringen heeft Otto Bremer A B C wijze gerangschikt. (Beiträge XVII, 2.)
Eenheid van Taal. - Wij lezen in 't Ned. Museum van 15 Januari '93: ‘Ik wil op de vraag niet meer terugkeeren, noch aantoonen dat soms zonderlinge gedachten over de taal en over een taal aan den man gebracht worden, alsof een taal een kunstmatige eclectische hutsepot van de tongvallen was - maar ik moet verzenden naar mijn artikel, dat door de dringende herhaling van den H. Bols, steeds gewichtiger wordt; ik moet zijne stelling tegenover mijne besluitselen stellen en verklaren, dat indien onze Nederlandsche taal nu nog niet bestaat, indien op den avond der 20e eeuw, die algemeene schat nog moet gevormd worden, het daarvoor, gezien onze omstandigheden en ons verleden, te laat is; dat er ons niets anders te doen overblijft dan onze Vlaamsche beweging op te vouwen, aan onze taal, letterkunde en beschaving den rug toe te keeren, en ons in de Fransche beschaving gedwee te laten opslorpen. J.V.’
Wij meenen dat het voor ons niet meer te laat is dit vraagstuk te onderzoeken dan voor onze Germaansche stambroeders in Duitschland. Daar ook worden verschillige stelsels vooruitgezet en aangekleefd. Lees o.a. in de Indogermanische Forschungen van verleden jaar de lange opstellen van Noreen en Johannson over hetzelfde onderwerp. Met eenen vermelden wij de zevende uitgaaf van het werk van K.G. Andresen, over Sprachgebrauch u. Sprachrichtigkeit im Deutschen. (Leipzig, Reisland, 6 M.)
Schuimwoorden. - De Duitschers nemen hunnen toevlucht tot de Dietsche taal om hunne taal te zuiveren. Bij hen bestaat er ook eene groote beweging om de bastaardwoorden uit de taal te weren. Onlangs leden verschenen: Heyse's allgemeines verdeutschendes Fremdwörterbuch, 17e uitgaaf bezorgd door Otto Lyon (Hannover, Hahn);