Het Belfort. Jaargang 7(1892)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 382] [p. 382] De zanger. IN 't zwijgend perk, vol zoete geuren, Verheft de nachtegaal zijn lied, Een dankbeê, die ten Hemel schiet, Bij 't slapen gaan der lentekleuren. Zijn stemme suist, in nedrig neuren; De borrelbron en hoort ze niet. Nu klimt ze, en klinkt door 't nachtegebied, En laat heur lied ter verte keuren. Daar zweven zoete schemeringen.... Daar blaakt de blanke maan. Ze stijgt, Ontvlamt de hooge hemelkringen. Heur zoekend licht door 't loover zijgt, Omgloort den zanger, zoet aan 't zingen,.... De zanger duikt het hoofd, en zwijgt. A.J.M. Janssens. Sint-Niklaas. Vorige Volgende