| |
| |
| |
Boekennieuws en kronijk.
Walravensijde, een gewezen visschersdorp op de Vlaamsche kust, door Edw. Vlietinck. Brugge, F. de Haene-Wante, 1889, 16o, 70 bl. - Prijs, fr. 0,30.
Tusschen Oostende en Nieupoort, op het grondgebied van Middelkerke, is er eene plek, die Walrijvensijde, Ravensijde of, zooals de volksuitspraak luidt, kortweg Ravesij wordt geheeten. Dáar was in de eerste jaren der XIVe eeuw een visschersgehucht, met kapel en kapelaan. De XVIe eeuwsche beroerten verjoegen hier, gelijk op de meeste plaatsen van Vlaanderen, den godsdienst; de kapel bleef gesloten en werd ten laatste in 1681 aan eenen landbouwer in huur gegeven tot 1n Januari 1735, wanneer zij bij eenen grooten storm instortte en niet weder opgebouwd werd. De toren, die het geweld van het tempeest weerstand had geboden, werd nadien tot lichtbaken voor de zeevarenden langs de Vlaamsche kust benuttigd en hield stand tot het jaar 1850, wanneer hij op zijne beurt werd afgebroken. De grondvesten zijn nog zichtbaar in eene daarover gebouwde schuur, waar zij tot anderhalven meter boven den grond uitsteken.
Ziedaar, in het kort, de geschiedenis van een eenmaal voorspoedig, thans verdwenen gehucht. De Schrijver, die niet meer aan zijn proefstuk is, heeft zich de moeite getroost te Middelkerke en in het Staatsarchief een aantal oorkonden betrekkelijk Walravensijde op te sporen en die gewetensvol benuttigd. Zijn werkje, goed geschreven in eene eenvoudige, duidelijke taal, verdient de belangstelling der geschiedkundigen.
F.D.
Argentina, in-8o van 340 bladzijden, prijs 1,50 fr., door C.H. en A.F. Marichal.
Argentina, is een belangwekkend verhaal van al wat de groote zuid-Amerikaansche Republiek betreft. Wie de Argentijnsche Republiek wil kennen in al hare bijzonderheden, leze dit boek; het bevat hare historie, de kleinste bijzonderheden over 's landsbestuur, de beschrijving der veertien provincieën, klimaat, opbrengsels, han- | |
| |
del, spoorwegen, nijverheid, godsdienst, taal, geldwezen enz. Daarbij eene beknopte beschrijving, zeer nuttig voor de werklieden, van al wat eenig belang heeft met de verschillende stielen, dagloonen, huishuur, wetten en rechten; prijzen van al de levensbehoeftens, met uitwisselingstafels in Belgisch geld. Verder raadgevingen tegen de talrijke bedriegers, en nuttige uitleggingen over alles wat men noodig heeft voor de reis en om ten spoedigste ginds in orde te zijn. Daarbij is nog eene prachtige en welgeteekende landkaart van zuid-Amerika, waarop men op zeer gemakkelijke wijze alle plaatsen, koloniën, steden en provincieën kan vinden.
Wat nu de letterkundige gehalte van het werk aangaat, de stijl is vloeiend en uiterst gemakkelijk om lezen, hij vloeit als uit eene bron, doch laat, het particularisme dat hier en daar voorkomt buiten kijf, onder opzicht van zuiverheid soms iets te wenschen. Het zijn ongetwijfeld vlekken die bij de haast, waarmede het boek geschreven en gedrukt werd, aan de aandacht der verdienstelijke schrijvers ontsnapt zullen zijn.
Argentina, waarom niet Argentië, gelijk men schrijft België, Serbië, Italië en niet Belgia, enz.?
Holland en Vlaanderen, tweemaandelijksch tijdschrift voor Noord- en Zuid-Nederland, Bureel en Bestuur, Westermarkt, 17, te Amsterdam.
Voor zooveel wij het nieuwe tijdschrift kunnen beoordeelen, bij de eenige aflevering welke wij voor handen hebben, ziet het er, voor wat stoffelijke uitvoering en letterkundige bezorging betreft, goed en flink uit. Vlaanderen is er voor zijn deel in vertegenwoordigd door Omer Wattez, eenen onzer best beslagene en degelijkste critici en door Is. Teirlinck, eenen zuiveren stylist, die tevens met zijne fijne en kiesche opmerkzaamheidsgave, eenen realistischen novellenschrijver is van goed en waardig allooi.
M. Wattez wijdt eene prachtige studie aan den ontroerden doch te tranigeren en gevoeligeren Van Beers, hij stelt vast dat de groote bijval van den dichter van De zieke jongeling ten groote deele toeteschrijven is aan zijne gave van reciteeren. Hij bestatigt dat overal de volksdichters verdwijnen, daar, alhoewel de dichtkunst tot eenen hoogen graad van volmaaktheid gestegen is, het tegenwoordig geslacht over het algemeen op stoffelijkheid uit is. - Ja, de dichterlijkheid, de veredelende dichterlijkheid vergaat en het is het realisme dat die zelfmoord in de hand werkt en het zedelijk peil doet dalen.
M. Teirlinck geeft ons een verhaal ten beste om het vooroordeel te bestrijden, hier in het onderhavige geval, betrekkelijk het volksgedacht dat ongelukken verbonden zijn aan het verschijnen van vleermuizen. Mild en lief geschreven, meenen wij toch dat door het doen samenvallen van ongelukken telkens dat dit nuttig doch
| |
| |
terugstootend diertje zijnen nest verlaat, deze novelle eer het vooroordeel voedt dan bestrijdt. Voor het volk is bevestigen niet genoeg, de bevestiging moet door voorbeelden werkelijk en practisch voorgesteld worden.
Verder ontmoeten wij nog Chineesche wijsheid, 2 andere novellen - hetgeen nog al veel is voor ééne aflevering - welgebouwde dichtjes, een artikel over De Nederlandsche Hervormde kerk in antikatholieken zin geschreven, en eindelijk eene reeks boekbesprekingen in geweten gestudeerd.
Holland en Vlaanderen is ongetwijfeld ontstaan uit de begeerte van nauwere toenadering tusschen Noord en Zuid. Het zij zoo, en wenschen wij dat wij onder dat opzicht meer dan woorden ontvangen van onze broeders van boven den Moerdijk. Tot hiertoe kregen wij ronkende volzinnen op congressen en andere paradevertooningen, doch waardeering en steun voor onze letteren, daarvoor in het algemeen heerschte er ginder te veel vooroordeel.
Een duivelsch Huwelijk. - De plaag der Werklieden (fr. 0,90), twee verhalen door Honoré Staes, en waarvan het eerste door het Davidsfonds uitgegeven is.
Honoré Staes is ons geen onbekende meer, hij is de schrijver van De soldaten van Christus, ook door het Davidsfonds uitgegeven, en indien wij goed ingelicht zijn heeft de jeugdige auteur nog twee andere romans op touw.
Eerst en vooral is M. Staes een allerzedelijkst schrijver en zijn doel is loffelijk, ook is hij een schrijver die gewetensvol werkt en die allen hoogmoed op zijde stellende met dank de opmerkingen aanvaardt hem gedaan tot loutering van zijn talent, ook is hij reeds ver boven zijne eerste novelle D.O.M. Slim. Met die weetgierigheid bezield en met die gewilligheid om te luisteren naar anderen, (men is immers altijd slechte rechter in zijne eigene zaak,) kan men het ver brengen, indien men met natuurlijk talent bedeeld is, en M. Staes stond stellig op den laatsten rang niet bij de uitdeeling der kunstgaven door Moeder Natuur.
De werken van M. Staes zullen met belang door het publiek gelezen worden en zullen ontegensprekelijk zedelijk nut stichten, doch is dat genoeg voor velen, het mag niet genoeg zijn b.v. voor het hoofdbestuur van het Davidsfonds. Bij de zedelijke waarde hoefde dit korps meer letterkundige waarde te doen paren. In de onderhavige werken zijn de karakters niet genoeg afgewerkt, alles is niet getrokken wat uit de verschillige toestanden kon getrokken worden, in één woord er mangelt die voltooidheid aan, die aangrijpende macht die werkt uit de beschrijving van het reëele als men gevoelt dat de pen die het beschrijft, door studie en opmerkzaamheid, haar onderwerp beheerscht en het ten volle machtig is.
Zeker moeten de jonge talenten aangemoedigd worden, doch niet door stelselmatige bewierooking maar door welwillende critiek
| |
| |
die niet slaat om te slaan maar slaat om te genezen. Ons dunkens heeft het Davidsfonds deze vereischte in onze letterkunde te veel uit het oog verloren, het is soms niet streng genoeg geweest en heeft werken uitgegeven waarmede stellig iets te doen was, maar, die zooals zij waren, beneden het vereischte peil stonden.
Zoo het schijnt werden tot hiertoe de boeken in het Davidsfonds met te weinig zorg gekeurd, nu door dezen dan door genen en meest altijd zonder geschreven beredeneerd verslag. Zulke verkeerdheid diende in het belang der letteren en der jonge onervaren letterbeoefenaren optehouden; om den wille der eenheid en der onpartijdigheid moest het altijd dezelfde keurraad zijn opdat iedereen met dezelfde maat zou gewegen en gemeten worden. Men diende dus eene bekwame en bevoegde commissie te noemen die na gewetensvol onderzoek, en de verschillige meeningen gehoord en besproken, een gemotiveerd verslag levert. De schrijvers dienden terecht gewezen te worden daar waar het behoort, en uitgenoodigd de aangestipte gebreken uit hunne gewrochten te weren. Op die manier zouden onze jeugdige schrijvers in het Davidsfonds vertrouwbare leidsmannen hebben en zou de algemeene gehalte der boekwerken tien sporten hooger komen op de hoedanigheidsladder. Professor David was streng tot vitterij toe, een haarken van uw vaârken a.u. bl., heeren van het Davidsfonds.
Men zegt mij dat het hoofdbestuur, op voorstel van zijnen Voorzitter, dien weg gaat inslaan, het zij zoo, tot bate der letteren en tot voordeel der schrijvers en der lezers. Ondertusschen sluiten wij onze groote parenthesis, en na onbewimpeld onze desiderata aan M. Staes bekend gemaakt te hebben, zeggen wij hem aanmoedigend: ga voort, werk en studeer, doch in plaats van drie werken te scheppen maak er een, het zal driedubbel waard zijn, want er zit stof in u om een bekwaam romanschrijver uit u te doen groeien.
Le flamand et Descartes d'après des documents nouveaux, par l'abbé Georges Monchamp, professeur au Séminaire de St. Trond. J. Leenen te St. Truiden. Prijs fr. 0,60.
Zijn tegenwoordig mannen als M. Bara (hij zegt het zelf) onbekwaam Vlaamsch te leeren, vroeger, vroeger toch zagen wij het doen met welgelukken door Rabelais, Molière, enz. en namelijk door den grooten Descartes.
Hoe de beroemde wijsgeer en wiskundige er toe kwam onze taal aanteleeren, hoe hij ze schreef, beoordeelde, en meer andere wetenswaardige en weinig bekende bijzonderheden, dat alles leert ons in dit boek de geleerde en bekroonde schrijver van Histoire du Cartésianisme en Belgique.
Liefhebbers van oude Vlaamsche documenten en wetenswaardigheden, koopt dit werk aan, het is over Descartes eene ware veropenbaring.
| |
| |
Tarief der Tolrechten van België, tabel der rechten volgens de laatste wijzigingen met aanduiding van de voornaamste gelijkstellingen der goederen naar den officiëelen Franschen tekst door Fl. Peeters, Secretaris van den Nederlandschen Bond en Voorzitter van het Vlaamsch Grievenkomiteit te Antwerpen. (Drukkerij Kennes te Antwerpen.) Prijs fr. 0,75.
Sedert eenigen tijd stellen een aantal der voornaamste Antwerpsche scheepsmakelaars, reeders, verzenders, enz. hunne tolaangiften in het Vlaamsch op.
De gedrukte stukken, daartoe benoodigd, waren reeds verkrijgbaar; doch het bleef voor velen, tot hiertoe aan het Fransch tarief alléen gewoon, eene groote moeielijkheid, die stukken naar behooren in te vullen.
Een Vlaamsche tekst van het officiëel toltarief werd dus eene dringende behoefte.
Dit boekje zal ontegensprekelijk voor vele lieden van groot nut zijn en onmisbaar voor al degenen, die op de eene of andere wijze met het tolwezen te doen hebben, zooals scheepsmakelaars, inklaarders, verzenders, natiebazen en anderen.
De heer Peeters verdient den besten lof niet alleen voor zijn initiatief maar ook voor zijne goede bewerking, ook vernemen wij met genoegen dat sedert het verschijnen van zijnen Vlaamschen tarief meer en meer huizen hunne aangiften in de moedertaal doen. Mochten Gent, Brussel, Brugge, Oostende enz. dit vaderlandsch voorbeeld navolgen.
De Vlaamsche gedrukte stukken voor tolaangiften van allen aard, die bij denzelfden uitgever te bekomen zijn, werden aan het Middenbeheer van het Tolwezen, te Brussel, ter goedkeuring onderworpen en zijn door dit Bestuur ambtelijk aangenomen.
Ook al de andere stukken zijn volgens de laatste gebruikte modellen.
Koninklijke Vlaamsche Academie. - Zitting van 10 April. - Lezingen van Mr Van Even en van Mr Sermon. Deze behandelde ‘Hertog Jan van Bourgogne’, gene ‘Eene oude Vlaamsche oorkonde van 1266’ aangaande de abdij van Park. Deze merkwaardige studiën zullen in de eerste aflevering der Verslagen en mededeelingen verschijnen.
Een Bijvoegsel aan het werk van Mr Petit Middelnederlandsche bibliographie zal uitgegeven worden door Mr Arnold. Men beslist ook na Paschen de dialectische studiën aan te vangen door het drukken van een Roermondsch dialect vergeleken bij het Saksisch en het oud Frankisch.
Op verzoek van Mr De Laet, belet de zitting bij te wonen, werd de bespreking verschoven van het voorstel der heeren De Potter en Coopman betrekkelijk nieuwere en uitgebreider werkzaamheden.
| |
| |
Davidsfonds. - Een reisje in de Ardennen is thans verschenen; in Juli verschijnen, ter gelegenheid der Coninckx' feesten te Sint Truiden, De Fabelen van de la Fontaine vertaald door Kanunnik Coninckx, alsmede een historisch verhaal van M. Roëll over de Dampierres en de Avesnes. In October of November het vervolg van David's Geschiedenis, en na het jaarboek van 1890 een historische roman Reus Finhard en Liederik van Buk, door Richard Millecam, vrijen onderwijzer te Gent. Men zegt het hoogste goed van dat werk dat de veropenbaring schijnt te zijn van een jong en prachtig talent. Tegen 1890 ook bereidt Kanunnik Martens, die boeiende en kundige wetenschapsvulgarisateur, een werk over het water.
De Student, dat wakker schrift, het Jaarboek onderzoekende, slaat geducht, doch wel verdiend, op de afdeelingen die geen teeken van leven geven, en zelfs geen verslag inzenden. Mocht die oorrekking ze uit hunnen sluimer wekken!
Sprekende over het Jaarboek, zeggen wij dat het, nevens de verslagen en al wat de inrichting en het bestier aangaat, belangrijke letterkundige bijdragen bevat de moeite waard om te lezen. Gent prijkt met het meeste getal leden, alhoewel er in den tijd dat men onvoorwaardelijk tot het stichten van nieuwe afdeelingen aanzette, haar honderden inschrijvers ontnomen zijn die nu aan sectiën behooren die al hunne werkzaamheden bepalen tot het uitzenden der boeken.
Donderdag 2en Mei, zal de jaarlijksche Algemeene vergadering te Leuven, om 11 uur, in de Hallen plaats hebben. De afdeelingen worden dringend verzocht er op tegenwoordig te zijn, want hoe meer deelneming genomen wordt in de algemeene belangen der maatschappij hoe voordeeliger voor haren bloei en haren steeds toenemenden vooruitgang.
Op Zondag 1sten en Maandag 2den September heeft met het herdenkingsfeest van Kanunnik Coninckx in de stad van den H. Trudo de feestvergadering plaats van het Davidsfonds. Op het programma zien wij: lijkdienst voor de afgestorven leden, festival, verlichting, tooneelopvoering, letterkundige zitting, redevoering van Mgr Rutten, banket enz. enz. Men rekent op grooten toeloop. Ter dier gelegenheid houden de Limburgsche studenten ook insgelijks hunnen jaarlijkschen gouwdag.
De Gentsche afdeeling heeft een verzoekschrift aan het Ministerie gezonden om de spoedige afkondiging van Coreman's wet te vragen. Volgens onze inlichtingen aan geloofwaardige bronnen geput, is er geenszins van hooger hand vijandelijkheid in het spel. De reden van het vertoef ligt alleen in het feit dat men, in de ministerién van het Inwendige en het Gerecht, het nog niet eens is welke gemeenten, in Zuid-Brabant, onder het Vlaamsch regiem moeten gesteld worden.
Feestvieringen. - Zondag 5 Mei viert de Gilde der ambachten van Brugge de inhuldiging van haar vaandel.
| |
| |
's Morgends om 11 1/4 wijding in St. Salvators door Monseigneur, daarna optocht, algemeene vergadering en 's avonds groot concert.
Het feest valt in met de vermaarde Brugsche meifoore en 's anderdaags gaat de beroemde H. Bloedprocessie uit.
Den 12 Mei is het de beurt van Gent: de Burgersvereeniging wijdt en huldigt dan ook haar vaandel in. Om 10 1/2 uur vorming van den stoet aan Het Rood hoedje, Klein Turkeie, afhaling van de nieuwe banier bij den Voorzitter M. Albrecht Solvyns, en optocht naar de hoofdkerk van Sint Baafs. Verder aanbieding van den eerewijn, banket en plechtige vergadering.
Verheugend verschijnsel, overal rijzen katholieke Vlaamsche maatschappijen uit den grond, ook kunnen wij, ter aanmoediging, iedereen en inzonderheid de maatschappijen, niet genoeg aanzetten die plechtigheden bijtetreden.
Toonkunst. - Den 24 Maart bracht de gekende toonkunstenaar Emiel Wambach, de schepper van Yolande en Mozes op den Nijl, een nieuw gewrocht ten gehoore. Met 300 uitvoerders, en onder zijne leiding, liet hij zijne Blansefloer opvoeren, zijn nieuw oratorio geschreven op eenen tekst van Dr Aug. Snieders. Ontzaggelijke toeloop en schitterend gelukken.
Volgens men zegt werkt de schepper van Franciscus, aan 2 nieuwe oratorios H. Godelieve en Geneveva van Brabant.
Lucifer, het oratorio van Peter Benoit, heeft te Londen den prachtigsten opgang gemaakt. Men schat op 15000 man de tegenwoordigen in Albert-Hall.
Goed nieuws. - Men zegt dat in het nieuw aartsbisschoppelijk college welk men te Antwerpen gaat inrichten, de voertaal Vlaamsch zal zijn. Gelukkig verschijnsel, goede initiatief dat den dam van het vooroordeel zal breken.
Sic itur ad astra. - In haar nr van 31 Maart, schree Flandria, ter gelegenheid van eene voordracht van Mr Sabbe: ‘men vergeet niet, dat gelijk Conscience ons volk leerde lezen, Benoit het leerde zingen, Vuylsteke het leerde denken! leeraar Sabbe het leerde spreken’!!!
Den 6 April, noemde Het Volksbelang, het voorlezen van een tooneelstuk van Frans Gittens, den schrijver van ‘Parisina,’ eene gebeurtenis in onze letterkunde.
Zonder iemand te willen onaangenaam zijn moeten wij toch zeggen dat zulke grootspraak van wege vrienden, eer hinderlijk is dan bevorderlijk, en dat zij doet denken aan den complimentmakenden ezel van de fabel.
Aan de Fransquillons. - In de Fransche Kamers is het zoo beroerd dat men tot den redenaar roept: men verstaat u niet. De heer Arène antwoordt: Ce n'est pourtant pas du Belge!
| |
| |
En zeggen dat onze Fransquillons meenen dat zij den gaai afschieten als zij hunne moedertaal afgeleerd hebben. In der waarheid, zij hebben veel van den hond die de stem van de andere dieren trachtte natebootsen, en op het einde van de rekening zelfs ook niet meer kon bassen!
De Van Ryswyck's. - De Vlaamsche Wacht, eene maatschappij die samengesteld uit katholieken en liberalen op onzijdig Vlaamschgezind gebied ijverig is, heeft aan den stadsraad van Antwerpen, de vraag gedaan om de overblijfselen van Th. en J. Van Ryswyck, in eenen kelder op het Kielkerkhof te mogen overbrengen.
Van Maerlant. - Dank aan de opzoekingen van Baron Bethunede Villers heeft men eindelijk de juiste plaats kunnen vinden waar ‘De vader der dietsche dichters altegader’ in de Kerk van Damme begraven licht. De beeldhouwer Pickery wordt thans belast door het Staatsbestuur een gedenkteeken voor dat graf te maken.
† Pieter van Kerckhove, provinciale bouwmeester te Gent. De Vlaamsche kunst verliest in hem eenen harer bevoegdste en bekwaamste mannen, en onder zijne bijzonderste gewrochten bewondert men het stadhuis van St-Niklaas en de herstelling van het middeleeuwsch kasteel van Baron Dons te Lovendegem.
† J.-J.-A. Goeverneur, te Groningen overleden in 80 jarigen ouderdom. Inzonderheid heeft hij zich roem verworven met zijne talrijke werkjes voor kinderen in proza en poëzie. Onlangs luidde de klok voor zijne jubelfeest en nu bromt die voor zijn afsterven. Eene volksuitgave van zijne dichtwerken wordt thans aangekondigd aan 90 cent., gebonden 1 gulden 40.
† J. Barbey d'Aurevilly, uitmuntende romanschrijver en schitterende critiek. Hij zag het daglicht in 1811, te Saint Sauveur-le-Vicomte (Manche), en was de broeder van l'abbé Barbey d'Aurevilly, insgelijks in zijn leven gunstig gekend in de letterwereld. Alhoewel van ongemeen talent, bleef hij gansch zijn leven in weinig bemiddelden toestand, omdat hij zijne pen niet wilde verlagen tot het vleien der vuige hartstochten, en roem en rijkdom zoeken ten prijze van zijn eerlijk en christelijk geweten. Onder zijne beste verbeeldingswerken telt men: Le chevalier des Touches, onder die van critiek: Les oeuvres et les hommes (Les romanciers, Les critiques, Les prophètes du passé et Les Bas-Bleus).
† Eerweerde Pater Vyncke, Missionnaris van Mgr Lavigerie, is op het slagveld van zijne heilige zending te Hibangon in den hoogen Congo bezweken. Hij was de schrijver van Algiers en het omliggende, Van Algiers naar Zanzibar en Van Zanzibar naar het
| |
| |
Tanganykameer. Een vierde deel handelende over dieper in Afrika is in bereiding. Deze boeken in de volkstaal geschreven behelzen vele wetensweerdigheden en ademen eenen heldhaftigen geest van zelfopoffering en eenen brandenden ijver om het rijk Gods te verbreiden onder de heidensche of Mahomedaansche stammen van Midden Afrika. Zij leveren eene stichtende en aantrekkelijke lezing, ook zijn zij uiterst geschikt voor volksboekerijen en prijsuitdeelingen in de scholen. Zij kosten slechts fr. 0, 75 per stuk, en per getallen is er groote korting. De opbrengst van den verkoop dient overigens tot onderstand aan de zendingen.
Eerw. Pater Vyncke was een oud pauzelijke zouaaf en een van die missionnarissen waarvan de H. Franciscus Xaverius destijds zegde: ‘Da mihi Belgas’, ook is zijn afsterven een gevoelig verlies voor de Witte Paters van Algiers.
† Te Halle in Duitschland Prof. Karl Elze, vooral bekend om zijne werken over Schakespeare, Scott, Byron enz.
† Hendrik Chevreul, de vermaarde en geleerde scheikundige, in den ouderdom van 103 jaar. Gelijk zijne ouders die tijdens het Fransch schrikbewind hunne goederen en hun leven te pande stelden om de vervolgde priesters aan de woede der kerkvervolgers te ontrukken, was hij een voorbeeldige Christen die in de stichtenste gevoelens in den Heer ontslapen is.
† L. Ulbach, romanschrijver te Parijs en medewerker aan verscheidene rationalistische bladen, onder andere L'Indépendance Belge.
† Te Parijs Malte-Brun, zoon van den vermaarden aardrijkskundige en zelf verdienstelijke beoefenaar van het vak.
† Mgr Rykers, deken van Wyck (Maastricht). Vriend en ordegenoot van Mgr Dechamps was hij even als de aartschbisschop van Mechelen een schitterende redenaar en een der glories van het orde van den H. Alfonsius van Ligorie. Hij schreef in het Fransch en laat achter Harpe chrétienne, Saint Justin et le Christ en Le Christ selon les quatre Evangiles.
† Louis-François Leconte, overleden den 5 April te Belle, in Fransch-Vlaanderen. De overledene was een Vlaamsche dichter en behaalde, over 30 en 40 jaar, tijdens den bloei onzer rederijkkamers, vele overwinningen met zijne Nederlandsche verzen. Voor een schoon gedicht ‘Inhuldiging der waterbron van Belle,’ vereerde zijne geboortestad hem, in 1874, met een zilveren eermetaal. Hij was lid van het Vlaamsch comiteit van Fransch-Vlaanderen. |
|