Het Belfort. Jaargang 6(1891)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 472] [p. 472] Dood van den H. Franciscus Xaverius. (3den December.) HIER zou hij dus de grens zijns levensloops genaken, Hier eindigde zijn taak, hier zijne grootsche baan, Hier zou hij, Gods heraut, zijn reuzenarbeid staken, Hier zou de dood hem nederslaan! Daar ligt hij, afgemat, van iedereen verlaten Op 't dorre strand. - ‘Helaas! hoe wreed hij zich bedroog! Hoe alles hem verried! Nu kon geen treuren baten!’ - En zie, hoe strak zijn stervend oog Op 't neevlig China blikt, aan de overzij der baren. Het lokt den kamper in 't verschiet (o God, hoe schoon!) Met rijken zielenoogst, met duizend lijfsgevaren - En vroeg hij ooit een ander loon? Dat loon ontging hem! Ja, verbrijzeld werd zijn hope! Daar viel hij in 't gezicht van 't vaak gewenschte land! En zou er iemand ooit na hem uit 't verre Europe Zijn taak hernemen op dit strand? Vandaar die wolken, die het voorhoofd soms verduistren, Vandaar die bittre traan die langs de wangen vliet. U, China, droomde hij aan 't slaafsche juk te ontkluisteren... Een droombeeld, ja, meer was het niet! Maar zie, een vonke glimt in zijn gebroken oogen. Zond God hem troost, of ging de toekomst voor hem op? Of zijn het beelden voor een ijlende opgetogen? Waarom die rasscher harteklop? [pagina 473] [p. 473] De donkre sluier scheurt van 't heiligdom der tijden; Xaveer dringt in 't geheim der eeuw, die komen moet. O prachtig tafereel, dat, na het bitter lijden Eensklaps zijne ziele juichen doet! Daagt Ricci ginds niet op, gevolgd van heldenscharen? Prijkt niet in 's keizers hof het kruis in volle gloor? Triomf! de dwalingsnacht is eindlijk heengevaren En Christus' dageraad breekt door! En weg is 't blij verschiet - en voor zijn oog verdwijnen Die beelden, die zijn hart vertroostten voor een stond; De dood verstijft alreeds de matte wezenslijnen, Maar rooft den lach niet van den mond. Onhoorbaar fluistren nog de lippen, bleek bestorven, Terwijl een stralenkrans om 't kalme voorhoofd zweeft, ‘Drieëenheid!’ - Laatste wensch, weldra dan ook verworven, Weldra in eeuwigheid beleefd! God riep! - De ziele zag haar aardsche boeien slaken, En sneller dan de pijl van 't koord vliegt, vloog zij heen. ‘Drieëenheid!’ juichte omhoog met juublend liefdeblaken De zalige, in Gods vreugd getreên! Leuven. Fr. J.S.J. Vorige Volgende