Het zoeken en herzoeken naar den juisten vorm en zal geen verloren moeite zijn.
Zoolang er nog een sprankel blijft glanzen van het ingevend gevoel, zullen die opzoekingen, die mijnwerken ging ik zeggen, hunne juiste richting houden, en bijna altijd uitloopen op eenen vorm die veel gepaster, veel schooner, veel eigenaardiger is als dezen, die men aan den besten meester zou kunnen ontleenen.
De eigenaardigheid in de kunst is het gevolg van groote hoedanigheden, zij en is in haar zelven geene hoedanigheid die weerde heeft.
't En zal niemand tot eer strekken te durven wat nog niemand en dierf, maar wel te vinden wat nog niemand en vond, en te kunnen wat nog niemand en kost.
Hij, die met de meeste juistheid ziet, het diepste gevoelt, en met de meeste kennis en gloed kan wedergeven, die is de eigenaardigste en ook de schoonste.
De kunst, die persoonlijk is, moet natuurlijk medegaan met tijden en geslachten.
Langen tijd en kan de kunst niet stil staan of ze versteent, gelijk de Russische en de Chineesche schilderkunst, wier behoefenaars, gelijk de mieren en de bieën, zeer fijn werk verrichten, maar eeuwig hetzelfde; ofwel ze doet eene tegenwerking ontstaan, die, hoe langer bedwongen, hoe heviger wordt, en die, wanneer zij eindelijk uitberst, niet alleen de verouderde overleveringen wegstoot, maar alle gezag, allen eerbied, alle waarheid, gelijk wij het op dezen oogenblik zien gebeuren met de zoogenaamde jonge school.
De jonge school is de school der schoolhaters, de leering der leeringloozen, en hare volgelingen zijn de aanhangers van den eigenzin. Knoopt dat aaneen.
Loffelijk zijn de pogingen die gedaan worden om de kunst te verfijnen en te verdiepen, in het vluchtig spel der vormen; maar men mag niet vergeten