Het Belfort. Jaargang 7
(1892)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 21]
| |||||||||||||
Graten - raten.HET is dikwijls wonder hoe de verbeelding van het spraakmakend volk het gedacht in een stamwoord bevat, op verschillige wezens zoo toepassen kan dat het somtijds moeilijk wordt de verbindtenisse te ontdekken die het volk tusschen de zoo verschillige wezens heeft gevonden. Die deze verbindtenisse wil achterhalen moet ook zijne verbeeldinge te werke stellen en 't en valt niet zelden voor dat de taalvorscher, door schijn bedrogen, eenen gansch kwalijken weg inslaat. Het woord, waar hier sprake gaat af zijn, heeft ook zóo zonderlinge verwanten, dat het bijna onmogelijk schijnt te zijn, op 't eerste zicht, de aanverwantschap goed te maken. In 't Vlaamsch immers noemt men Graat, grate, raat, rate, ratel enz.:
Daar zijn drij verschillige soorten van graten dus maar 't ziet er verre familie uit. Nochtans laat ons' nen keer wat nader kijken. Ik vermoede stijf dat graat, raat, ratel enz. maar eene gedaante 'n is van eenen woordenstronk die inging met hr -; met kr -; met gr - en, bij wegvalling van eenen keelstaf, met r -. De wissel tusschen ingaande keelstaven bestaat nog in hummen, kummen, gummen; in gleister, kleister enz. Deze woordenstronk ging uit op -t of -k, wissel die in uitgaanden stavengrepen zeer gemeen is.
Bijblad van 't Belfort. Philologische Bijdragen. - 1e Jaar, nr 2. April 1892. | |||||||||||||
[pagina 22]
| |||||||||||||
Het hoofdgedacht van geheel den stronk moet: baar, staf, stang, roede, streep, straal zijn; of bij uitbreidinge hiervan: iets dat met staven, roeden gemaakt is, een roosterwerk, een traliewerk. Zoo is vischgraat = een enkele steker, tot vischgraat = geheel de kam of rake stekers van het rugbeen overgegaan. Het is wonder hoe in vele talen hetzelfde woord: roede, staf enz. ook dienst doet voor straal. Zoo heeft men lat. Radius = roede, speke, (keersrechte) landvore
Mijne tandpijne is nu wat verboomd = vervlogen. Dien haat tusschen Jan en Pier zal wel verboomen = vervliegen, vergeten geraken. Me'n gaan die schuld niet laten verboomen legt Loquela no 5-1887 uit: niet laten vergroeien, boomachtig, staande worden. Zoude het niet zijn laten vervliegen, verdampen, vergeten geraken? Mijn tanden zijn boomsch, legt Loq. 12-87 uit: mijn tanden stralen. vl. b) Graat = steker, stok, staf.
Daar is reeds de aanverwantschap van graat-steker en graat-straal uitgeleid. Graat = steker, staf en van daar: tralie-, roosterwerk heeft nog andere vertegenwoordigers in onze taal of in zustertalen.
| |||||||||||||
[pagina 23]
| |||||||||||||
Rek en raak staan tegenover elkaar lijk stek en gesprek tegenover staak en spraak. Men hoort in steê van rek ook nog rak. Hoe nu is dit gedacht op de bieënratels kunnen toegepast worden? Men kan reeds bemerkt hebben dat de Franschen doen lijk wij en dat hetzelfde woord Rayon, Raie, a) straal, b) rij striep en c) honinggraat beteekent. Waarom heeten zij het biewerk nu: des Rayons? In het schoon boek van Ch. Daolant: ‘l'abeille et la ruche’ staat het volgende: ‘Ce nom vient sans doute de ce que ces constructions se montrent en feuilles ou raies parallèles qui remplissent la ruche.’ De latijnen noemden de ratels: favus, favi, ital. favo, duitsch. wabe, vl. wave*, waaf*, wafel, 't is te zeggen een koeke met putjes van weerzijden, 't zij van meel of van was. Doch Vergilius in zijn Georgicon zegt: IV boek, vers 214:
... et crates solvere favorum. | |||||||||||||
[pagina 24]
| |||||||||||||
Crates is eigentlijk iets dat met wissen, roeden, staven gemaakt is, een vlechtwerk een rooster, (craticulla ital. gratello), eene eegde (eng. harrow, hark, raak). Crates spinoe is de ruggraat en Crates favorum is de honingkoekgraat ofwel, zonder dat ik veel vreeze van mij te bedriegen, het traliewerk, de rooster der koeken. De engelschman zegt het nog veel klaarder. Hij noemt die koeken: The combs. Combs meerv. zal vroeger wel comb enkv. geweest hebben, lijk graten vroeger wel graat zal hebben geweest. Het engelsch heeft nog grate maar 't bediedt tralie, en: raspen. Een comb = kam is iets als eene raak, een weverskam, en een weverskam is traliewerk. 't Lat. noemde raak, eegde, weverskam en kam allen met 't woordeken pecten. Keert eenen biekorf, die vol is, eens omme end omme, en alles is opgelost. Gij 'n ziet niets dan gelijk loopende honingraten van den eenen rand des korfs tot den anderen gespannen, slachtend de gelijkloopende staven van eenen rooster, van eene tralie en dit zoo treffend dat de latijnsche, fransche, engelsche en vlaamsche biehouders zonder aarzelen het biewerk met den naam van traliewerk hebben bestempeld. En zoo komt alles goed en is den familieboom van hrak, raak, raat, grate, ratel enz. ten deele uitgeleid.
Amaat De Paepe. |
|