Zijn zij binnen, dan zullen de berekende lachjes en de gemeten hoffelijkheid niet verraden hoezeer de lastige bezoeker naar de maan gewenscht wordt, noch hoe straks zijn minste gebaar, zelfs de stoffe van zijn kleed, zal gehekeld worden. Gelukkig die aan de deur blijft en, met een kaartje, van het bezoek vrijkomt dat de beleefdheid eischte.
Waar de ouders het verstand der kinderen te veel ophemelen, misprijzen de kinderen weldra het verstand der ouders.
Zich over iedereens handelwijze te zijnen opzichte beklagen, is zijne eigene verwaandheid uitbellen.
Wie gewoonlijk een goed inzicht heeft, en zal zoo spoedig geen slecht bij een ander veronderstellen.
Eens dat wij ons een gedacht over iemands karakter gemaakt hebben, zien wij dikwijls het beklagensweerdige zijner handelwijze over het hoofd, enkel om behagen te scheppen in de juistheid onzer meening.
Zijt gij met kinderen en onderdanen al te toegevend, gij verliest uw gezag; zijt gij te streng, gij verliest hun vertrouwen, en beide zijn u even noodig om eenig goed te kunnen stichten.
Geluk! betooverend beeld door velen voor eene hersenschim aanzien, door anderen vruchteloos nagejaagd in roem en rijkdom, in wellust en weelde, in zinnelijk genot en bedwelmend vermaak! Geluk, zoo ieverig gezocht, zoo zelden ontmoet, uw zaad schuilt in ons hert; het kiemt in nederige onderwerping; het bloeit in de overtuiging van Gods eindelooze goedheid die ons bemint; uwe vrucht is wederliefde en uw naam, tevredenheid.