toen hij zei: Indien gij hier wilt rooken, klop dan uwe pijp uit, ofwel ga buiten. - En even sterk als 't woord van den schoolmeester: Ik zie er hier velen, die er niet zijn.
Après cela on tire l'éckelle, zegt de Franschman, en 'k doe het ook.
P.D.
Inhuldiging der vlag, van een gebouw enz. Niet goed. Men betuigt immers geene hulde aan eene vlag, aan een gebouw, men wijdt ze in. Zoo heeft Vondel een zijner voortreffelijkste gedichten geschreven ter ‘inwijdinge van het stadhuis 't Amsterdam’ en een ander ‘ter inwijdinge van den E. Heere Gerardus van Westrenen, toen hem het Recht van Licentiaetschap der H. Godtgeleertheit te Loven wiert opgedragen.’ Inwijden, alhoewel soms overdrachtelijk, mag dus in dien zin gebruikt worden.
Men kan eenen nieuwen burgemeester of pastoor inhuldigen, maar niet een stoffelijk voorwerp. Men kan een standbeeld onthullen (de hul, het hulsel er van afnemen), maar niet inhuldigen.
Puy, oud woord gelezen in vele ‘Glossaria’ en beschrijvingen van schepenenhuizen, beteekent balcon of pui: ‘ter puyen van het stadthuis’. Is dat in betrek met het oud-fr. Puy = berg (Puy du Dôme). Zou ‘Loquela’ den bal treffen, 1884, no 11?
Spuye wordt bij Pomey vertaald door Cataracta (waterval) Gelezen als opschrift op een huis ‘Kleine Spuye’.
E.
- Nino (uit Amsterdam) zegt in de Januari-aflevering van het Belfort, dat het woord daarstellen, eerst door velen voor germanisme uitgekreten, door niemand meer durft afgekeurd worden, ‘sedert Bilderdijk en Beets daarvan gebruik maakten’. Dat kan waar zijn voor Noord-Nederland, maar in Vlaanderen is het vreemde woord door de beste taalkundigen altijd afgekeurd en door de beste schrijvers altijd vermeden. Dautzenberg, Heremans, van Beers, Ternest, Frans de Cort kwamen er tegen op in de Toekomst. Overigens, het woord wordt nooit door het volk gesproken en is altijd door een beter te vervangen.
D.
- De geschiedkundige wetenschap vindt vele beoefenaars in ons land en 't getal ontdekkingen op het gebied der historie, in onze eeuw gedaan, is groot.
Het schijnt dat men te Mechelen nog iets van belang gevonden heeft: De Burger en De Landbouw, van die stad, (opgesteld door officieele onderwijzers) drukt, in een hoofdartikel: dat de Vrijmetselarij dagteekent uit de 8e eeuw, en dat ‘die edele instelling haren naam wist te hechten aan alles, wat vooruitstrevend en menschlievend is’.
Zou het blad, hooger genoemd, ons eens eenige schitterende acten willen doen kennen welke der Vrijmetselarij sedert de jaren 1700, tot 1750, in ons land, mogen aangerekend worden?
H.