Als het daar regent druppelt het hier, schoon en schilderachtig gezegde dat men slechts nog aantreft op de lippen onzer onde aartsvaderlijke Vlaamsche ouderlingen, om te beduiden dat het verdriet bij magen en vrienden zijnen weerslag te hunnent vindt.
- Een lezer vraagt eene verhandeling over Plantijn en Kiliaan. Wie gelast er zich mede..? Tot richtsnoer zij gezegd dat de heer P. Génard in 1874 hun eene geleerde studie wijdde in De Toekomst.
Beeediging, schoon en deugdelijk oud woord veel beter dan eedaflegging. Beeediging wordt gezegd met betrek tot officieele posten waartoe een eed gevergd wordt; eedafleggen of eedafnemen wanneer slechts eed gevergd wordt voor eene bepaalde zaak, zooals voor getuigenissen in rechtszaken. Ter gelegenheid van het regentschap in Holland gebruikten vele gazetten eedaflegging, het Fondsenblad leerde ons het juiste woord.
Kalfskop met schildpadsaus. Zoo vertalen bijna alle spijskaarten Tète de veau en tortue. Er is hier geen schaduw van schildpad in 't spel; tortue is de oude Fransche vorm van pan, dus Gestoofde kalfskop, en is hij met truffels Getruffelde kalfskop.
Schelvisch zegt de Vlaming, aigrefin de Franschman: zóó moet de Franschsprekende Vlaming spreken, wil hij als geen botterik worden uitgekreten. Maar wat is dan aigrefin? Dit leert ons Littré in de jongste uitgave van zijn Fransch woordenboek. Schelvisch had een Nederlander gezeid; escuelvi zeide een eerste Franschman na, eclefi een tweede. Nu was men het spoor bijster: in den donkeren liep men tastende voort. Het werd èclefin, aiglefin, totdat de vorm aigrefin den voorkeur kreeg. En zoo is schelvisch op zijn Fransch wel uitgesproken aigrefin.
Het woord lede, door samentrekking lei, komt voor in sommige plaatsnamen: Lede, Ledeberg voorheen St-Pieters-Lede, Ruislede, de Lei en de Handelslei te Antwerpen, de Leibeek misschien ook in Liede- of Lede-Kerk. Lede wordt tweeërhande uitgeleid: - a) als komende van het sterke werkwoord lijden gaan, doorgaan, en beteekenende laan allée, avenue; - b) als komende van het zwakke werkwoord leiden, met Vlaamschen vorm leeden, en beteekenende waterleiding. Beteekent lede van zijn eigen niet eenvoudig gang, doortocht, hetzij als weg, hetzij als waterloop, hetzij verders als wandeling langshenen het water?
Steerten: 1o wat mag ‘steerten’ eigentlijk zijn in 't gezegde ‘hij doet niets als vragen en steerten’?
2o is het springlevend, dichterlijke woord ‘steerten’ in den zin van ‘vluchten’ (Eng. ‘to starte’) waarlijk als ‘verouderd’ te beschouwen voor de schrijvers? Kiliaan zet er immers ‘vetus’ nevens?