Het Belfort. Jaargang 8
(1893)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 293]
| |
Gheluwe.Ga naar voetnoot(1)Gheluwe? Gheluwe is een der schoonste en meeste dorpen van Westvlaanderen. Wij hebben hier den naam volgens de oude spelling en gedaante en zouden nu Geel moeten schrijven volgens den eisch der beteekenis van dezen dorpsnaam. Dit dorp wierd het gele, het geluwe genoemd, even als Gheluvelt, een naburig dorp, en Ghelubroek, een oud moeras tot heerlijkheid bedegen, naar de laag goudgele zavel, die aldaar den bodem uitmaakt en zeer ondiep ligt. De inwoners van dit dorp zijn brave Vlamingen van Friso-frankischen oorsprong, lijk hunne zoetvloeiende mond- en moederspraak het te kennen geeft en ze moeten in 't verleden vlijtig gewerkt hebben om hunnen hobbeligen bodem, hunne heiden en moeren, hunne bosschen en zavels in vruchtbare velden en welige akkers te herscheppen. Zeggen wij maar aanstonds, dat de heer Emiel Huys, een geleerde Vlaming, de sekretaris dier volkrijke en bloeiende gemeente, hunne geschiedenis geboekt heeft en een werk geschreven, dat wij als het toon- en oorbeeld eener plaatselijke geschiedenis mogen aanschouwen. Het doet ons genoegen op een dorp een man tegen te komen die zijn ledigen tijd aan geestesleven, aan edele bezigheden, aan navorschingen op wetenschappelijk gebied weet te besteden.
Geene enkele wetenswaardige bijzonderheid heeft aan zijnen ijver ontsnapt. | |
[pagina 294]
| |
Overal hebben wij gezocht, mannen van 't vak geraadpleegd die aanhoudend snuisteren in oorkonden en bewijsstukken: niets hebben wij kunnen ontdekken dat in de geschiedenis van Gheluwe niet aangestipt wordt. In de uitgegeven stukken en bescheeden, in 's lands archieven te Brussel en te Rijssel, in de plaatselijke handvesten heeft hij rijkelijk geput en de vruchten zijner betrouwbare nasporingen heeft hij gekneed en doorwerkt tot een tafereel van 't leven en de beschaving dezer landelijke bevolking, van hare staatkundige en ook van hare maatschappelijke bedrijvigheid in 't verleden.
Waarom leest ge zoo gaarn het nooit volprezen werk van wijlen M. Poullet: Histoire politique interne de la Belgique? Waarom vindt ge zooveel smaak in de uitmuntende Geschiedenis van den Belgischen Boerenstand, door onze kundige medewerkers de Potter en Broeckaert, van de Koninklijke Vlaamsche Academie? Omdat we daar zoover verwijderd zijn van de geschiedenis der veldslagen; omdat ze ons 't leven der vaderen afschilderen, hunne instellingen en hunne beschaving; omdat ze om zeggens de voorgaande tijden wezenlijk voor onze oogen doen opdagen. Welnu 't is aan 't licht der uitkomsten van die nuttige werken dat de geschiedenis van Gheluwe geschreven wierd. 't Is de echte, geleefde, belichaamde toepassing van die kostbare navorschingen op de bevolking van Gheluwe.
Zoo dat wij hier met eene deugende, eene echt wetenschappelijke monographie te doen hebben. De kronijk, de aaneenschakeling der geschiedkundige gebeurtenissen op Gheluwe is niet dor en vervelend: ze is heel aantrekkelijk in den kader der algemeene geschiedenis omlijst. Wij zien de inwoners van Gheluwe vooreerst te voorschijn komen ten tijde der Van Artevelden en deelnemen in den rampzaligen veldslag van Rozebeke. Wij lezen wat al baldadigheden en verwoestingen zij te onderstaan hadden gedurende den geuzentijd en later onder het Spaansch en Oostenrijksch tijdvak, meest ten gevolge der wreede oorlogen door Lodewijk XIV in Belgenland gevoerd. Wij zien de verschillige legers die Meenen bestormen, te Gheluwe manschappen inlegeren of slag leveren, branden of plunteren en wij verstaan iederen keer ten gevolge van welke gebeurtenis, de vreemde soldaten Gheluwe binnentrekken. | |
[pagina 295]
| |
Een eigenaardig uittreksel der oorkonden komt ons van tijd tot tijd het gebeurde naar de wezenlijkheid voor oogen leggen. Eene plaatselijke geschiedenis kan heel belangwekkend wezen. Wilt ge het opkomen van 't Vlaamsch gemeentewezen verstaan? Wij hebben om zeggens, al de werken van beteekenis gelezen die daarover geschreven wierden. Een enkel werk zal u een duidelijk begrip geven van de Vlaamsche gemeente, waarover er zoovelen met geestdrift spreken zonder iets van den oorsprong of de ontwikkeling der Vlaamsche gemeenten te verstaan. Leest Ypriana van wijlen Alphonse Van den Peerenboom en alsdan zult gij over de Vlaamsche gemeenten mogen medespreken. Si licet parva componere magnis, wij zullen u zeggen dat gij een uitmuntend denkbeeld zult opvatten van den voormaligen toestand eener landelijke bevolking, na het lezen van de Geschiedenis van Gheluwe. Wij zullen het heel nederig bekennen: wij hebben in het boek van M. Huys zeer veel geleerd en vernomen hoe onze vaderen voortijds bestuurd en gevonnisd wierden. De instellingen van vroeger dagen begrijpen: dat is de grootste voldoening van dezen die eenigen geschiedkundigen zin hebben. Wij wenschen M. Huys van herten geluk met zijn 3e deel over de leenroerigherd; 't is uitmuntend geslaagd en 't is oprecht aangenaam al die eigenaardige en schilderachtige namen van leenen te zien voorbijtrekken, als men verstaat hoe dat alles in elkander zat en hoe de instellingen der vaderen ook schoon en bewonderenswaardig waren. Welken arbeid moet dit deel, van den schrijver niet gevergd hebben! Liefhebbers van geslachtkunde zullen ook in het werk negen zeer volledige en nauwkeurige stamtafels van edele familiën aantreffen. Navorschers van Germaansche namenkunde zullen veel belang vinden in twee bijlagen, in de lijst der hofsteden, een kostelijk stuk van 't jaar 1496 en in de lijst Gheluwenaren die als buitenpoorters van Kortrijk aanvaard wierden van 1408 tot 1503.
Wij mogen dus het werk dringend aanbevelen aan al onze lezers die de geschiedenis beoefenen. Het diene ook als prijsboek in de scholen. Zeggen wij ten slotte dat het boek in keurig Nederlandsch en vloeienden trant opgesteld, ook heel netjes van de pers is gekomen.
J. Claerhout. |
|