Het Belfort. Jaargang 7
(1892)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 400]
| |
J. Bal's Geillustreerd verklarend woordenboekGa naar voetnoot(1).Het Verklarend Woordenboek van professor Bal gaat verschijnen. De Heer Siffer, met zijne gewone bereidwilligheid, heeft ons de reeds afgedrukte bladzijden (800) ter hand gesteld. Wij brengen hem hier, in het voorbijgaan, onze hulde, onzen dank. Immers het onderhavig boek mag onder de schoonste drukwerken gerekend, die door de hedendaagsche typographie in het licht gezonden worden. Wij hebben moeten wachten, 't is waar! - Doch niemand zal het ontkennen, dat de samensteller van een gewrocht van zulk gehalte en zulken omvang het festina lente uit het oog niet mocht verliezen. Want hij moet iets degelijks, iets volledigs en, zeggen wij het rechtuit, iets nieuws voortbrengen. En welke hinderpalen heeft hij uit den weg niet te ruimen; met hoeveel en welke moeilijkheden heeft hij niet te kampen; met welke zorg moet hij niet te werk gaan, om de navorschingen, die hij, na jaren werkens en zoekens, op het gebied van taal, van kunsten en wetenschappen heeft ingeoogst, te boek te brengen en waardig te maken van het geletterd publiek?
Iets nieuws! - Beantwoordt de arbeid van den E.H. Bal aan deze vereischte? Het mangelt ons niet aan schoone, nuttige en weten- | |
[pagina 401]
| |
schappelijke woordenboeken, die, elk op zijn gebied, hoogst te schatten, hoogst te waardeeren zijn. - Men kent onze etymologische werken. Men kent de reeds verschenen afleveringen van het Nederlandsch Woordenboek, door de Vries en Te Winkel ontworpen en door groote geleerden voortgezet; men kent het Nederduitsch letterkundig Woordenboek van Werland; men kent het Nieuw Woordenboek der Nederlandsche taal, door Van Dale-Manhave in het licht gegeven. - Daarenboven, geschriften van grooteren omvang, handelende over kunsten en wetenschappen, werden uitgegeven. Wij spreken van de Geïllustreerde encyclopedie van Winkler Prins (in 16 volumina) en van Sythoff's Woordenboek voor kennis en kunst (in 10 volumina). - Het Biographisch Woordenboek der Noord- en Zuid-Nederlandsche letterkunde, door Frederiks en Van den Branden, maakt ons bekend met onze oudere, nieuwere en hedendaagsche schrijvers. - De Idioticons van De Bo, Schuermans, Tuerlinckx putten uit de schatten, die de volkstaal houdt ingesloten in iedere gouw, in ieder dorp en in elk vak. Doch een werk, dat de stof dier lijvige boekdeelen als samenvat, - een werk, dat, in minderen vorm, van kleiner gehalte en dus aan geringeren prijs, én kennissen, én wetenschappen, én kunsten in ieders bereik stelt, zulk een werk, zulk eene encyclopedie werd in de voorraadkamers onzer taalkundige magazijnen vruchteloos opgezocht. Frankrijk ook heeft zijne grootere encyclopedieën, maar het bezit tevens kleinere woordenboeken: de Dictionnaires explicatifs van Larousse, Bénard, Gazier, Guérin, enz., die als de korte inhoud zijn dezer uitgebreide kunstgewrochten en die derhalve la science pour tous mogen genoemd worden. God zij geloofd, wij ook zullen een dictionnaire explicatif hebben; wij ook zullen een geïllustreerd Larousse bezitten, - een Verklarend Woordenboek, dat het vade mecum zal zijn én van geleerden, professors en studenten, én van schoolknapen, én, zelfs van den burger en den gemeenen man. - Dat dit werk, door den E.H. Bal samengesteld, het Fransche volumen verreweg zal overtreffen, inzonderheid wat de beide Nederlanden aangaat, valt buiten allen twijfel, want het is geschreven in onze taal en maakt ons bekend met onez zeden.
Iets degelijks! - Het werk van den E.H. Bal kan | |
[pagina 402]
| |
| |
[pagina 403]
| |
den toets doorstaan met de beste woordenboeken, die tot hiertoe verschenen zijn. Enkele vergelijkingen zullen meer dan overtuigend zijn.
Kunst. - (Weiland) ‘Vaardigheid, om iets tot dadelijkheid te brengen’. (Van Dale) ‘Het vermogen in den mensch om de indrukken, die op zijne zintuigen of op zijn geest en gemoed worden gemaakt, in hoorbare en zichtbare vormen weer te geven’. (Winkler Prins) ‘Kunst geeft in het algeineen eene door oefening verkregene vaardigheid te kennen. In aesthetische beteekenis echter bedoelt men met het woord kunst de schoone of vrije kunsten, namelijk: de bouw-, beeldhouw- en schilderkunst, de muziek en de poëzie’, enz. enz. (Bal) ‘De kunst is de uitstekende begaafdheid of bekwaamheid om het schoone in gepaste vormen uit te drukken. - Het doelwit, dat men in de kunst beoogt is dan met het nabootsen van de natuur, maar wel en alleenlijk, het u tdrukken van het schoone, enz. Hypotheek of kusting. (Weiland) Op kusting: ‘Een geregtigd aandeel aan een verkocht huis, of ander pand, waarvan men renten trekt’. (Van Dale) Op hypotheek: ‘Pandbrief, kusting’. - En op kusting: ‘hypotheek, schepenkennis’. (Winkler Prins) ‘Eene soort van pandregt, - dit regt in den uitgebreiden zin des woords genomen. Het is een zakelijk regt, door den schuldenaar op zijn goed verleend tot zekerheid van de vervulling eener verbindtenis. Het pandregt in 't algemeen - en dus ook de hypotheek - geeft aan den schuldeischer, die het bezit, een voorrang boven andere schuldeischers, om de schuld te verhalen op de opbrengst van het goed, dat het voorwerp van het regt uitmaakt. En verder wordt het goed regt van den schuldeischer door vervreemding van de zaak door den schuldenaar niet verkort. Hypotheek is een pandregt, dat slechts op onroerende zaken gevestigd kan worden’. (Bal) ‘Pand- of grondbrief. - De hypotheek is eene waarborg op onroerende goederen door eenen schuldenaar aan eenen schuldeischer gegeven, of tot kwijting van eene schuldbekentents verpand. - Zij is wettelijk, onderhandsch of den uitersten wil betreffend, volgens dat zij voortkomt uit de wet, uit eene overeenkomst, of dat zij vastgesteld is bij testament. - Zie Wet, 16n December 1851’. Proces-verbaal. (Weiland). - Heeft het woord niet. (Van Dale) ‘Ambtelijk verslag-, akte van feiten en handelingen’. (Winkler Prins). - Heeft het woord niet. (Bal) ‘(Richt.) Schriftelijk verslag, door een civielen ambtenaar opgemaakt over hetgeen hij gedaan heeft in het uitoefenen van zijn ambt, over hetgeen hij heeft vastgesteld tot het uitvoeren der beteugelende wetten’.
Iets volledigs! - De verkorte inhoud van het Verklarend Woordenboek volstaat genoegzaam om ons met deze vereischte te bevredigen. Hij bevat:
Woordafleidkunde. - Al de woorden opgegeven in de lijst van De Vries en Te Winkel, met al hunne beteekenissen; uitlegging met voorbeelden; grondtijden der werkwoorden; meervoud der naamwoorden; oplossing aller spraakkunstige moeilijkheden; geslachten volgens de Nederlanders en de Vlamingen. Geschiedenis. - Historische feiten, veldslagen, oorlogshelden (hun leven en daden), uit de geschiedenis van België en Nederland. - Gewijde geschiedenis. Aardrijkskunde. - Beschrijving van België en Nederland; bevolking en ligging van iedere gemeenten; de kolonien en de Congo. - (Kaarten). Literatuur. - De bistorte der Nederlandsche Letteren, biographische, bibliographische en letterkundige studie over de oudere, nieuwere en hedendaagsche schrijvers. Schilderkunst. - De historie der Vlaamsche en der Hollandsche schilderschool, - de kunstenaars, schilders, graveerders, beeldhouwers, enz, tot die scholen behoorende. Godgeleerdheid. - Uitlegging der voornaamste termen en der philosophische stelsels. - Godgeleerden. Geneeskunde. - Gezondherdsleer; - uitlegging der ziekten volgens de nieuwere wetenschap. - Geneesheeren. Rekenkunde - Uitlegging der termen van de wiskunst, stelkunst, meetkunst, enz. | |
[pagina 404]
| |
Natuurlijke wetenschappen, plantenrijk. - De Nederlandsche benamingen en wetenschappelijke termen. | |
[pagina 405]
| |
Scheikunde, bouwkunde, sterrenkunde, muziek, wetgeving, enz. enz. | |
[pagina 406]
| |
Voor den vreemde. - Werelddeelen; landen van Europa, voornaamste steden (ligging, bevolking, enz.). Bijzonderheden der landen; groote mannen: Chopin, Palestrini, Brahirs, Byron, Hugo, Longfellow, Camoëns, Pasteur, Koch, enz. enz.
Eere dus aan dien moedigen kamper! Eere aan den E.H. Bal! Hij heeft van onze Letteren, hij heeft van ons vaderland verdiend, want zijn werk is een nationaal werk. Immers hij leert ons in onze taal onze helden liefhebben en hoogachten; hij leert ons in onze taal de gloriedaden kennen, welke de luister waren van ons verleden en welke zoo hoog staan aangeschreven bij alle volken; in een woord, hij leert ons in onze taal onze geschiedenis beminnen en waardeeren. hij onderwijst ons in onze taal en leert ons in eigen taal én kunst én wetenschap. Ja, dat is zaad gestrooid in den vruchtbaarsten grond, - in ons eigen akkerland zelf. En of het zal gedijen! - Meer dan 2,000 inschrijvers zijn daar om te getuigen van den bijval, welken het Verklarend Woordenboek reeds bij het publiek geniet.
E.P. |
|