Het Belfort. Jaargang 5(1890)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De aanbidding der Wijzen. SCHOONE nacht der Morgenlanden, Sterren draagt gij in uw krans, Die in vollen luister branden Aan den donkren Hemeltrans. Heden moeten al die lichten, Schitterend als diamant, Voor de star der Wijzen zwichten, Zon van 's Vaders afgezant. Zie den langen stoet van kemels, Opgezadeld voor de reis, Saba's kroost uit zoeler hemels Trekt naar Jezus' aardsch paleis. ‘Waar is de eerstgeboren koning Van de Joden,’ vragen zij, Aan Herodes' vorstenwoning, Bij het reizend morgentij. [pagina 81] [p. 81] ‘Glansvol hebben wij zijn sterre Aan den Ooster-kim gezien, Komen op haar licht van verre David's erfprins hulde biên.’ Vorst Herodes bij het hooren Van die blijmare is onsteld, Vraagt wat van den Nieuwgeboren 't Godswoord der profeten meldt. Micha heeft voor lang geleden Reeds voorzeid wat thans geschiedt: Bethlehem, van Juda's steden Zijt ge wis de minste niet; Van uw muren, hoe bescheiden, Gaat een machtig heerscher uit, Leidsman, die mijn volk zal weiden: Luidt des Heeren raadsbesluit. Waarom vreest gij, kindermoorder, Voor uw schepter en uw kroon? Jezus is geen rustverstoorder, Golgotha, ziedaar zijn troon! Dwingland, staak uwe angstvertooning, Slemp, Herodes, en geniet, Want het rijk van onzen koning Is van deze wereld niet. Om dat Kindje zullen stroomen Tranen en onschuldig bloed, Jamren over Juda komen, Straffen voor haar euvelmoed. En wie is de schuld dier jamren? Menschenkindren, beeft! neen, hoopt!! Want in 't bloed van 't Lam der lamren Wordt gij tot uw heil gedoopt. Toeft niet, Wijzen uit het Oosten, Spoedt u uit Jerusalem, Op den wenk des Allerhoogsten Naar de krib van Bethlehem. [pagina 82] [p. 82] Weer zal u de star beschijnen, Even zonneklaar en hel, Als de vuurwolk der woestijnen Blonk voor 't volk van Israël. Treedt de schaamle woning binnen, Laatste standplaats der komeet, Op wat stroo en slijtig linnen Ligt uw Meester, uw Profeet. Biedt den Heer der Legerscharen Mirrhe, goud en wierook aan; God zal u den weg verklaren Om Herodes' list te ontgaan. Hasselt. Karel Quaedvlieg. Vorige Volgende