den bliksem verpletterd. De reuzen grijpen de zuilen van den tempel en slaan den harop des oorloogs tegen Hercules.
De held keert den rug naar zijne vijanden. Hij plant zijnen olijftak bij Gades, en klimt op den berg Calpe, 't hoofdeinde van Antlantida en den band tusschen Europa en Africa. God's engel ondersteunt den arm van Hercules en de deunende slagen zijns hamers verbrijzelen den berg; de brieschende baren der zee spoelen over 't vervloekte land.
Weeklachten en noodkreten, zuchten en verwenschingen, weerhelmen tusschen 't klotsen van de baren en 't ruischen van de wouden. Hercules met een laaienden boom tot fakkel tiegt door velden en zompen om Hesperis te zoeken die hem ziet opkomen en heure dochters vaarwel zegt.
De kinderen van Atlas beklimmen een berg en bouwen eene burgte tegen den rijzenden zondvloed. Hercules keert terug met Hesperis. De reuzen zien Hercules vluchten tusschen de wervelende wateren en smijten de stukken hunner sterkte naar zijn hoofd. De bliksem steekt hun gebouw in brande en bij de akelige klaarte geleid zullen zij den held achterhalen.
De zeearm van Gibraltar staat open: de middellandsche zee door den wind voortgezweept verlaat het stilfe strand der eilanden, waar zij murmulend wentelt, en komt met meer geweld over Atlantida gestormd. De grieksche eilanden ontwaken en treuren in rei over 't lot van de overstroomde landstreke.
De toppen der bergen verzinken in de wateren die uit de vier gewesten door malkander spoelen. Als Hercules Gades nadert, rukt Gerio Hesperis van zijne schouders en stort een grooten steen op 't hoofd van den held, die weldra uit de baren zegevierend opdaagt en zijnen vijand met zijne knots verplettert. Hesperis zegt vaarwel aan heur vaderland.
De kinderen van Atlas zoeken eene schuilplaats op de kruin van eenen berg die nog uitsteekt boven den