Het Belfort. Jaargang 5
(1890)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 288]
| |
Vlaamsche hoogeschool.
| |
[pagina 289]
| |
gezegdens weerleggen, dunkt mij, hun eigen. Ik stel enkel vast dat hij niet meer terugkomt op het punt der noodzakelijkheid. Over de mogelijkheid kan men twisten tot in het oneindige; immers men mag in deze onderneming niet eischen wat men in geene enkele menschelijke zaak en vindt: de volslagen zekerheid in het vooruitzicht. Op de gegrondste redeneeringen kan men nog altijd twijfels opperen: ‘Is dit wel heel en gansch bewezen? Is dit zeker en onfeilbaar?’ enz. De toekomst behoort God, maar den mensch behoort het werken. Wat zou met die verregaande twijfelmoedigheid gekomen zijn van des konings beschavingswerk in Congo, van zoovele katholieke missiën, ja van alle edelmoedige ondernemingen? Doch, mag de mensch met een edel zelfvertrouwen grootsche plannen aanvatten tot vooruitgang van zijn vaderland en van zijne medemenschen, overleg en beleid moet hij gebruiken in de uitvoering. Preze ik onbezonnen voortvarendheid aan, dan ware ik zelf de grootste vijand van het werk dat ik voorsta; want met ééne mislukte proef ware onze zaak voor lang vergald. Men denke niet dat eene Hoogeschool op éénen dag uit den grond moet rijzen, en daar bij tooverslag als een ‘in top voltogen’ wonderpaleis moet staan prijken. Juist het tegenovergestelde is wenschelijk: men kan stap voor stap verder gaan en slechts doortreden, na vooruitgetast te hebben of de grond wel vast en zeker is.Ga naar voetnoot(1) De vereenigde Vlamingen vragen de vervlaam- | |
[pagina 290]
| |
sching trapsgewijze der Gentsche Hoogeschool, en zoo staat die heden op het Vlaamsch program; trapsgewijze ook zou men tot eene vrije Vlaamsche Hoogeschool kunnen komen. Wie zou het eene roekloosheid noemen, indien het aan Zijne Doorluchtigheid den Kardinaal behaagde te Antwerpen, of aan Mgr Stillemans in eene der Vlaamsche steden eenen Vlaamschen leergang van Wijsbegeerte en Letteren te stichten, gelijk er in 't Fransch bestaan in St Lodewijksgesticht te Brussel en bij de P. Jesuïeten te Namen? Daar zouden de toekomende rechtsleerlingen hunne twee voorbereidende jaren kunnen doen. Gelukte die eerste proef, dan kon men opvolgentlijk andere Vlaamsche hoogstudiën aanleggen: de leergangen van natuurlijke Wetenschappen en volledige rechtstudiën. Ware men eens zoo ver, dan zou een katholiek gemeentebestuur (Sint Niklaas of Borgerhout) gewillig de gebouwen bezorgen, een katholieke gouwraad hulpgelden stemmen; de Vlaamschgezinde rechtsgeleerden, tot leeraars geroepen, zouden geene overdrevene eischen stellen, en het te kort zou de christene liefdadigheid aanvullen. Immers elk nieuw gesticht vraagt nieuwe en dikwijls groote zelfopofferingen, en niettegenstaande dit hebben de leste vijftien jaren, in het aartsbisdom van Mechelen alleen, acht nieuwe katholieke colleges zien opkomen. Wat sommen zijn daar niet voor noodig geweest! En toch bloeien zij en de Alma Mater heeft niets verloren, wel integendeel: allerhande nieuwe leergangen zijn haar toegevoegd geworden. Eene Hoogeschool als die wij vragen, mag onder opzicht van onkosten met geene Alma Mater vergeleken, maar eerder met een groot middelbaar onderwijsgesticht. Neen, ik wanhoop niet, onze geestelijke overheid zien vooruit te treden in de vervlaamsching van 't onderwijs, in trouwen bond met de Vlaamsche partij. Dank zij haar dat zij den Staat het voorbeeld gegeven heeft in het inrichten van een Vlaamschen rechtskursus! Maar is het niet pijnlijk | |
[pagina 291]
| |
voor een Vlaamsch-katholiek hert, duizenden en duizenden handteekens naar de Kamers te zien sturen, dwangwetten vragende voor het vrij onderwijs? Billijk, ja, en niet ongrondwettelijk waren Coremans' voorstellen, maar toch onrechtstreeksche dwangwetten. Welnu dien dwang zal de hoogere geestelijkheid niet behoeven: uit vrijen wil zal zij geven wat men haar wilde afdwingenGa naar voetnoot(1), het middelbaar onderwijs verdietschen in de maat van het mogelijke en werken aan de vervlaamsching van het hooger onderwijs; want de leste taalstrijd heeft eens te meer getoond dat dáár en nergens anders de knoop ligt. In de verfransching der Hoogescholen ligt, voor het middelbaar onderwijs, een feitelijke dwang ten voordeele van het Fransch; daarom wilden de Vlamingen dwang tegen dwang stellen; integendeel, door het vervlaamschen van het hooger onderricht is er eene verzoening mogelijk die alle vrijheid ongeschonden laat. Zonder dit blijft de taalvrijheid in 't onderwijs der Vlamingen eene grondwettelijke... blaas. Het verbaast ons dan ook dat wij in den laatsten strijd zekere Fransche katholieke bladen tegen de Coremansvoorstellen zagen schermen met het wapen der taalvrijheid, daar zij nochtans de eerste waren om het gedacht eener Vlaamsche Hoogeschool at te breken. Het Vlaamsche volk laat zich niet paaien met holle woorden en papieren vrijheden. En daarom wordt eene oplossing onvermijdelijk, hetzij met hevigheid, hetzij in der minne. Wij verkiezen de leste. D. Ackers. |
|