Dat de Laet, die zulke forsche slagen aan het Franquillonisme toegebracht heeft, bestreden en vervolgd werd door de Franschgezinden, niets is zoo natuurlijk, doch dat eenige pseudo-Flaminganten van den liberalen kant mede huilen tot over den rand van zijn open graf, dat gaat ons verstand te boven. Vlak over den verbonden vijand nog op zijne eigene mannen schieten, lijkt veel op desertie en verraad, en de salvoschoten gebruiken tot de verminking van een lijk, is niet alleen het tegenovergestelde van kieschheid, het is de daad van wildemannen met hyenaharten.
In eene zaak van persoonlijke aangelegenheid bekwam de Laet eene veroordeeling wegens laster tegen Jan van Ryswyck; gewapend met den toen nog in zwang zijnden lijfsdwang, het hij zijnen tegenstrever in hechtenis zetten, en ongelukkiglijk stierf van Ryswyck in de gevangenis tengevolge eener toevallige ziekte. De erfgenamen van den overledene bekwamen an de rechtbank schadevergoeding; hoe dit overeen te brengen was met het eerste vonnis weet ik niet, evenmin wat er hier te beknibbelen viel, vergalde de partijhaat de pennen niet. de Laet maakte gebruik van zijn recht hem door de rechtbank gegeven, en indien er iemand aansprakelijk moest gemaakt worden voor de dood van den gevangene, het moesten eerder de eerste rechters geweest zijn...
Het was ten tijde van den Mexicaanschen veldtocht. Minister Chazal had aan de kolonels der regimenten last gegeven het aanwerven van vrijwilligers aan te moedigen, waartegen de Laet in de Kamer opkwam, als zijnde eene zaak van geen nationaal belang. Chazal verweet aan den spreker zijn zoogenaamd gemis aan vaderlandsliefde, doch kreeg tot antwoord dat hij, Chazal, ongetwijfeld het monopolium der vaderlandshefde niet bezat, hij meester-kleermaker te Parijs en die met een generaalsuniform int zijne uitstalling genomen, zich hier als veldoverste opgedrongen had.
Vandaar tweegevecht, met het gevolg dat een minister van oorlog, een sabeldrager van beroep, dwars door de zijde geschoten werd door eenen antimihtaristischen pékin! De generaal, beschaamd over zijn ongeval, deed de mare verspreiden dat hij eenige weken bedlegerig was uit hoofde eener beet van den baviaanaap, welken hij in zijn huis voor schoothondje georuikte.
Op Conscience's graf wilde een redenaar den grooten schrijver doen doorgaan als pantnerst. Onvoorbereid springt de Laet toe, teekent protest aan tegen die bewering en wreekt op meesterlijke wijze de christelijke gevoelens van hem, wiens werken op alle bladzijden den zuiversten godsdienstzin ademen.
De Laet had eene goedkoope broodbakkerij ingericht en scheen een tijd lang de letterkunde in het dak gestoken te hebben. Op aanvraag naar een exemplaar zijner volledige werken kreeg de Duitsche barones Ida von Duringsfeld een.... nieuwbakken krentenbrood!
De Laet was de eerste die in het palets der natie den eed van getrouwheid in het Vlaamsch aflegde.