Het Belfort. Jaargang 7
(1892)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 347]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Laat ons bij Holland in de leer gaan!’(Mac Leod. Congres van Gent 1891.) ‘Ik vrees niet hier neer te schrijven, zegt de heer Aug. Gittée in de Toekomst, 1892, blz. 22, dat wij, Vlamingen, ons moeten buigen, zoodra her Hollandsch taalgebruik gesproken heeft.’ ‘En, zoo gaat hij op blz. 25 voort, als ik zeg wij, bedoel ik wel meest ons volk, dat van de Hollandsche boeken niet houdt, omdat het ze niet verstaat of verteert, doch ook eenigszins onze ontwikkelden.’ Zoo 't nu waar is, dat wij, Vlamingen, (volgens hetzelfde tijdschrift, 1891, blz. 385), ‘onze taal over 't algemeen zeer weinig kennen en haar zoo slordig mogelijk schrijven’; dat wij ‘knoeiwerk leveren’, dat wij ellendige taal schrijven in boeken, dag- ‘en weekbladen en tijdschriften’, eene taal, ‘waarvan wij zoo weinig kennen, dat alle beschaafde lieden ons met eene ezelskap naar een hoekje verwijzen mogen’; kortom dat wij ‘Zuidnederlandsch’ schrijven, ‘namelijk een, in vele opzichten, onhebbelijk iets, een gedrochtelijk uitspruitsel des onzerstands’; - dan staat ons niets anders te doen, tenzij van ons hert eenen steen te maken, het hoofd in den schoot te leggen en - vrije Vlamingen! - ons het dwangkapotje te laten welgevallen! Voor die nu nog zouden aarzelen, geven wij ons de moeite van uit de Roos van Dekama, eene studie van den heer J.A. van den Bosch, onlangs in Taal en Letteren (II, blz. 1-14) verschenen, de vreemde woorden en uitdrukkingen te kippen, welke daar recht charmant in figureeren; wij zijn gepersuadeerd, dat zij na de lectuur van deze serie fransche en andere vreemde expressies, welke als het aroma van deze studie uitmaken, totaal van 't advies zullen zijn van den heer Mac Leod: ‘Laat ons bij Holland in de leer gaan!’ Want al is het hollandsch van sommige schrijvers ‘een bastaardspraakje geworden, overvloeiende van fransche woorden en uitdrukkingenGa naar voetnoot(1)’, - dat wordt nu eenmaal zoo het gebruik en - buigen moeten we! | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 348]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ziehier de belangrijke lijst:
Als wij daar nu bijvoegen, dat (op 14 blz.) vele van die woorden vijf zes keeren voorkomen, dan zal de totaalindruk van onze bijdrage op den lezer wel de volgende zijn: ‘Laat ons bij Holland in de leer gaan’, maar - studeeren wij eerst grondig fransch, duitsch en andere talen, anders - kunnen wij de hollandsche schriften ‘noch verstaan noch verteren’! Namen, februari 1892. D. Claes. |
|