| |
| |
| |
Boekennieuws en Kronijk.
Eerste Gedichten van Piet van Assche. - Charles Jacobs, Kammenstraat 80, Antwerpen.
Klaarblijkend is de schrijver van Eerste gedichten een jong, zeer jong mensch; wij mogen dus niet te veel van hem vergen, noch te zeer klagen over zijne tekortkomingen. Iets nochtans dat wij van den heer Piet van Assche vereischen mogen en moeten, is dat hij de taal meester zij en een ordentelijken stijl bezitte Wat de heer Piet v. A. bijzonder moet vermijden, is het gedurig omzetten van onderwerp, werkwoord, gezegde en voorwerp tegen al de wetten der woordschikking aan; in de plaats die hij aan de woorden geeft, verziet hij teenemaal den aard onzer taal en volgt slechts de eischen van het rijm. Wat al duisterheid en dubbelzinnigheid hieruit ontstaan, is ongelooflijk, des te meer dat er niet zelden woorden in oneigen zin voorkomen, opeengestapelde epitheten waarvan het laatste niet meer zegt dan het eerste, en lange volzinnen waarin de ongelijkste voorwerpen tot een geheel moeten. Daarbij zoutelooze woordherhalingen, ontijdige zinsafkappingen, ongerijmde tusschenwerpsels, uitroepingsteekens, punten en streepjes. Met het rijm springt de heer Piet v. A. licht om; menig stuk staat in blanke verzen; in de berijmde stukken staan er dikwijls verzen met onvolmaakte rijmen en eenige die nergens meê rijmen. Dit alles bewijst dat de jonge schrijver nog veel aan- en niet minder af te leeren heeft. Maar met tijd en vlijt geraakt men wijd, zegt het spreekwoord. De heer Piet v. A. geve zich dus aan geene ontmoediging over; maar zette zich onverpoosd aan 't werk. Het hoogst noodzakelijke voor hem is het werktuig machtig te worden, dat tot uiting zijner gedachten en gevoelens onmisbaar is.
Sans la langue en un mot l'auteur le plus divin
Est toujours, quoiqu'il fasse, un méchant écrivain.
Hij trachte ook eene strekking tegen te werken die talrijke plaatsen van zijn boek ontsiert, ik wil zeggen, een zweem van réalisme, die de naakte werkelijkheid te getrouw beschrijft en wel
| |
| |
eens tot smakeloosheid en grofheid overgaat. - Ten slotte zullen wij hem afraden variatiën te kweelen op het welbekend thema van v. Beers' Kerkportaal, zooals hij beproefde in Wanhoop en strijd, Verfletste rozen en Meisjesdroomen. Behalve dat het genre versleten is, schijnt ons het dichterlijk temperament van den heer Piet v. A. voor die droefgeestige mijmeringen niet geschapen. Het vak, dunkt ons, waarin hij het best zou slagen, is de beschrijving, namelijk het landschap, waarmêe Hofdijk zooveel roem heeft ingeoogst in Holland. Wij zouden dit gemakkelijk door eene of andere zijner schetsen bewijzen, indien wij reeds niet verder over Eerste Gedichten uitgeweid hadden dan wij voornemens waren.
L.
Het Bargoensch van Roeselare, een Bijvoegsel aan Is. Teirlinck's Woordenboek van Bargoensch, door H. De Seyn, en uitgegeven bij den Schrijver-Uitgever te Roeselare. Prijs fr. 0,75.
‘Het ware zeer belangrijk de lijsten van het Bargoensch van iedere stad of streek afzonderlijk opgemaakt te zien.’ Dit is de wensch uitgedrukt door den verzamelaar, en waarmede wij volkomen instemmen; inderdaad, het ware den woordenschat verrijken, doen zien dat vele woorden, welke men op eerste zicht slechts te huis meende in zekere plaats, van meer uitgestrekt gebruik zijn, en aantoonen dat onze dialecten min uiteenloopen dan wel beweerd wordt. De woordgronding en afleiding met het nagaan der verbastering in den mond van het volk, bewijzen zonneklaar die eenheid.
Het initiatief en het werk van M. De Seyn verdienen lof en aanmoediging, en stellig zullen zij, die Teirlinck's Woordenboek bezitten, dit bijvoegsel niet willen missen, in afwachting dat zij in eenige bladzijden datgene ook der andere steden zich insgelijks zullen kunnen bezorgen.
Melden wij ook te dezer gelegenheid, daar het hier toch in den grond dialecten en Idioticons geldt, dat drie dusdanige werken van grooten omvang in bewerking zijn: De Bo's Idioticon, merkelijk vermeerderd en verrijkt, en waar in 't kort het eerste deel gaat van verschijnen bij onzen uitgever; Het Iidioticon van het Land van Waas, door A. Joos, en eene uitgebreide Studie omtrent de vergelijkende klank- en vormleer der Nederduitsche dialecten van België, Zuidelijk Noord-Nederland en de Rijnprovincie, door Hoogleeraar P. Willems. Van dit reuzenwerk, waar de geleerde professor reeds jaren bezig aan is, schijnt de lastigste taak bijna ten einde te zijn, namelijk het opmaken van de synoptische tafels der phonetiek en grammatiek van rond de 350 gewestspraken.
Zuiverheid van taal, door Mr Julius Obrie, lezing gehouden in de K. Vl. Academie den 16 April 1890. Gent, A. Siffer. fr. 0,50.
Wij hebben nog boeken en artikelen gelezen die de zuiver- | |
| |
heid van taal aanpredikten, doch welke door hun verzuim de daad bij den raad te voegen, weinig nut aanbrachten. Hier is het geheel anders: zelden lazen wij eene keuriger taal, en Mr Obrie die niet alleen tot in hare kleinste bijzonderheden de spelling en de woordvoeging kent, maar ook den geest der taal in den echten Nederlandschen zin, is zeker de man om over dit onderwerp de zegsman te zijn.
Onder opzicht van woorden keurt hij natuurlijk de bastaardwoorden af, doch keurt niet min streng de ongelukkige woordsmeders af die, onder voorwendsel van zuiverheid en purisme, met samenkoppelingen afkomen, die eerder onze taal ontsieren. Om nieuwe uitvindingen en nieuwe begrippen te doopen, waarvan de wetenschappelijke benamingen meestal in het Latijnsch en het Grieksch gezocht worden, vertaalt men te slaafsch zonder naar de eigenlijke beteekening om te zien, terwijl men zeer dikwijls in onze eigene taal uitdrukkingen bezit die op onze manier treffend het uittedrukken gedacht wedergeven. Zoo zijn b.v. sterk en slap voor geconcentreerd en gedilueerd, waarvoor men reeds alle soorten van bespottelijke vertalingen uitgevonden heeft.
De zuiverheid van taal bestaat overigens niet in alles te willen vertalen, wat niet vertaalbaar is. Wetenschappelijke benamingen zooals téléphone, télégraphe blijven best onovergezet, omdat die woorden in alle talen, en geschoeid op de schrijfwijze van elke taal, overal burgerrecht verkregen hebben, zoowel als de vreemde woorden altaar, kansel, klooster, mis, priester, enz., welke voor goed en voor altijd deel maken van onzen taalschat.
Met nut en vrucht zal men deze heerlijke verhandeling lezen.
Constance Chlore ou l'Aurore du Triomphe, Tragédie en trois actes et en vers par Mr l'abbé Léveillé, professeur au collège colonial, à Pondichéry. - Fraai boekdeel van 68 bladz. in-8o. - Prijs: 1,00. - Gent, A. Siffer.
Het onderwerp van dit godsdienstig tooneel is eene schitterende gebeurtenis der eerste christene tijden, de standvastigheid van krijgsoversten in het belijden van het waarachtig geloof, en de belooning dezer beproefde standvastigheid door den rechtschapenen en edelmoedigen Romeinschen Veldheer.
Het stuk, schrander opgevat en sierlijk geschreven, zal, meenen wij, bij het opvoeren in onze collegen, in de jeugdige gemoederen het godsdienstig gevoelen aanvuren, en dankbaarheid verwekken jegens God, die, na worsteling en beproeving, altijd zijne trouwe dienaren weet te verblijden en te beloonen.
Verstooten geluk, door Honoré Staes, onderwijzer te Zele. Schoon boekdeel van 252 bladz. in-8o. - Zwaar papier. Prijs: fr. 1,50. Franco fr. 1,70. A. Siffer, Gent en bij den Schrijver.
De verdienstelijke schrijver van Schets eener Geschiedenis van de Gemeente Zele, van De Plaag der Werklieden, van Een Dui- | |
| |
velsch Huwelijk, van De Soldaten van Christus, levert opnieuw een gewrocht, dat bij alle goede Vlamingen en in de prijsuitreikingen zal welkom zijn. In vloeiende taal en met treffende kleuren schetst ons de volkslievende letterkundige de rampzalige gevolgen der lichtzinnige handelwijze van eenen driftigen, onervaren jongeling, die de fortuin in de hoofdstad gaat beproeven, en van zijne al te onvoorzichtige pleegouders, die veel te laat de oogen openen. Van rijk arm geworden, vinden zij gelukkig in hunne godsdienstige gevoelens sterkte en vertroosting en bekomen, door aanhoudende gebeden, de bekeering van den verloren zoon. Moge het lezen van dit belangwekkend boek de ouders leeren voorzichtig zijn, en in de jeugdige herten de dolle zucht naar eer en rijkdom versmachten.
Het boek van den heer Staes leidt ons, als 't ware, aan de hand door dat veelbewogen jongelingsleven.
Ofschoon niet altijd van gerektheid vrij te pleiten, en soms wel wat overdreven en onjuist in zake van karakterteekening, is het doorgaans geleidelijk en aangenaam van lezing.
Naarmate men vordert, klimt ook de belangstelling, en deed de inleiding der verhaalde geschiedenis geene groote verwachtingen ontstaan, het slot is waarlijk hartroerend, en nog lang blijft men onder den indruk van het aangrijpende verhaal.
Dat M. Staes grondig studeere, zijne werken polijste ingevolge het voorschrift: Vingt fois sur le métier..... en hij zal ons nog beter gewrochten leveren.
Droeve Dagen. Volksverhaal door René Vermandere. Borgerhout, J. Leemans, 1890.
Over taal en stijl van Droeve Dagen zullen wij best zwijgen, dewijl de schrijver in eene korte voorrede zelf erkent, dat, over zeven jaren, toen hij dit werkje (zijnen eersteling), schreef, ‘zijne betrekkingen met taal en stijl tamelijk gespannen waren, en op eenen voet stonden, die licht met den oorlogsvoet te verwarren was.’ - Maar belette dit den heer Vermandere de gewenschte verbeteringen aan zijn werk toe te brengen? Uit eigenliefde en uit eerbied voor den lezer was hij alreeds daartoe verplicht. Nu wat den inhoud betreft. Wij hebben te doen met een volksverhaal, te weten de geschiedenis van de ontroostbare weduwe eens veldwachters, wier eenig kindje het gezicht verliest, in een blindengesticht geplaatst, en kort daarna aan zijne bijna wanhopige moeder door den dood ontnomen wordt. Gelijk men ziet, alledaagsche personnages, alledaagsche voorvallen, alledaagsche drijfveeren, gevoelens, omgeving. Maar dit alles trouw, zeer trouw, tot in zijne hoekjes en kantjes naar de bloote werkelijkheid afgeteekend; dit alles tot eenen onvermijdelijken indruk van droefheid en medelijden samenwerkende.
Droeve dagen is dus een niet onverdienstelijk staaltje dier realistische genretafereeltjes, waarmeê onze letterkunde al meer en
| |
| |
meer overlast wordt. Het werkje verraadt eenen fijnen opmerkingsgeest en een gemoed, dat voor diepe indrukken vatbaar is. Wij weten ten andere dat de heer Vermandere sedert zeven jaren meer meesterschap over de taal verkregen en onvermoeid zijne pen geoefend heeft. Wij hebben dus het recht meer en beter van hem te verwachten.
De behoudsgezinde partij tegenover het land, dit hoogst belangrijk tijdschrift, is thans ook in 't Vlaamsch verschenen.
Het komt van de pers bij den drukker-uitgever A. Siffer, Hoogpoort 52 en 54, Gent, alwaar het te verkrijgen is aan 10 centiemen per exemplaar - 5 centiemen voor groote getallen.
Het is hoogst nuttig dit boeksken, eene bloote opsomming van cijfers en feiten nochtans, onder de kiezers te verspreiden. Het doet klaar en duidelijk zien wat de katholieken sedert zes jaren, in 't belang van het land, gedaan hebben en hoe zij het kwaad hebben hersteld, in de zes vorige jaren door de geuzen teweeg gebracht.
Tot hiertoe hebben wij nog in geen enkel liberaal blad eene ernstige poging gezien om dit nuttig en doorslaande schrift te weerleggen.
Geen wonder: de cijfers en feiten zijn officiëel, dus onweerlegbaar
Kon. Vl. Academie. - Zitting van 21 Mei: M. Micheels biedt eéne studie aan getiteld Prudens Van Duyse, zijn leven en zijne werken om, bij goedkeuring, onder de Handelingen opgenomen te worden.
Een jury bestaande uit de heeren Daems, Gezelle, Hansen, Hiel en Van Droogenbroeck wordt benoemd om de beoordeeling te doen in den wedstrijd voor een gedicht ter gelegenheid van 't ubelfeest van 's konings troonsbeklimming.
M. Van Even houdt lezing van eene belangrijke studie over Jan-Baptist Cypers, Vlaamschen dichter van het einde der 18e eeuw, te Antwerpen geboren en bijna teenemaal onbekend; M.D. Claes draagt eene boeiende verhandeling voor: Eenige volksuitdrukkingen verdedigd en aanbevolen. Met vrucht en belangstelling zal men die twee voordrachten lezen in de eerstkomende aflevering der Verslagen en Mededeelingen (4 fr. per jaar).
Het verslag der Commissie van nieuwere taal- en letterkunde over de uitgaaf van werken van dichters en schrijvers der XVIIe en XVIIIe eeuw, zal in eene volgende zitting voorkomen.
De Bloemlezing zal voorafgegaan worden door eene verhandeling over de letterkunde in de dagen der renaissance, hare opkomst, bloei en verval, welk tijdvak men eigenlijk rekenen kan van 1560 tot 1790, waarbij men nog eenige jaren voegt, die men als den aanvang beschouwt van het herlevingstijdvak.
| |
| |
De uitgaven der met zorg gekozen stukken, met kritische beschouwingen en biografische aanteekeningen, zal voor ons publiek de schakels aaneenhechten tusschen de XVIIe en de XIXe eeuw, en doen zien dat ons volk nooit opgehouden heeft zijne taal te beoefenen.
Davidsfonds. - Algemeene vergadering van het Davidsfonds te Leuven, 8 Mei 1890. - Uit alle gouwen van het Vlaamsche land, inzonderheid uit Antwerpen en Borgerhout, waren de leden talrijk opgekomen, zoodat de promotiezaal der Halle wel bezet was. Het verslag van M. de Potter schetst ons in breede trekken de geschiedenis van de maatschappij gedurende het afgeloopen jaar, en na de stemming over de rekeningen en budgetten, en eenige woordenwisselingen daaromtrent, alsook over andere huishoudelijke zaken, wordt er beslist: (a) aan de verkoopers der zangstukken van het Davidsfonds eene korting van 40 of 50% te geven, (b) aan de componisten dier zangstukken een honorarium van 75 fr. toe te staan, (c) in elke afdeeling de leden zich te laten abonneeren op die zangstukken aan den verminderden prijs van fr. 1,25 per reeks, (d) den tijd, gedurende denwelken de uitgaven van het Davidsfonds het eigendom blijven dier maatschappij, op 5 jaar te bepalen.
Het schenken van een hulpgeld van 1000 fr. voor het standbeeld van Van Duyse, door bladen van Aalst en Dendermonde reeds besproken, lokte nog al een vrij grooten woordenstrijd uit, doch het voorstel van het Hoofdbestuur werd met een 6otal stemmen tegen 7 aangenomen. Over die bespreking leze men den brief van Dr Moroy, bladz. 440 dezer aflevering.
Het verslag van M. de Potter zegt ons dat meest al de afdeelingen groeien en bloeien, doch dat er hier en daar eene enkele aan het kwijnen is. Het is het eerste jaar sedert zijn bestaan dat het Davidsfonds geene leden bijgewonnen heeft: opgepast om in dien toestand van het eerste af te verhelpen, de akker is groot, en veel, oneindig veel, is er nog te zaaien en te maaien.
Natuurlijk, zooals alle Vlaamsche feesten, besloot de feestelijkheid met een gezellig banket, waarop men dronk en sprak op de gezondheid van Jan en Alleman.
De Rodenbachsvrienden. - Maandag 12 Mei was het feest alhier bij de jonge en wakkere Katholieke Vlaamsche studentenmaatschappij van dien naam, ter gelegenheid van de wijding van haar vaandel. Mis, stoet, letterkundige zitting en vriendenmaal waren de 4 hoofdpunten der plechtigheid: Hoogleeraar De Ceuleneer, die naast het bestuur met zijne collegas Boucqué, D'Hondt, Hulin, de zitting voorzat, sprak onder Vlaamsch opzicht over de nieuwe wet over het hooger onderwijs; Pastoor Hugo Verriest hield eene boeiende voordracht over Lust en leven, toegepast op onzen Vlaam- | |
| |
schen strijd; M. Dierickx, secretaris, las een merkwaardig verslag over de werkzaamheden der driejarige maatschappij. Op het Banket werden wij vergast op heerlijke en luimige heildronken van den heer De Ceuleneer, van onzen volksvertegenwoordiger Albert Eeman, Alexander Cruyt, Voorzitter der Rodenbachsvrienden, L. de Bock, afgetreden voorzitter, P. Dierickx, Benoni David en K. Lybaert.
Daags te voren had de algemeene maatschappij der Katholieke studenten der Gentsche Hoogeschool ook feest gevierd, en aan te merken is het dat op het banket, waar Zwitsers, Hollanders en Franschen uitgenoodigd waren, er veel Vlaamsch gesproken is, namelijk door onzen welsprekenden volksvertegenwoordiger Mr J. Van Cleemputte.
Merken wij te dezer gelegenheid ook het verschil op tusschen onze katholieke volksvertegenwoordigers en de liberale candidaten, waarvan geen enkele op hunne algemeene vergadering het woord in onze taal gevoerd heeft, en nochtans zijn zij het die de wenschen mededragen van den Flamingant, wiens opstellers op de daken roepen dat zij eerst en vooral Vlaamschgezind zijn! M. Lippens, wordt hier gezegd, heeft zelfs geweigerd in te teekenen voor het standbeeld aan Van Duyse.
Katholieke Vlamingen, en gij inzonderheid katholieke leden van den algemeenen bestuurraad der landdagen, let op. Een oog in 't zeil gehouden opdat gij, onwetens, in de handen van die zoogezegde Flaminganten voor en boven alles, tot springvloot niet gebruikt wordet tegen uwe eigene partij. Eene beschuldigingsakte gelijk die dezer dagen tegen Minister Beernaert uitgebracht en ver van bewezen, zoudt gij waarschijnlijk van uwe liberale collegas niet geteekend gekregen hebben op den dorpel eener gewichtige kiezing, indien het eenen liberalen minister gegolden had.
Ja, samenwerking zooveel als gij wilt, doch geene fopperij, want met een liberaal gouvernement hebben de Vlamingen niets te winnen, maar alles te verliezen Ziet de houding der linkerzijde en inzonderheid harer mogelijke ministers: Frère verwijt aan Beernaert hetgeen hij zijne toegevingen noemt jegens het Vlaamsch; Bara steekt den draak met al wat Vlaamsch riekt, en de Kerchove, lid van het Willemsfonds, drijft de verloochening zoo ver, zijne eigene moedertaal, waarvan hij zich destijds de voorstander zegde, uit te krijten voor een ellendig patois.
Varia. - De Académie des inscriptions et belles lettres van Frankrijk heeft in haren driejaarlijkschen prijskamp van fr. 10000 het woordenboek der taal van Oc door den provençaalschen dichter Mistral bekroond.
- Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal door Mr Vercouillie, professor te Gent, behaalt in den wedstrijd Dekeyn, bij de Kon. Belg. Academie, den prijs van 1000 frank.
- Gevolg gevende aan de vraag, gedaan door het Van Duyse's- | |
| |
comiteit onzer stad, heeft het Gentsch schepencollege beslist den naam van Van Duyse's-plaats te geven aan het rond punt, palende aan de Laurens-Delvauxstraat, waar de heer Florimond van Duyse, krijgsauditor, zoon van den genialen dichter, woonachtig is.
- De zeer eerweerde heer Dr H. Claeys, pastoor van Sint Nicolaas te Gent benoemd, is op Zondag 18 Mei met groote plechtigheid in zijne nieuwe kerk ingehuldigd. Onnoodig te zeggen dat bij de officieele en de intieme plechtigheid alles Vlaamsch was; de heer Willem Verspeyen heeft te dezer gelegenheid eene prachtige rede gehouden ter eere van zijnen nieuwen herder.
† Hendrik Steenwerckx, deken van Het Kersouwken, is te Leuven overleden, 77 jaar oud. Al wie van onze lezers Leuven bewoond heeft en mededeed in de Vlaamsche beweging, kende dien braven en nederigen burger; hij was immers op alle Vlaamsche plechtigheden en Met Tijd en Vlijt, het Davidsfonds en alle Katholieke Vlaamsche maatschappijen telden hem onder hunne verkleefdste leden.
† M. Mikhael, jonge dichter te Parijs, schrijver van L'Automne en van eene féerie: Le Cor fleuri, opgevoerd door ‘Le théâtre libre’.
† Jules Grendling, gekend onder den naam van Lucian Herbert, overleed dezer dagen te Praag in den ouderdom van 61 jaar. Hij was een der vermaardste letterkundigen van Oostenrijk, gaf vele gewaardeerde volksromans uit en schreef in de Bohemia als tooneelfeuilletonnist.
† Advocaat J.-A. Van Hissenhoven, een der oudste en bekwaamste Vlaamsche strijders van de Antwerpsche Meeting. In den tijd was hij schepen zijner stad en de Nederduitsche Bond en Het Vrije Woord hebben duizendmaal zijn krachtig en overredend woord mogen aanhooren. In de laatste jaren was de ouderling blind geworden, hetgeen hem noodzakelijk uit den werkdadigen strijd verwijderd hield.
† Astap Veressai, de bard van Ukraine, en aan wien men het behoud der legenden en liederen van Klein-Rusland te danken heeft, is overleden, 87 jaar. Slechts éénmaal bezocht hij Sint-Petersburg, en het was op de uitnoodiging van den tjar om hem de zangen van zijn land voor te dragen.
|
|