want, ja, echt goede stukken, den jongelingen als toonbeelden voorgehouden, komen hun verrukkend schoon voor, daar zij die in den tooverspiegel hunner jonge verbeelding aanschouwen. De muziek der verzen hunner Bloemlezing zingt jaren lang in hun oor, en de indruk van het boek op geest en hert is onuitwischbaar.
Daarmee is nu genoeg betoogd dat eene Bloemlezing een boek is niet alleen voor den meester om hem het onderwijs te vergemakkelijken, maar ook voor den leerling om hem de studie te vervroolijken; een boek niet alleen voor onderricht, maar ook voor opvoeding.
Dit alles moet men in aanmerking nemen om een gepast oordeel over de Bloemlezing der heeren Bols en Muyldermans te vellen. Zij hebben een boek gemaakt, geleidelijk voor den meester en aangenaam voor den leerling. Waar zij tusschen het belang van den meester en dat van den leerling te kiezen hadden, hebben zij dezen laatste misschien met voorliefde bejegend; vandaar dat Proza- en Dichtstukken, dat beschrijvingen, verhalen, lier- en leerpoëzij, redevoeringen en verhandelingen, in plaats van elk een afgezonderd vak te beslaan, in bonte verscheidenheid dooreengemengd zijn, enkel met inachtneming van den graad van moeilijkheid. Aantrekkelijker wordt alzoo het boek, dat is buiten kijf: neem al de steentjes van een mozaïek, leg roode bij roode, blauwe bij blauwe, groene bij groene enz., gij doet het mozaïek te niet; het kunstige van het geheel verdwijnt om plaats te maken voor vervelende eentonigheid. Hetzelfde gebeurt met eene Bloemlezing, die elk lettervak streng pedantisch afzondert.
Doch is de dooreenmenging der schriftsoorten niet schadelijk voor een methodisch onderwijs? Bij ondervinding antwoorden wij: neen; in het gebruik der Bloemlezing vonden wij het integendeel nuttig voor den leerling, hem zelf na de lezing een stuk tot dees of geen vak te laten thuis wijzen. Voor den leeraar nochtans is het gemakkelijker, indien de stukken in hunne vakken gelederd staan. Daarom hebben de verzamelaars, wellicht gehoor gevende aan de uitgedrukte wenschen sommiger professors, bij de nieuwe uitgaaf eene tafel gevoegd, waarin de stukken volgens hun vak aangewezen worden. Zoo wordt het boek gerieflijker en blijft even aantrekkelijk.
Doch vooral als opvoedingstuig is de Bloemlezing verdienstelijk liefde voor God en Kerk, teedere kindermin, trouwe betrachting der studentenplichten, gehechtheid aan vaderlandsche taal en zeden, fierheid op hunnen stam, deze en meer andere deugden hebben de verzamelaars aan de Vlaamsche jongelingen willen instorten, 't zij door aangename lessen, 't zij door ingrijpende voorbeelden. De Bloemlezing is er eene voor christene Vlamingen; zij ontsluit, ja, voor de jeugd ook de kunstschatten onzer Noorderbroeders en geeft haar eenen voorsmaak van de grootsche gewrochten der Hollandsche meesters; zij biedt uittreksels van hoogstverdienstelijke schrijvers, die, jammer genoeg! hier te lande nauwelijks genoemd worden, als van Bohl, da Costa, Haafner, Ockerse enz. Zoo krijgen de Noord-nederlanders een aanzienlijk deel