van het volk. Het volk is voor de ambtenaars niet gemaakt, maar wel de ambtenaars voor het volk.
Tijdens de bespreking van Coremans' wet waren zekere tegenstrevers vijandig, onder voorwendsel dat de waardigheid van den advocaat eischte de taal te mogen gebruiken welke deze verkoos. Die waardigheid is hier met de voeten getrapt, waar zijn nu hare voorstanders..., teekenen zij protest aan...? Zij zwijgen dat zij zweeten.
Nog tijdens die bespreking pleitte Minister Lejeune de verzachtende omstandigheden tegen de toepassing der wet op de Brusselsche omschrijving; hij gaf de verzekering dat geen enkel recht gekrenkt zou worden, en dat men des noods Vlaamsche kamers ingericht zou hebben...! Men ziet hoe die beloften uitgevoerd werden.
De heer Janson zegde Donderdag in de Kamers met betrek op het algemeen stemrecht: Veronderstel eene rechterlijke inrichting waardoor er beraadslaagd zou mogen worden over de hoogste belangen van eenen betichte buiten dezes tegenwoordigheid. He wel, hetgeen M. Janson als eene ongehoorde onmogelijkheid aanzag, gebeurt dagelijks en is hier weer gebeurd, want de taal van zijne beschuldigers niet verstaan, is zooveel als afwezig zijn.
Het is ongehoord, op het einde der 19de eeuw, in een land dat de bakermat is geweest der vrijheid, na 60 jaar Belgische onafhankelijkheid en dito jaren Vlaamsche beweging, eenen betichte, ondanks zijn protesteeren, te zien vonnissen in eene taal welke hij niet verstaat, en dat om reden dat eenige betaalde dienaars van het land op de hoogte van hunne bediening niet zijn en de taal niet willen verstaan van de meerderheid van het volk waarover zij de maat van het gerecht te strijken hebben! En zeggen dat de groote hoop stom en doof blijft uit onverschilligheid en baatzucht, en zeggen dat zij enkel mond en ooren hebben om zich in preutsche en gemaakte schaamte het gelaat te bedekken, als wij onze zoogezegde Vlaamsche wetten in hunne levensverminking en in hunne niet-toepassing, durven bestempelen met den naam van caricatuur van wetten.
Niet langer meer gedraald, alle ambtenaars moeten bewijs geven dat zij het Vlaamsch machtig zijn, buiten dat geene zaligheid voor hen, of geene uitkomst voor onze beweging. Onze Vlaamsche wetten moeten eene sanctie hebben, want nu worden zij met verachting over het hoofd gezien; de mazen hunner netten moeten toegehaald en dichter gemaakt worden, want de palingen der joodsche zinsverdraaiingen slibberen er al spelend door. Eene wet is noodzakelijk tot beteugeling der magistratuur.
Het woord is aan de Wetgeving, en waarlijk staan wij verstomd dat er in het Parlement nog geene stem is opgegaan om deze nieuwe wetsverkrachting, dit nieuw schandig onrecht aan den schandpaal te spijkeren.